moeielijke woorde Flashcards

1
Q

dysesthesie

A

verminderde of vergrote gevoeligheid van de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

allodynie

A

dingen die normaal geen pijn doen aan de huid doen dat nu wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

paresthesieen

A

tintelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

agraphesthesie

A

tekeningen op huid worden niet meer herkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

astereognosie

A

richting van voorwerpen op huid wordt niet meer herkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

calarorische nystagmus

A

bij water in oog gaat oog daar naartoe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hemianospie

A

halfzijdige blindheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ptosis

A

hangend ooglid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

miosis

A

vernauwing pupil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

mydriasis

A

verwijding pupil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

aniscorie

A

pupillen van ongelijke grootte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hemineglect

A

negeren van een kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

capgras delusion

A

niet meer geloven dat iemand echt dat is (alien)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

prospagnosie

A

niet meer gezichten kunnen zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

objectagnosie

A

niet meer objecten kunnen herkennnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

visuele anagnosie

A

beeld in je hoofd verzinnen

17
Q

akinetopsie

A

bewegingen niet meer kunnen zien

18
Q

afasie

A

taalstoornis

19
Q

dysartrie

A

spraakstoornis

20
Q

aprosodie

A

emotie niet meer kunnen koppelen aan taal, vlak praten

21
Q

apragmatisme

A

alles letterlijk nemen

22
Q

esotropie

A

oog staat in rust naar binnen toe

23
Q

ataxie

A

Storing in evenwicht en beweging

24
Q

Dysarthrie

A

Spraakstoornis