voc. De voorspellingen van Jupiter Flashcards
caelum
caeli, o, de hemel (Fr. ciel)
tempestas
tempestatis, v, onweer
osculum
osculi, o, mondje/kus (verkleinwoord van os)
nata
natae, v, dochter
fari
fatur, spreken
parcere
~o, +DAT, sparen
promittere
~o, beloven (Fr, promettre)
cernere
~o, onderscheiden/opmerken
moenia
moenium, o, stadsmuur/wallen/stad/gebouwen (Lat/ munire)
sidus
sideris, o, ster(renbeeld)
sententia
sententiae, v, mening/besluit (Lat. sentire)
volvere
~o, (doen) rollen/wentelen
ferox
woest/strijdlustig (Eng. ferocious)
regnare
~o, heersen (Lat. regnum)
aestas
aestatis, v, zomer (Fr. été)
hiberna
hibernorum, o, winterkamp (Fr. hiver)
subigere
~o, onderwerpen (Eng. subject)
mensis
m, maand
orbis
m, kring
munire
~io, versterken/beschermen
regina
reginae, v, koningin (Lat. rex)
geminus
~a/~um, tweeling…/de twee…
proles
prolis, v, kroost