Verb compound Flashcards
I return / bring back
I call back
I come back
I pay back
(IR) (sep) terugbrengen / bracht terug / teruggebracht
Ik breng terug
We brengen tegen
Ik bracht terug
We brengen terug
Ik heb teruggebracht
I stand up
(IR) opstaan / stond op / opgestaan
Ik sta op
We staan op
Ik stond op
We stonden op
I heb opgestaan
I shrug (i pick up my shoulders)
ophalen mijn schouders
I am away
I leave / go away
I walk away
(sep-) wegzijn
(sep-) weggaan
(sep) weglopen
I get out / get out / step out
- I get out of my car
(S) uitstap
-
I come along, accompany
- with who are you going?
(sep-) meegaan
Ik ga mee
We gaan mee
Ik ging mee
We ging mee
I ben meegegan
- Met wie ga je mee?
I arrive at
(sep) aankomen in
These resources are a your service (a vote disposition)
Deze middelen staan (zijn) tot uw beschikking
I commit to it
Ik me zet in voor …
–zich inzetten voor / tegen