Grammar Free Flashcards
1
Q
the earthquake
A
de aardbeving
2
Q
the consequences
A
de gevolgen
3
Q
the accident
A
het ongeluk
4
Q
the ending
A
de afloop
de einde
5
Q
the property
A
het eigendom
6
Q
the mosquito
A
de mug
7
Q
kieskeurig
A
picky
8
Q
vanmorgen
A
this morning
9
Q
the backyard
A
de achtertuin
10
Q
then
“i was 9 years old then”
A
toen
Ik was toen 9 jaar
11
Q
only
“I was only 9 years old”
A
pas
Ik was pas 9 jaar
12
Q
easy
A
gemakkelijk
13
Q
glad
happy
A
blij
gelukkig
14
Q
the pockets /s
A
de zak / zakken
15
Q
the stone /s
A
de steen / stenen