Sentences

Question 1

May I ask you a question

Answer 1

Mag ik jou een vraag stellen ?

Question 2

It depends on the weather

Answer 2

Het hangt van het weer af

Question 3

Say it again please

Answer 3

Zeg het nog eens sub

Question 4

It is a newly built house, not an existing house

Answer 4

Het is een nieuw gebouwd huis, geen bestaand huis

Question 5

Last week, I paid the rent

Answer 5

Vorige week betaalde ik de huur

Question 6

What do you mean?

Answer 6

Wat bedoel je?

Question 7

I do it since I was little

Answer 7

Ik doe het al sinds ik klein was

Question 8

Because i am sick, i work at home

Answer 8

Omdat ik ziek ben, werk ik thuis

Question 9

I agree with you

Answer 9

Ik ga akkoord met jou

Ik ben het eens met jou

Question 10

The building is now accessible

Answer 10

Het gebouw is nu toegankelijk

Question 11

I visited the old town with my friends

Answer 11

Ik bezocht de oude stad met mijn vriendin

Question 12

The meeting room is on the second level

Answer 12

De vergaderzaal is op de tweede verdieping

Question 13

I conjugate verbs

Answer 13

Ik vervoeg werkwoorden

Question 14

I have been in Brussels since a year ago

Answer 14

Ik ben in Brussel al sinds een jaar

Question 15

I feel sick

Answer 15

Ik voel me ziek

Question 16

Place your order and pay for your bike

Answer 16

Plaats uw bestelling en betaal uw fiets

Question 17

I need one

Answer 17

Ik heb er een ( need accent to make iT one) nodig

Question 18

After that, we will eat

Answer 18

Daarna zullen we eten

Question 19

I went to Croatia by plane

Answer 19

I ging naar Croatia per vliegtuig

Question 20

it was the same friend but it was not the same girl

Answer 20

Het was dezelfde vriendin maar het was niet hetzelfde meisje

Question 21

It is always the same

Answer 21

Het is altijd hetzelfde

Question 22

We are ten

Answer 22

We zijn met tien

We zijn met ons tien

Question 23

Which hotel did you stay at?

I stayed at the first hotel.

Answer 23

In welke hotel verbleef je?

Ik verbleef in the eerste hotel

Question 24

I will get it for you

Answer 24

Ik zal het voor je krijgen

Or halen

Question 25

It lasted so long

Answer 25

Het duurde zo lang

Question 26

Show a little respect

Answer 26

Toon een beetje respect