Brainscape's Knowledge GenomeTM


Top Flashcards (Certified)
All Flashcards

MyDutch > Tout De Suite > Flashcards

Tout De Suite Flashcards

1
Q

I am French

A

Ik ben Fransman/Franse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

I am happy ( content)

A

Ik ben tevreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

I am tired

A

Ik bek moe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

I am interested

A

Ik ben geïnteresseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

I am sick

A

Ik ben ziek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

I am early

A

Ik ben te vroeg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

I am late

A

Ik ben te laat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

I am single

A

Ik ben vrijgezel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

I am married

A

Ik ben getrouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

I am on vacation

A

Ik ben op vakantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

I am in a hurry

A

Ik ben gehaast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

I am 35 years old

A

Ik ben vijfendertig jaar oud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

I am scared

A

Ik heb bang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Are you sick?

A

Bent u ziek
Ben je ziek
Zijn jullie ziek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

He is happy (content)

A

Hij is tevreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

We are married

A

We zijn getrouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Are you in a hurry?

A

Ben je gehaast?
Bent u gehaast?
Zijn jullie gehaast?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Are you interested?

A

Ben je geïnteresseerd ?
Bent u geïnteresseerd?
Zijn jullie geïnteresseerd ?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

We are french

A

We zijn Frans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Are you on vacation?

A

Ben je op vakantie?
Bent u op vakantie?
Zijn jullie op vakantie ?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

They are early

A

Zij zijn te vroeg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

I have a french car

A

Ik heb een Franse wagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

I have an interesting work

A

Ik heb een interessant werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

I have a reservation

A

Ik heb een reservering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
I have a problem
Ik heb een probleem
26
I have a lot of work
Ik heb veel werk
27
Do you have kids?
Heb je kinderen? Heeft u kinderen? Hebben jullie kinderen?
28
Do you have a little time?
Heb je een beetje tijd?
29
Do you have our address?
Heb je ons adres?
30
Do you have french newspapers?
Heb je Franse kranten?
31
Do you have a free room?
Heb je een kamer vrij?
32
We are hungry
We hebben honger
33
We are thirsty
We hebben dorst
34
We have 2 suitcases
We hebben twee koffers
35
We have a son and a daughter
We hebben een zoon en een dochter
36
We have a small house
We hebben een klein huis
37
Do you have kids?
Heb je kinderen?
38
We have a reservation
We hebben een reservering
39
She has a small car
Ze heeft een klein wagen
40
Are you hungry?
Heb je honger?
41
They have a little of work
Ze hebben een beetje werk
42
You have a lot of time (vous)
Jullie hebben veel tijd
43
Do they have our address?
Hebben ze ons adres?
44
We have a problem
We hebben een probleem
45
Do you have kids (tu inf)
Heb je kinderen?
46
He is thirsty
Hij heeft dorst
47
I have a son
Ik heb een zoon
48
The reservation
De reservering
49
The work
Het werk
50
The car
De wagen
51
The problem
Het probleem
52
The newspaper
De krant
53
The room (bed)
De kamer
54
The time
De tijd
55
The house
Het huis
56
This is my wife
Dit is mijn vrouw
57
This is my husband
Dit is mijn man
58
That is too cold
Dat is te koud
59
That is expensive
Dat is duur
60
That is a small room
Dat is een kleine kamer
61
Is is hard?
Is dat moeilijk ?
62
Is that urgent?
Is dat dringend?
63
Is that possible?
Is dat mogelijk ?
64
Is it important ?
Is dat belangrijk?
65
Is dat far from the station?
Is dat ver van het station?
66
These are mijn kids
Dat zijn mijn kinderen
67
These are friends
Dat zijn vrienden
68
These are our suitcases
Dat zijn onze koffers
69
Are These french newspapers?
Zijn dat Franse kranten
70
Are these good stamps?
Zijn dat goede postzegels?
71
These are our rooms
Dat zijn onze kamers
72
That is the station
Dat is het station
73
Is that expensive?
Is dat duur?
74
Is that a French car?
Is dat een Franse wagen?
75
That is a little far
Dat is een beetje ver
76
That is important
Dat is belangrijk
77
These are our problems
Dat zijn onze problemen
78
Is that your work?
Is dat uw werk?
79
That is a small house
Dat is een kleine huis
80
Is that urgent?
Is dat dringend?

MyDutch (19 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions