Veiligheid en Welbevinden Flashcards

1
Q

Een gevoel van veiligheid is de basis voor een voorspoedige ontwikkeling van een kind. Welke twee soorten veiligheid worden hierbij onderscheiden? Geef van beide soorten veiligheid een korte beschrijving.

A

Fysieke veiligheid. Kinderen moeten zich beschermd weten tegen gevaren waarmee ze zelf nog niet kunnen omgaan. Ze hebben steun nodig in situaties waarvan zij de gevolgen nog niet kunnen overzien. Verantwoordelijk zijn voor de fysieke veiligheid van kinderen houdt bijvoorbeeld in dat de pedagogisch medewerker ervoor zorgt dat ze geen ongelukken krijgen onderweg van school naar de opvang, tijdens het buiten spelen, bij de activiteiten op de buitenschoolse opvang en bij het eten en drinken.

Emotionele veiligheid. Minstens even belangrijk is de emotionele veiligheid van kinderen: ze moeten zich veilig en vertrouwd voelen op de buitenschoolse opvang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noteer vijf aspecten die van belang zijn voor het gevoel van veiligheid van een kind.

A
  • Vertrouwde relaties met pedagogisch medewerkers.
  • Sensitieve responsiviteit van de pedagogisch medewerkers.
  • Vertrouwde relaties tussen kinderen.
  • Voorspelbaarheid van de leefomgeving.
  • Vertrouwen tussen pedagogisch medewerkers en ouders.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Als pedagogisch medewerker is het belangrijk dat u signalen van een kind goed kunt herkennen. Met welke term wordt dit in de vakliteratuur aangeduid?

A

Sensitiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Als pedagogisch medewerker is het belangrijk dat u goed kunt inspelen op de behoeften van het kind. Met welke term wordt dit gedrag in de vakliteratuur aangeduid?

A

Responsief gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg uit wat de ondersteunende interactie ‘sensitieve responsiviteit’ inhoudt.

A

Vaardigheid om signalen die aangeven dat een kind zich niet goed voelt of behoefte heeft aan ondersteuning, op te merken, goed te interpreteren, en er passend op te reageren. Daardoor zal het kind zich begrepen, geaccepteerd en veilig voelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is sensitieve responsiviteit belangrijk voor de ontwikkeling van een kind? Noteer drie dingen.

A

Het geeft kinderen:

  • Vertrouwen in de ander.
  • Zelfvertrouwen.
  • Een gevoel van eigenwaarde.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een kind dat zich fysiek en emotioeel veilig voelt in zijn omgeving, voelt zich daar prettig en op zijn gemak. Welke term hoort hierbij?

A

Welbevinden. Welbevinden is een algemeen positieve toestand waarin het kind verkeert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaraan kunt u herkennen dat een kind zich prettig en op zijn gemak voelt? Noteer zeven kenmerken.
Het kind is:

A

Open

Nieuwsgierig

Levenslustig

Tevreden

Ontspannen

vol zelfvertrouwen

evenwichtig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voor autonomie van een kind is het belangrijk dat er een goede balans is tussen beschermen en loslaten. Leg uit waarom dat is.

A

Balans tussen beschermen en loslaten.

Beschermen is goed. Maar als er altijd een volwassene aanwezig is, leert een kind niet om zelfstandig te worden en kan hij zich angstig of onveilig gaan voelen in situaties zonder toezicht. Als een volwassene altijd klaarstaat om te helpen, dan krijgt het kind geen gelegenheid om te ervaren dat het zonder ouders of pedagogisch medewerker ook goed kan gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke drie dingen doet een pedagogisch medewerker in de zorg voor autonomie van een kind?

A
  • Beschermen tegen gevaar en pijn.
  • Leren omgaan met risico en moeilijke situaties.
  • Stimuleren en helpen om zelfstandig te opereren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Participatie hoort bij de opvoeding van een kind. Leg uit wat participatie inhoudt.

A

Participatie gaat over leren samenleven met anderen: inleven in anderen (empathie), rekening houden met anderen en soms het algemeen belang voor eigen wensen en ideeën laten gaan, mogen meedoen in de (volwassen) wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kunt u als pedagogisch medewerker bijdragen aan participatie van kinderen?

A

Door kinderen hun mening te laten geven en hen daarin serieus nemen, maar ook dat kinderen daadwerkelijk verantwoordelijkheid krijgen over beslissingen, op een niveau dat zij aankunnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarop is de allereerste band van baby’s met ouders en verzorgers gebaseerd? Noteer twee dingen.

A

zintuiglijke herkenning

vertrouwde handelingspatronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kinderen zijn pas later in staat om het beeld van hun ouders vast te houden tijdens hun afwezigheid. Waar heeft dit mee te maken?

A

Dat heeft te maken met de ontwikkeling van hun voorstellend vermogen; dat wil zeggen het cognitieve vermogen om je een voorstelling (representatie) te maken van iets wat afwezig is. Gedurende hun tweede en derde levensjaar ontwikkelen de meeste kinderen geleidelijk aan representatieve vaardigheden waardoor ze symbolisch contact kunnen houden met hun afwezige ouders. Als papa of mama er niet zijn, kunnen ze aan hen denken en weten waar ze zijn en wanneer ze terugkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een vertrouwde relatie ontstaat door herhaald positief contact tussen kind en pedagogisch medewerker. Welke twee zaken zijn daarbij van belang?

A

Vaste pedagogisch medewerkers.

Goede communicatie tussen kind en pedagogisch medewerker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vertrouwdheid tussen kinderen ontstaat bij jonge kinderen door regelmatig samen te spelen. Welke twee zaken zijn daarbij van belang?

A

Vaste kinderen in de groep. Als kinderen elkaar vaker tegen komen, leren ze elkaar kennen en wordt het gemakkelijker om samen te spelen. Daarom is het belangrijk dat de kinderen in de groep zo veel mogelijk dezelfde kinderen tegenkomen. Gevoelens van vriendschap ontstaan als ze fijn met iemand kunnen spelen, ongeveer dezelfde activiteiten leuk vinden en qua ontwikkelingsniveau niet te ver uiteen liggen.

Goede communicatie tussen de kinderen. De pedagogisch medewerkers helpen de kinderen om zich veilig bij elkaar te voelen. Ze zorgen ervoor dat ze elkaar geen pijn doen of storen. Bovenal zorgen de pedagogisch medewerkers ervoor dat kinderen plezier met elkaar hebben.

17
Q

Onderdeel zijn van een groep geeft jonge kinderen een gevoel van vertrouwdheid. Noteer twee dingen die u kunt doen om dit te versterken.

A

De naam van de groep (bijvoorbeeld de Rakkers of Gabbers) maakt duidelijk welke pedagogisch medewerkers en welke kinderen bij elkaar horen.

Daarnaast geven vertrouwde handelingspatronen zoals dagritme en rituelen een gevoel van veiligheid en verbondenheid aan kinderen. Heel jonge kinderen kunnen al samenspelen als ze het speelpatroon (her)kennen door de herhaling en hebben daar ook veel plezier bij, vooral met zang en grappige bewegingen.

Het is belangrijk dat pedagogisch medewerkers ervoor zorgen dat alle kinderen zich veilig en gerespecteerd voelen, ongeacht hun culturele achtergrond, sekse of beperking. Dit betekent dat pedagogisch medewerkers ook kinderen helpen en begeleiden om elkaar te begrijpen en samen te spelen en daarbij ook veel uitleggen en benoemen.

18
Q

Voor jonge kinderen is de hele wereld nieuw. Hoe kunt u als pedagogisch medewerker structuur bieden aan jonge kinderen? Noteer drie dingen.

A

Duidelijke grenzen en rituelen, waardoor het gedrag van kinderen bijna vanzelfsprekend en positief wordt begeleid.

Indeling en inrichting van de ruimtes binnen en buiten, zodat kinderen ongestoord samen en alleen kunnen spelen en er ruimte is voor een rijk scala aan activiteiten.

Dagritme en groepssamenstelling, aansluitend bij de behoeftes van kinderen aan spelen, uitdaging, rust en verzorging.

19
Q

Een veilig pedagogisch klimaat stelt eisen aan de materiële omgeving. Welke eisen zijn dat?

A

De omgeving moet hygiënisch zijn.

Kinderen moeten zich vrij kunnen bewegen zonder gevaar van lichamelijk letsel.

Daarnaast komt de omgeving tegemoet aan de veelzijdige ontwikkelingsbehoeften van kinderen.

De pedagogisch medewerkers zorgen voor een gezonde balans tussen lichamelijke veiligheid en de behoefte van kinderen aan bewegen en exploreren. Een gezonde peuter is een kind met af en toe een blauwe plek en een pleister op de knie. Er is aandacht voor alle basisbehoeften van de kinderen: behoefte aan veiligheid en welbevinden en behoefte om te leren en ontwikkelen.

20
Q

Leg uit wat scriptkennis inhoudt.

A

Weten wat de vaste opeenvolging van gebeurtenissen is, wordt ook wel ‘scriptkennis’ genoemd.

Kinderen met scriptkennis weten precies hoe dingen gaan bij het eten of bij het halen en brengen. Ze kunnen op de gebeurtenissen vooruitlopen. Dat geeft hun greep op de loop der dingen. Deze scripts worden ook vaak uitgespeeld in hun fantasiespel, in het keukentje of met de babypop.

21
Q

Waarom is een combinatie van een voorspelbare omgeving en ruimte om te ontdekken voor jonge kinderen belangrijk?

A

Jonge kinderen moeten nog leren hoe de wereld in elkaar zit. Daarom hebben ze een combinatie nodig van een voorspelbare omgeving en ruimte om te ontdekken. Herhalingen maken de wereld voorspelbaar en veilig. Daarom hebben jonge kinderen vaste gewoontes en rituelen nodig. Dan weten ze precies wat er gaat gebeuren. Sommige kinderen raken helemaal van slag als de dag iets anders verloopt dan normaal. Bijvoorbeeld als er een invaller is die het liedje voor de lunch vergeet. Ze raken dan in de war, weten niet meer wat ze moeten doen, en worden onhandelbaar.

Herhalen is ook belangrijk voor het ontstaan van automatische handelingen en verbindingen tussen gebieden in de hersenen. Als een handeling goed ingeslepen is, gaat het automatisch en komt er weer aandacht en energie vrij voor andere zaken om te leren.

22
Q

Leg uit wat participerend leren inhoudt.

A

Behalve spelen ‘werken’ kinderen ook. Ze willen graag helpen en ‘zelf doen’. Ze helpen de pedagogisch medewerkers met opruimen, eten klaar zetten en troosten van andere kinderen. Kinderen leren om zichzelf te verzorgen. De dreumesen leren naar de wc gaan en hun handjes wassen. De peuters leren hun boterham smeren en drinken inschenken. Jonge kinderen willen alles graag zelf leren doen. Het verlangen naar ‘zelf doen’ lijkt aangeboren. Deze vaardigheden leren kinderen door mee te doen met de pedagogisch medewerker. Daarom wordt deze leervorm ‘participerend leren’ genoemd.

Ook als kinderen nog nauwelijks taal begrijpen en zelf niet praten, is taal erg belangrijk. Door met hen te praten leren ze taal. Door de taal leren de kinderen de wereld om zich heen beter kennen. En ze leren hun gedachten, emoties en gevoel beter kennen doordat de pedagogisch medewerkers deze benoemen; er woorden aan geven. Een kind moet direct een verbinding kunnen maken tussen een woord en een concrete handeling, ervaring of gevoel. Ook de regels en gedragsaanwijzingen van de pedagogisch medewerker moeten concreet zijn. Bijvoorbeeld, de aanwijzing ‘wees rustig’ is voor een jong kind te abstract. ‘Je mag op je matje met je auto spelen’, is een concreet advies over wat te doen.

23
Q

Rond welke leeftijd beginnen de verschillen tussen jongens en meisjes zichtbaarder te worden en beginnen jongens- en meisjesgroepen te ontstaan?

A

Rond drie jaar.

24
Q

Welke vijf aspecten zijn belangrijk bij het opbouwen van een veilige vertrouwde relatie met en tussen kinderen?

A

Sensitieve responsiviteit.

Respect voor de autonomie van het kind.

Praten, uitleggen en luisteren.

Grenzen stellen en reguleren.

Ondersteunen van positieve relaties tussen de kinderen.

25
Q

Sensitieve responsiviteit is belangrijk voor de kwaliteit van iedere relatie. Geef een voorbeeld van sensitieve responsiviteit.

A

Een huilende baby pak je op en wieg je in je armen.

26
Q

Jonge kinderen hebben duidelijke grenzen nodig voor wat mag en niet mag. Bij jonge kinderen is het reguleren van gedrag door de pedagogisch medewerkers dan ook erg belangrijk. Welk doel heeft het reguleren van het gedrag door de pedagogisch medewerker op het moment zelf en met het oog op de toekomst?

A

Op het moment zelf: het reguleren van het gedrag en de emoties van de kinderen voor hun eigen veiligheid en welzijn

Met het oog op de toekomst: het leren van zelfregulering van kinderen. Dat wil zeggen dat kinderen in toenemende mate hun eigen gedrag kunnen sturen, eenvoudige regels volgen en zelf problemen kunnen oplossen.

27
Q

Waarom zijn rituelen belangrijk voor kinderen?

A

Rituelen zijn een belangrijk middel om de wereld voor jonge kinderen voorspelbaar te maken en om een wij-gevoel te geven. Maar ze zijn ook een krachtig middel voor emotie- en gedragsregulatie.

28
Q

Zogenaamde ‘markers’ maken het kinderen makkelijk om gedrag van de pedagogisch medewerkers over te nemen. Geef een voorbeeld van een marker.

A

Wat zijn onze regels? Wat doen we bij ruzie? Weer vrienden maken. Niet staan op tafel, maar op de grond. Als pedagogisch medewerkers steeds dezelfde woorden gebruiken, gaan de kinderen dat tegen zichzelf zeggen om het eigen gedrag te reguleren.

29
Q

Wat zijn hoofdpunten in de communicatie met de kinderen in groepsverband? Noteer er vijf.

A

Positieve aandacht voor alle kinderen.

Wij-gevoel en rituelen.

Laten spelen in kleine groepjes en zorgen voor privacy.

Minimaliseren van de negatieve kanten van de groep.

Optimaliseren van de positieve kanten van de groep.

30
Q

Leg uit wat markers zijn.

A

Concrete aanknopingspunten/omgevingskenmerken waardoor kinderen zich in de leefruimte kunnen oriënteren.

31
Q

Geef een voorbeeld van een marker voor baby’s.

A

Een mat waarop baby’s veilig kunnen kruipen.

32
Q

Geef drie voorbeelden van markers in de gang.

A

Lage binnenramen op ooghoogte van de kinderen

gekleurde bordjes die de naam van de stamgroep symbolisereneen

laarzenrek

Kapstok van de eigen groep met bv. Stickersde deur van de speelhal (met afwijkende kleur).

33
Q

Waarom is het belangrijk te zorgen voor een goede balans tussen te veel en te weinig prikkels?

A

Jonge kinderen kunnen zich nog niet afsluiten voor prikkels, ze zijn er extra gevoelig voor en kunnen erdoor afgeleid raken, onrustig of huilerig (baby’s) worden. Als er te weinig uitdagende prikkels zijn, bestaat het risico op verveling. Er moet dus een goede balans zijn tussen het veilige en vertrouwde en het nieuwe dat uitdaagt tot onderzoeken en spelen.

34
Q

De diverse leeftijdsgroepen stellen verschillende eisen aan de ruimte en de inrichting daarvan. Wat zijn de aandachtspunten bij de inrichting van een ruimte voor baby’s? Noteer vier dingen.

A

Hoeveelheid afleiding beperken: rustig geluidsniveau, beperkt aantal voorwerpen en kleuren.

Afgeschermde buitenruimte met een zachte ondergrond en hekjes waar de baby’s zich aan op kunnen trekken.

Bij een verticale groep: duidelijk gescheiden speelplekken waar baby’s op hun eigen niveau actief kunnen zijn en elkaar kunnen ontmoeten.

Zorgen dat de baby’s de pedagogisch medewerkers kunnen zien en ook altijd gezien kunnen worden door de groepsleiding.

35
Q

Doordat dreumesen snel afgeleid zijn door prikkels van buiten, is hun spanningsboog vaak kort. Hoe kan de concentratie van dreumesen worden vergroot? Noteer twee dingen.

A

Door beperkt materiaal aan te bieden dat ze zelf kunnen pakken.

Door de hoeken en buitenspeelruimte extra spannend te maken door kleine veranderingen in aankleding en inrichting.

36
Q

Peuters kunnen al veel zelf. Hoe kunt u hun zelfvertrouwen en zelfstandigheid bevorderen wanneer u kijkt naar de inrichting van de ruimte?

A

Door de ruimte begrijpelijk in te richten. Peuters kunnen dan bewust hun activiteiten kiezen. Dit doen ze vaak samen met anderen. Het spelmateriaal moet logisch passen in de speelhoeken en goed bereikbaar zijn voor de kinderen. De indeling van de ruimte komt zo veel mogelijk tegemoet aan bezigheden als: de bordjes voor de lunch zelf uit de kast kunnen halen, de gieter kunnen vullen om de plantjes water te geven en de lijmkwasten kunnen schoonspoelen.