H6: Ontwikkelingsachterstand en –voorsprong Flashcards

1
Q

Achterstand in de motorische ontwikkeling:

  1. Oorzaak?
  2. Gevolg?
  3. Tips?
A

Mogelijke oorzaak: onzekerheid

Mogelijk gevolg:

  • Vermijdingsgedrag.
  • Plezier verliezen in bewegen.
  • Overgewicht.

Tips:

  • Geef het kind zelfvertrouwen mee.
  • Probeer het bewegen leuk te maken voor het kind.
  • Maak van beweegspelletjes geen prestatiespel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
Tips om de ontwikkeling te stimuleren:
Motorisch:
Sociaal-affectief:
Taal:
Cognitief:
Creatief:
A

Motorisch:

  • Maak spelmateriaal moeilijker.
  • Kind laten meespelen met oudere kinderen.
  • Geef het kind genoeg bewegingsruimte.

Sociaal-affectief:

  • In gesprek gaan over dingen die het kind bezighouden.
  • Lees boeken passend bij de ontwikkeling
  • Ga onderwerpen waar het kind mee zit, niet uit de weg omdat het niet bij de leeftijd past.

Taal-/spraakontwikkeling:

  • Lees een boek voor op het taalniveau van het kind.
  • Bied boeken aan op het juiste taalniveau.
  • Voer gesprekken met het kind op zijn taalniveau.

Creatieve ontwikkeling:

  • Geef kinderen de ruimte om hun creativiteit te uiten.
  • Vraag kinderen uit creatief te denken dat bijvoorbeeld raadsels te geven of hen een probleem te laten oplossen.
  • Biedt voldoende materialen aan waarbij kinderen geen activiteit moeten gebruiken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Achterstand in de sociaal-affectieve ontwikkeling:

  1. Gevolg?
  2. Tips?
A

Mogelijk gevolg:

  • Moeilijk contact maken.
  • Onbegrip.
  • Moeilijk samenwerken met andere kinderen.

Tips:

  • Ondersteun het kind bij het uitbreiden van zijn sociale vaardigheden.
  • Ondersteun het kind in contact met anderen.
  • Lees samen boeken over vriendschappen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Achterstand in de sociale ontwikkeling:

  1. Gevolg?
  2. Tips?
A

Mogelijk gevolg:

  • Emoties moeilijk beheersen
  • Moeite met uiten
  • Empathie ontbreekt.

Tips:

  • Benoem gevoelens die een kind heeft. Leer hem de gevoelens herkennen.
  • Vertel en leer een kind hoe hij met zijn gevoelens kan omgaan.
  • Benoem gevolgen die zijn gedrag hebben.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Achterstand in de Taal ontwikkeling:

  1. Gevolg?
  2. Tips?
A

Mogelijk gevolg:

  • Frustratie
  • Onbegrip
  • Geen woordjes vinden.

Tips:

  • Bied het kind veel begrijpbare taal aan.
  • Spreek duidelijk, rustig, en in begrijpelijke taal
  • Herhaal taal voor kinderen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem de categorieën kinderen met een verstandelijke beperking:

A

Kinderen met een verstandelijke beperking:

  • Licht verstandelijke beperking (9-12 jaar),
  • Matig verstandelijke beperking, (6-9 jaar)
  • Ernstig verstandelijke beperking (3-5 jaar)
  • Diepe verstandelijke beperking (tot 3 jaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oorzaken verstandelijke beperking:

A

Het zit in de familie. Je moeder of vader heeft ook een verstandelijke beperking.

Je kunt een syndroom of stoornis hebben waarbij een verstandelijke beperking een van de gevolgen is. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het Syndroom van Down.

Tijdens de zwangerschap zijn je hersenen niet helemaal goed gegroeid. Dit kan komen als je moeder ziek wordt, heel veel rookt of heel veel drinkt.

Tijdens de bevalling heb je even geen zuurstof gehad.

Een hersenvliesontsteking, ziekte of een ernstig ongeluk kan ook de oorzaak zijn van een verstandelijke beperking. In dat geval spreken we van een niet-aangeboren verstandelijke beperking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Signalen die kunnen wijzen op een verstandelijke beperking:

A
  • Impulsief gedrag
  • In het hier en nu zijn.
  • Vanuit eigen bevinding vertellen
  • Moeite met sorteren en ordenen
  • Moeite met selecte
    ren van prikkels
  • Moeite met zelfstandig problemen oplossen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Omgaan met een verstandelijke beperking

A
  • Gebruik korte zinnen en makkelijke woorden
  • Luister aandachtig en neem de tijd
  • Zeg precies wat je bedoelt en ben duidelijk in wat je van de ander verwacht
  • Geef één opdracht of boodschap tegelijk
  • Controleer zo nu en dan of je gesprekspartner je begrijpt. Laat hem of haar je boodschap in eigen woorden navertellen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

3 risico’s bij verstandelijk beperkte:

A
  1. Agressie
  2. Faalangst
  3. Hulpeloosheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Signalen cognitieve ontwikkelingsvoorsprong:

A

Signalen:

  • Creatief en fantasierijk
  • Leergierig
  • Logisch kan redeneren
  • Oog voor detail
  • Perfectie

Bij een baby:

  • Gaat graag op onderzoek uit
  • Heeft een duidelijke eigen wil
  • Doet geluiden na
  • Maakt snel oogcontact
  • Kan al vroeg zelfstandig staan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

IQ

Diepe verstandelijk beperkt (0-3 jaar) 
Ernstig verstandelijk beperkt (3-5 jaar)
Matig verstandelijk beperkt (6-9 jaar)
Licht verstandelijk beperkt (9-12 jaar)
Zwakbegaafd ( 12-14 jaar)
Beneden gemiddeld begaafd (14-volwassene) 
Gemiddeld begaafd (volwassene) 
Bovengemiddeld begaafd (volwassene)
Begaafd
Hoog begaafd (volwassene)
A

IQ

1-20:
20-40:
35-55:
50-69:
70-79:
80-89:
90-110:
111-120:
121-130
>130:
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
Leeftijden beperkingen
Licht verstandelijk beperkt:
Matig:
Ernsitig:
Diep:
A

+/- 9-12

+/- 6-9

+/- 3-5

Tot 3 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly