Ontwikkelen En Leren Flashcards
In de pedagogiek van jonge kinderen wordt van het holisme uitgegaan. Leg uit wat holisme inhoudt.
Jongekinderen hebben een aangeboren drang tot leren en ontdekken. Ze zijn nieuwsgierig en hebben een enorm doorzettingsvermogen. Ze vallen en staan weer op. Ze blijven proberen tot ze iets kunnen of snappen. Jonge kinderen gaan dan volledig op in waar ze mee bezig zijn. Ze gooien zich er helemaal in. Hun hele lijfje doet mee. Als ze blij zijn, lacht hun hele lijf. Als ze nieuwsgierig zijn, vergeten ze alles om zich heen. Als ze iets ontdekt hebben, willen ze het delen met de pedagogisch medewerkers of met andere kinderen. Vanwege deze totale betrokkenheid wordt in de pedagogiek van jonge kinderen uitgegaan van het holisme, een totale betrokkenheid. Kinderen leren met hun handen, hoofd en hart.
Jonge kinderen denken op een andere manier dan oudere kinderen en volwassenen. Leg uit wat dit verschil in denken is.
Kinderen denken door te doen en door met hun zintuigen waar te nemen wat er gebeurt. Oudere kinderen en volwassenen denken vaak in hun hoofd. Bijvoorbeeld, als een volwassene ergensmee zit, gaat die malen. Steeds dezelfde gedachten gaan door het hoofd. Als een peuter ergensmee zit, gaat hij of zij er handelend over denken en gaat in een fantasiespel steeds dezelfde gebeurtenis uitspelen. Zoals steeds doktertje spelen na een ziekenhuisopname of een inenting.
Leg uit waarom spel zo belangrijk is bij het oefenen en leren van vaardigheden.
Door te spelen oefenen kinderen alle sociale, emotionele, cognitieve, morele en communicatieve vaardigheden die ze nodig hebben. Het spel geeft hun de natuurlijke motivatie om niet boos en ongelukkig te worden tijdens de lange weg van oefenen, oefenen en klein en afhankelijk zijn.
Noteer vier spelvormen die veel voorkomen bij jonge kinderen. Geef bij iedere spelvorm ook een voorbeeld.
Bewegingsspel.
- Het trappelen van de baby, slaan met hun handjes, het kruipen, vallen, opstaan en lopen.
- De dreumesen houden van springen,hard lopenen rollend klimmen over de rug van een bank.
- De peuters glijden, fietsen, klimmen en schommelen.
Fantasiespel of rollenspel.
Rond hun tweede jaar gaan kinderen doen alsof.
- Ze houden hun doekje tegen hun gezicht en doen alsof ze slapen.
-Ze voeren de pop.
-Ze racen met auto’s.
- Ze spelen in het keukentje, winkeltje of de huishoek.
Speel-leerspelletjes.
- Dit zijn de puzzels
- insteekvormen
- legosteentjes
- boekjes.
- spelvormen waarbij de fijne motoriek en gevoel voor kleuren, vormen en voorstellingen wordt geoefend.
Exploratief en constructiespel.
- Dit is het spelend uitproberen van zand, water, plantjes, planken en takken, blokken en kartonnen dozen.
- Vanaf hun derde jaar gaan kinderen steeds meer bouwen met materialen
Leg uit wat snapkijken inhoudt.
Intens kijken om te begrijpen wat er gebeurt
Leg uit wat vraagkijken inhoudt.
Jonge kinderen kijken vaak naar de pedagogisch medewerker om van haar gezicht af te lezen wat ze vindt. Dit vraagkijken is een belangrijke manier om van de pedagogisch medewerker te leren over de omgeving (veilig − onveilig) en over zichzelf (fout − goed). Het kind kan zo op afstand contact houden met de pedagogisch medewerker en zich veilig voelen
Kinderen leren van elkaar andere dingen dan van volwassenen. Kinderen jonger dan vier jaar hebben bovenal een volwassene nodig. Leg uit waarom dat is.
Een volwassen biedt het kind lichamelijke en emotionele veiligheid en is een bron van troost, plezier en kennis. Jonge kinderen stimuleren elkaar, maar missen de kennis van de volwassene om het spel op een hoger niveau te brengen.
Leg aan de hand van een voorbeeld uit wat ‘aanspreken binnen de zone van naaste ontwikkeling’ inhoudt.
Kinderen van 24 maanden snappen wat opruimen is. Met hulp van de pedagogisch medewerkers kunnen ze helpen bij het opruimen. Maar de pedagogisch medewerkers blijven het leeuwendeel doen. Opruimen is op deze leeftijd binnen hun zone van naaste ontwikkeling gekomen.
Aanspreken binnen de zone van naaste ontwikkeling betekent dat pedagogisch medewerkers kinderen aanspreken op gedrag dat ze niet alleen kunnen, maar met hulp wel. Op deze manier trekken de pedagogisch medewerkers de kinderen naar een hoger niveau.
Waarom is het voor een pedagogisch medewerker belangrijk om te zorgen voor een goede balans tussen herhaling aan de ene kant en nieuwe impulsen aan de andere kant?
Kinderen houden van herhalen. Steeds hetzelfde springspelletje, steeds dezelfde verhalen. Zo oefenen ze en zo raken vaardigheden ingeslepen en automatisch. Maar voor oefenen en ontdekken, zijn kleine variaties ook belangrijk.
Pedagogisch medewerkers moeten oog hebben voor de uniciteit van elk kind. Leg uit wat hiermee bedoeld wordt.
Uniciteit wil zeggen ‘eigenheid’. Een pedagogisch medewerker moet respect hebben voor de diversiteit in talenten, karakter, temperament, voorkeuren, ontwikkelingsniveau en culturele achtergronden.
Leg uit wat wordt bedoeld met ‘ieder kind heeft een sleuteltje’.
Ieder kind wordt op zijn of haar manier uitgedaagd. Dat is niet altijd gemakkelijk. Het hoort bij het opvoeden dat pedagogisch medewerkers een kind soms niet begrijpen of niet weten waar het op dat momenthet meeste behoefteaan heeft. In zo’n situatie is het belangrijk om deze ervaring te bespreken met anderen. Misschien hebben collega’s wel toegang tot het kind en kunnen ze tips geven. Wellicht kunnen de ouders uitleg en advies geven op grond van hun ervaringen thuis. Uitgangspunt is pedagogisch optimisme: ieder kind heeft een sleuteltje. De kunst is om die sleutel tot contact te vinden. Met geduld, creativiteit, wat geluk en goede contacten met collega’s en ouders komen pedagogisch medewerkers ver.
Zodra kinderen naar school gaan, krijgt hun dag een verdeling in ‘schooltijd’ en ‘vrije tijd’. Waar staat vrije tijd voor? Noteer vijf dingen.
- zelf kiezen
- initiatief nemen
- eigen interesses volgen
- geen bemoeienis van volwassenen en je mogen vervelen
Verveling kan een belangrijke pedagogische waarde hebben. Leg uit waarom dat is.
Verveling kan dienen als overbrugging naar een nieuwe activiteit en een rustperiode waarin een kind verwerkt waar hij mee bezig was en nadenkt over het volgende. Als het lukt om zelf initiatief te nemen om eruit te komen door iets leuks of interessants te bedenken om te gaan doen, is dat een goede en leerzame ervaring voor het kind.
Er zijn verschillende soorten spel.
Wat is de kern van exploratief spel?
Wat is de kern van constructiespel?
Ontdekken.
Bouwen.
Wat betekent spelen voor kinderen? Noteer zes aspecten.
Plezier
Verwerken
Bewegen
sociale relaties
ontwikkeling
creatief zijn.