Kinderopvang Flashcards

1
Q

Een belangrijk thema in de Nederlandse kinderopvang is de stabiliteit van de groep. Leg uit wat dit inhoudt.

A

Stabiliteit wordt ook wel aangeduid met ‘vaste gezichten’. Schoolkinderen hebben behoefte aan vertrouwde personen, niet alleen van pedagogisch medewerkers maar ook van andere kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kinderen worden ingedeeld in stamgroepen of basisgroepen. Soms wordt de groep ook in subgroepen van 5 à 10 kinderen verdeeld, bijvoorbeeld op leeftijd. Noteer vier andere voorbeelden van indelingen in subgroepen.

A

Vriendschappen.
Kinderen van dezelfde school of uit dezelfde klas.
Jongens en meisjes.
Gemeenschappelijke interesses.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noteer vier dingen die deel uitmaken van wat een groep biedt.

A

Veiligheid en erbij horen.
Ontmoeting en diversiteit.
Oefenplaats voor relaties.
Identiteitsvorming via vergelijking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Jongens- en meisjesgroepen verschillen van elkaar. Leg het verschil uit tussen jongens- en meisjesgroepen.

A

Jongens spelen al vanaf de kleuterleeftijd vaker in grotere groepen. De groepen zijn gericht op samen spelen, fysiek spel en onderlinge strijd. De jongens zoeken bij hun spel, dat vaak een groot deel van de ruimte in beslag neemt, de ruimte en zijn wat verder weg van de volwassen begeleiders. De meisjes vormen veelal kleinere groepjes en trekken vaker op in twee- of drietallen. Deze kleinere groepjes zijn gericht op samenwerken, praten en uitwisseling van ervaringen. Voor zowel jongens als meisjes geldt bovendien dat ze elkaars gedrag versterken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke drie soorten kinderen kunt u onderscheiden als het om relaties gaat? Geef per soort ook een korte beschrijving.

A

Prosociale kinderen: dit zijn kinderen die sociaal en communicatief vaardig zijn, makkelijk vrienden maken en veel positieve relaties in de groep hebben.

Sociaal onhandige kinderen: zij willen contact en zijn sociaal actief, maar zijn sociaal en communicatief minder vaardig, wat vaker tot botsingen en negatieve ervaringen leidt. Deze kinderen maken moeilijk vrienden.

Teruggetrokken kinderen: deze kinderen hebben weinig relaties met andere kinderen, ze vallen een beetje buiten de groep. Deze groep is weer in twee groepen onder te verdelen. Er zijn sociaal ongeïnteresseerde kinderen die weinig relaties hebben en hier ook weinig behoefte aan lijken te hebben, en er zijn er kinderen die hier wel behoefte aan hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Elke groep heeft deelnemers met verschillende rollen in het groepsproces. Leg uit wat gezagsdragers en machthebbers zijn.

A

Gezagsdragers of machthebbers zijn vaak de populaire kinderen, dat wil zeggen ze hebben aantrekkingskracht door hun uiterlijk, hun ideeën, hun initiatieven en hun enthousiasme. Kinderen kunnen ook gezag hebben omdat de rest van de groep eigenlijk bang voor ze is. Zij zijn de baas van de groep en worden ook wel de ‘machthebbers’ genoemd. Dit zijn de kinderen die lichamelijk sterk zijn en hun wil doordrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een ander woord voor emotioneel klimaat?

A

Groepssfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt groepscohesie in?

A

Onderlinge verbondenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg uit wat een los zand-groep inhoudt.

A

Een groep zonder een uitgebreid netwerk aan onderlinge contacten. De groep is als ‘los zand’. De sfeer is noch positief, noch negatief. Het ontbreekt vooral aan groepscohesie. Kinderen spelen vooral in eigen subgroepen en weinig daarbuiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ouders wiens kind van de opvang gebruikmaakt, hebben minimaal twee rollen. Welke twee rollen zijn dat?

A

Opvoedingspartner en klant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noteer twee andere rollen die een ouder op de opvang van het kind kan vervullen?

A

Als vrijwilliger, bijvoorbeeld voor het verlenen van hand- en spandiensten.

Als medebestuurder en -beslissers, bijvoorbeeld als lid van de oudercommissie of medezeggenschapsraad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke drie soorten pedagogische informatie krijgen ouders van de opvang? Geef per soort ook een voorbeeld.

A

Formele informatie, zoals de opnieuw geformuleerde pedagogische visie, nieuwe afspraken en regels die in het bestuur of de oudercommissie zijn vastgesteld of het vakantierooster.

Informatie over het pedagogisch handelen in de diverse groepen of in bepaalde situaties, bijvoorbeeld een verslag van een paddenstoelenzoektocht met daarbij een recept voor paddenstoelensoep, geschreven door vier kinderen.

Incidentele informatie, bijvoorbeeld over uitstapjes en speciale activiteiten of over een milieuvriendelijke manier van luizenbestrijding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly