H10: Ingrijpende gebeurtenissen  Flashcards

1
Q

Voorbeelden van ingrijpende gebeurtenissen:

A

Verhuizing naar een andere plaats of een ander land.

Ernstig kleedje ongeneeslijke ziekte van zichzelf komt maar een ouder komt maar broertje kom maar een zusje of een ander familielid.

Opname In het ziekenhuis.

Opgevoed worden door een ode met een psychiatriatische aandoening.

Drank of drugsmisbruik door een ouder.

Ouder in gevangenis.

Overlijden van een familielid of huisdier.

Echtscheiding.

Geboorte van broertje of zusje.

Gepest worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Signalen dat kinderen last hebben van ingrijpende gebeurtenissen:

Baby:
Peuter:
Kleuter:
Schoolkind:

A

Baby:

  • Hoge prikkelbaarheid.
  • Slechter slapen.
  • Slechter eten.
  • Veel huilen en snel overmatig schrikken.

Peuter:

  • Verhoogde prikkelbaarheid.
  • Vermijdingsgedrag.
  • Slechter slapen.
  • Slechter eten.
  • Driftbuien.
  • Overmatig schrikken en heel alert zijn.

Kleuter:

  • Verward zijn.
  • Heftige driftbuien
  • Piekeren en bang zijn om ander los te Laten.

Schoolkinderen of Pubers/Adolescenten:

  • Klaagt over lichamelijke pijn.
  • Vertoont gedrag dat niet passend is bij de leeftijd bijvoorbeeld ineens niet meer zindelijk zijn.
  • Slaap slecht of heeft angstdromen
  • Is prikkelbaar of angstig.
  • Wordt om kleine dingen boos.
  • Is opstandig of agressief.
  • Vecht zich terug.
  • Is lusteloos en heeft nergens zin in.

Presteert minder op school.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een kind van 12 maanden heeft een ingrijpende gebeurtenis meegemaakt.

In welke ontwikkelingsfase bevindt het kind zich?

Geef twee voorbeelden van gedrag dat het kind in deze situatie kan vertonen.

A
  1. Baby
    • Hoge prikkelbaarheid.
      - Slechter slapen.
      - Slechter eten.
      - Veel huilen en snel overmatig schrikken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly