Urologische oncologie Flashcards

1
Q

Wat valt er onder urologische tumoren?

A

Prostaatkanker, blaaskanker, nierkanker, testistumoren, nierbekken en ureter tumor, peniskanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de risicofactor voor blaaskanker

A

ROKEN!!!
Mannen 50-60%
Vrouwen 20-30% (bezig met inhaalslag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Blaaskanker meer mannen of vrouwen

A

Mannen. Elk jaar 6800 nieuwe patienten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Diagnostiek blaaskanker

A

Anamnese: bloed bij plassen, frequente dysurie, roker of gifitige verf (chemicaliën).

Urine-onderzoek: urine sediment / cytologie

Cytoscopie (inwendig onderzoek plasbuis TUR) en biopsie

Beeldvorming: Echo, CT-IVP, PET-CT, MRI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Blaaskanker verschillende soorten

A

90% urotheelcarcinoom
3-7% plaveiselcelcarcinoom
2% adenocarcinoom

Hele urotheel aangedaan –> vaak recidief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Blaaskanker kan 2 vormen aannemen:

A

Niet-spierinvasief (Urotheelcelcarcinoom, Ta, T1)

Spierinvasief (T2-T4)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke beeldvorming pas je toe bij lymfeadenopathie?

A

PET-cT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

CT-IVP; intraveneus pyelogram

A

Invasieve tumor? Zit afwijking ook in de hogere urinewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Transurethale tumor resectie (TURBT)

A

Kan ook voor diagnostiek zijn (biopt); T-stadium en graad.

ook therapeutisch als T<1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe behandel je een spierinvasief blaascarcinoom

A

Radicale cystectomie
Chemoradiotherapie (heel veel bijwerkingen!! Blaas verschrompelt)
Palliatieve radiotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Radicale cystectomie

A

Blaas eruit, ook prostaat/baarmoeder. Weefsels liggen zo dicht op elkaar dat als je chirurgisch radicaal wilt zijn je deze ook moet verwijderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Complicaties van cystectomie

A

Bloeding, lekkage darm-anastomose, nierfunctiestoornis, ileus, wondinfectie, lymfocele, wond dehiscentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Door urinedeviaties metabole ontregeling namelijk:

A

Reabsorptie van urine-metaboliten door darmmucosa
Electroliet stoornissen, zuur-base balans verstoord
Stase v urine en urinedeviatie
Afvloedbelemmering ureteren
Vit B12 deficientie (na 2-3 j)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Chemo radiotherapie blaaskanker

A
Bij oudere patienten of comorbiditeit.
Bijwerkingen; slijm/bloed urine.
Aandrang
Onderbuikklachten
Vermoeidheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Prognose niet-spierinvasief blaascarcinoom

A

Afhankelijk v recidief risico, progressie risico, goed gedif; 5-j overleving 90%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Prognose spier invasief blaascarcinoom. Na radicale cystectomie

A

T2: 50-60%
T4: 10-20% na 5 j

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Nierbekkencarcinoom diagnose

A

Haematurie, flankpijn.

Urine cytologie: op zoek naar maligne cellen.
CT-IVP
Biopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe behandel je nierbekken tumor?

A

Laser

Nefro-ureterectomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Prostaatcarcinoom hoe vaak?

A

60% boven 65 j.
5-10% genetisch; brca 1 en 2
Belangrijk familieanamnese
Adenocarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Symptomen prostaatcarcinoom

A

Verhoogd PSA (prostaat specific antigen)
Bij metastasen: botpijn, gewichtsverlies, anemie,
SOMS afwijking rectaal toucher
Bijna nooit LUTS, hematurie, hematospermie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waar ontstaat prostaatkanker

A

In de perifere zone van de prostaat.

Prostaat ligt onder de blaas; ontstaat aan buitenkant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

PSA

A

Serine protease wordt geproduceerd door normale en neoplastische prostaatcellen.

Je kan met laag PSA toch prostaatkanker hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Diagnose prostaatkanker

A

Transrectale echo

Biopten prostaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Normaal prostaatweefsel patho

A

Stroma en klierbuizen; secertoire cellen (maken PSA) en basale cellen

25
Q

Wanneer adenocarcinoom prostaat patho?

A

Wanneer het erg druk en donker wordt; geen klierbuizen –> adenocarcinoom. Deze produceren dan wel heel veel PSA

26
Q

Kan ook basale cellen aankleuren, prostaatkanker patho

A

Als deze afwezig zijn; adenocarcinoom (niet bruin)

27
Q

Hoe kan prostaatkanker groeien patho?

A

Langs zenuw; perineurale groei

28
Q

Hoe gradeer je prostaatcarcinoom?

A

Gleason score: primaire graad + secundaire graad. Hoe hoger hoe slechter.
Laagste = 2, hoogste 5+5 = 10.

Gleason 6 = differentiatiegraad 1

29
Q

Patho diagnose protstaatkanker

A

3 verkeerde buizen in biopt genoeg om diagnose te stellen

30
Q

Hoe bepaal je T stadium prostaatkanker?

A

Grootte,
Via rectaal onderzoek
TRUS (transrectale echo)
MRI –> sterk in opkomst

31
Q

N en M stadium prostaatkanker hoger risico?

A

Hoger PSA en hoger gleason score geven hoger risico op metastasen

32
Q

Hoe behandel je prostaatkanker

A

Laaggradig lokaal –> actieve surveillance (<20 ng/ml)
Hooggradig lokaal –> curatieve behandeling (robot geassisteerde prostatectamie / radiotherapie )
Uitgezaaid –> levensverlengend

33
Q

Bijwerkingen behandeling prostaatkanker

A

Operatie: incontinentie, impotentie
Radiotherapie: Impotentie, incontinentie (iets lagere kans), cystitis, prostatitis

34
Q

Controle na operatie prostaatkanker

A

PSA controle. moet 0 zijn; geen tumoractiviteit.

Bij uitwendige bestraling kan PSA wat fluctueren

35
Q

Hoe behandel je metastase prostaatcarcinoom

A

Hormonaal –> onderdrukken testosteron, kan kanker erg terugvorderen
Chemo (als castratie niet werkt); taxanen
Anti-androgeen; Abiraterone
Radioactief materiaal

36
Q

Wat zijn klachten van ver gevorderd prostaatkanker

A

Botpijn bij botmetastasen
Alghele malaise en zwakte
Haematurie met stolsels en retentie

37
Q

Niercelcarcinoom diagnose

A

Meer man dan vrouw.
Hematurie, pijn, palpabele massa.
Toevalsbevinding

Beeldvorming CT en MRI

38
Q

Behandeling niercelcarcinoom

A

Early stage; radicale nefrectomie
(kan niersparend)
Thermoablatief –> vriesbehandeling, koken van de tumor

Late stage: metastasectomie
Metastase; sunitinib

39
Q

Waar kan hematurie op wijzen?

A

Ontsteking, infectie, stenen in urineweg, maligne tumor, trauma?
Probleem in nieren/systemisch

40
Q

2 soorten hematurie

A

Macroscopisch: bloed in urine, zichtbaar met blote oog

Microscopisch: 3 rbc per hpf in urine sediment van 2-3 urine monsters
of positieve dipstick

41
Q

Bij hematurie wijzen cylinders of dysmorfe RBCs op…

A

nefrologische oorzaak

42
Q

Wanneer verwijs je patient met hematurie?

A

Pijnloze macroscopische hemature ALTIJD

daarnaast risico afweging; mannelijk geslacht, roken ,leeftijd

43
Q

Welk aanvullend onderzoek voert uroloog uit?

A

MRI, CT-IVP, cytologie, echo nieren

44
Q

Wat is urotheel?

A

Overgangsepitheel.

Paraplucellen aan oppervlak

45
Q

Wat voor soorten urotheelcarcinoom zijn er ?? pathho

A

papillary carcinoom,
invasive papillary carcinoom
Flat non-invase carcinoma (CIS)
Flat invasive carcinoom

46
Q

Blaas: carcinoom in situ (CIS) patho

A

Vlakke laesie, multifocaal, uitgesproken atypie, geen invasieve groei, komt vaak samen met invasief carcinoom voor, vaak progressie tot invasief carcinoom. Eindfase dysplasie, nog niet door basaal membraan heengebroken

Vaak laten cellen ook los van CIS; kan in urine aangetoond worden

47
Q

Verschillende gradering urotheelcarcinoom

A

Graad 1: Geringe atypie, geen mitosen
Graad 2: matige atypie, mitosen aanweizg
Graad 3: sterke atypie, frequent mitosen

48
Q

Wat vraag je bij iemand met scrotale zwelling?

A

Tijdsverloop, pijnklachten, voorafgaand trauma, voorgeschiedenis?

LO: Bimanueel onderzoek testis, onderzoek abdomen, tepels (kan zijn dat klierweefsel in tepels zit, als iemand pijn heeft aan scrotum!!)

49
Q

Hoe presenteert een testistumor?

A

Pijnloze zwelling testis

Afhankelijk metastase: massa hals, hoesten, anorexie, rugpijn

50
Q

Wat is belangrijk bij pasgeborenen om te checken?

A

Of scrotum is ingedaald. Niet het geval? Hogere kans op latere ontwikkeling tumor

51
Q

Testis tumor diagnose

A

Lab; tumormarker LDH, b-HCG, AFP
Echo scrotum
CT thorax/abdomen

52
Q

Testis tumor prevalentie

A

Leeftijd 15-35 en boven 60

Hoogste cure rate van alle maligniteiten

53
Q

Behandeling testistumor

A

Radicale inguinale orchiectomie (korte termijn), geen scrotale benadering (scrotal violation)

54
Q

Pathologie testis tumor, wat voor soort

A

95% kiemceltumor (seminoom (binnenste deel)/non-seminoom)

5% niet kiemceltumor –> leydig cel , sertoli cel

55
Q

Kiemceltumor testis tumor

A

55% seminoma testis

45% non seminoma testis –> embryonaal carcinoom, dooierzaktumor, teratoom

56
Q

Aanvullende behandeling kiemceltumor

A

Seminoom: wachten, adjuvante radio of chemo

Non-seminoom: wachten, BEP chemo, retroperitoneaal lymfeklierdissectie

57
Q

Retroperitoneale metastasen testistumor verschilt tussen links en rechts

A

Bij rechts 90% tussen aorta en vena cava?

Links 80% tussen aorta en linker nier

58
Q

Testistumor prognose

A

90% kans op genezing. Metastasen lymfelkier en longen.