Maligne hematologie intro Flashcards
Wat zijn lymfatische maligniteiten?
Maligniteiten van T, B, NK, DC cellen.
Dus Hodgkin, Non-hodgkin lymfoma, CLL, MM, waldenstrom
Uitgerijpte cellen
Wat zijn stamcelmalgniteiten?
Acute leukemie, MDS; myelodysplasie, MPN; myeloproliferatieve neoplasma
NOg niet uitgerijpte cellen!!
hoe ontstaan deze maligniteiten?
DOor meerdere hits; dynamisch proces wat steeds verandert met clonale evolutie!!
Mutaties voor acutie leukemie zijn vaak al aanwezig voor de geboorte; ja of nee?
JA
Leukemie behandelt met…
Chemo. Als ziekte terugkomt weer chemo of immuuntherapie (werkt goed); blinatumomab
Belangrijkste hematologische maligniteiten
Acute leukemie: myeloid (AML), lymfatisch (ALL), undiff (AUL)
Myelodysplasie (MDS) Myeloproliferatieve neoplasma (MPN) Lymfatische maligniteit (hodgkin, non hodgkin, MM, Waldenstorm)
Hematopoietische maligniteiten gekenmerkt door
Genetische mutatie; deels algemeen en deels specifiek voor fenotype maligniteit.
Maligniteit bestaat uit meerdere hits over tijd; clonale evolutie (bestaat uit verschillende clonen)
Weten steeds meer over pathways; targeted therapy
Mutaties kunnen op verschillende niveau’s plaatsvinden namelijk:
Growth factor receptors, cell cyclus receptor, transcriptiefactoren, mutatie in cellen die apoptose reguleren, epigenetische regulatie (bepaalde genen wel of niet toegankelijk voor transcriptie), RNA splicing, cohesei complex
Diagnostiek hematopoietische maligniteit
Celtelling; kwantitatief
Morfologie; kwalitatief.
Kijk naar bloedcellen en in beenmerg –> biopt of uitstrijk
Biopt beenmerg leukemie
Geen organisatie maar grote cellen rond dieppaars, of roze en erg druk!
Hoe wordt flow cytometrie gebruikt
Om te kijken naar differentiatie eiwitten. Verschillende kleuring –> clonen meten
Cytogenetische afwijkingen
Onderzoek structuur chromosomen; bandering, array, translocaties
Moleculaire diagnostiek
DNA veranderingen, FISH, pCR, WGS (whole genome sequencing)
Wat is een acute leukemie (AML / ALL)
Proliferatie van blasten met een uitrijpingsstop: ophoping van ongedifferentieerde cellen
>20% blasten in beenmerg
Verdringing normale beenmergcellen; anemie, neutropenie, tromboctropenie.
Blasten kunnen myeloide en lymfatische kenmerken hebben.
Indeling op bassi van mutaties
Grote cellen, kleuren dieppaars
Wat is een myelodysplasie:
Verstoorde differentiatie (abnormale vormen) en verhoogde apoptose in beenmerg; cytopenie in bloed
Vaak oudere leeftijd, abnormale en ineffectieve uitrijping, veel cellen in beenmerg. Myeloblasten <20% anders acute leukemie.
30% gaat over in acute leukemie
Bijv. meerdere kernen zichtbaar, rare fragmentatie
Myeloproliferatieve neoplasmata (MPN)
Activatie receptor/signaalroute, verhoogde aanmaak cellen maar normale differentiatie en functie; teveel rode of witte bloedcellen
Verhoogde aanmaak door mutaties (daarom beschouwd als maligniteit) –> BCR-ABL
Chronische myeloide leukemie (CML: te veel witte bloedcellen)
Polycythemie Vera (PV) te veel RBC + WB, bloedplaatjes
Essentiele trombocytemie (ET)
Myelofibrose (MF)
Hoe ontstaan lymfatische maligniteiten?
In beenmerg proces van genrearrangement van TCR en B cel; lichte en zware keten immunoglobuline. Mutaties in dit proces –> lymfoom
Hoe rijpen B en T cellen normaal uit?
Selectie en somatische hypermutatie in lymfeklier voor B cel
Thymus –> T cel
Geen hoge affiniteit TCR of B cel? Apoptose
Voorbeeld transformatie lymfatische maligniteiten
translocatie en opregulatie BCL-2 (anti-apoptotisch pathway)
Mutatie proliferatie pathway; Myc NFKB
Clonale evolutie additionele mutaties
Hoe komt transformatie in lymfatische maligniteit?
Vrius infecties transformeren B cell –> EBV, HHV-8, burkitt lymfoom
Of door chronische antigene stimulatie; helicobacter pylori, chlamydia
Lymfoom 2 soorten:
Hodgkin & Non hodgkin lymfoom (NHL)
Spectrum indolent (laaggradig, niet aggresief, rijpe)
Hooggradig, blastair , niet rijp.
APoptose gestoord; BCL-2 en proliferatie geinduceerd
Hodgkin lymfoom
Reed Sternberg cel omgeven door reactieve lymfocyten, veel cytokine productie. (door EB virus en specifieke mutaties PDL-1)
Non-hodgkin lymfoom
Lymfocyten prolfieratie in klieren (nodaal) of in weefsel (extranodaal) kan in ALLE organen voorkomen
Chronische lymfatische leukemie (CLL)
vorm van non hodgkin.
Deling en groei van maligne lymfocyten in lymfefollikels en beenmerg. Indolent NHL, maar rijpe lymfatische cellen hopen ook op in bloed; leukemie
Multiple myeloma
Maligna clonale transformatie plasma cellen –> m-proteine , compleet Ig of alleen lichte keten; productie antistoffen en in beenmerg
Meerder haarden in beenmerg; rem osteoblast stimulatie osteoclast –> hypercalcemie en fracturen
Maligniteiten omzeilen afweerrespons
Door induceren tolerantie (T reg) of opreguleren van checkpoint inhibitors PD-1L –> minder immuunrespons
(zorgt voor PD1 targets, CAR T cellen)
Stamcel transplantatie 2 vormen
Autologe –> chemo hoge dosis, van tevoren beenmerg verzameld –> na chemo teruggegeven
en Allogene –> donor. ook t cellen; ruimen cellen van patient op ook maligne (graft vs leukemia) maar herkent ook normaal weefsel patient (graft vs host ziekte) bv huid, slijmvliezen en lever
Toename van heel veel rijpe lymfocyten in bloed
Rijpe lymfocyten = lymfatisch
CLL!!
Hoe bepaal je het verschil tussen ALL en AML
Via flow cytometrie