Oncologie + inleiding mammacarcinoom Flashcards

1
Q

Goedaardig gezwel definitie vs kwaadaardig

A

De gevormde cellen dringen omliggend weefsel niet binnen.

Kwaadaardig –> gevormde cellen dringen omliggend weefsel wel binnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer wordt abnormale celgroei kanker?

A

Infiltrerende groei, neiging tot uitzaaiing (lymfogeen, hematogeen, direct)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

6 hallmarks of cancer

A

Proliferatieve signalling, ontwijken groei onderdrukkers, invasie en metastase, constant replicatie, angiogenese, weerstand tegen celdood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe is de situatie na uitzaaiing?

A

Kanker gaat nooit meer helemaal weg. Kijk naar overall survival, en progressie-vrije overleving (geen klachten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Meer ontdekking over genetische variatie tumoren

A

Minder naar traditionele classificatie maar juist meer op specifieke genen –> sommige kunnen wél behandeld worden.
Toekomst is meer personalized treatment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Heeft tumor vaak een homogeen genetisch profiel?

A

Nee, vaak verschillende klonen en verschillend genetisch profiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Incidentie borstkanker

A

1:8 vrouwen, incidentie stijgt. Jaarlijks 15.000 nieuwe gevallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In situ carcinoom?

A

Nog niet door basaal membraan doorgebroken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Symptomen borstkanker

A

Knobbel in borst, ingetrokken tepel, tepelvloed (bloederig en aan 1 kant), lymfeklieren in hals nek en oksel, sinaasappelhuid (vaak slechte prognose, slecht gedifferentieerd, tumor door alle huidlagen heen gegroeid; T4)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Borstkanker op welke leeftijd?

A

60% tussen 50 en 75 j

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bevolkingsonderzoek borstkanker?

A

Tussen 50 en 75 j
Elke 2 j mammografie.
Vermindert mortaliteit en maakt minder ingrijpende behandeling mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een mammografie?

A

X-ray van de borst. = gouden standaard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wie worden er gescreend bij borstkanker?

A
Bevolkingsonderzoek >50 j
Hoog risico patienten
- Dragerschap mutatie BRCA
- Sterke familie anamnese
Thoraxwand bestraling in voorgeschiedenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Risico factoren borstkanker

A
5% genetisch belast,
Hormonale factoren (late 1e zwangerschap, kinderloos, vroege 1e menstruatie, late menopauze, duur borstvoeding)
Goedaardige afwijking in borst
Leefstijl; alcohol, overgewicht en roken
na radiotherapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Meteen na vaststelling verdachte massa?

A

Naar chirurg; om te kijken of geopereerd kan worden, heelkunde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mortaliteit borstkanker daalt want?

A
Vroege detectie (bevolkingsonderzoek)
Systemische therapie (chemo, anti-hormonaal, targeted). Meer awareness.

Ook prognose steeds beter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is triple diagnostiek?

A

Lichamelijk onderzoek + beeldvorming (mammografie + evt. echo) + pathologie (cytologie en histologie) = biopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

MDO

A

Chirurg, internist-oncoloog, patholoog, radioloog, radiotherapeut etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Behandelopties borstkanker

A

Lokaal: chirurgie en radiotherapie
Systemisch: chemo, anti-hormonaal, targeted therapie en overig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoeveel % borstkanker wordt geopereerd?

A

90%.
53% borstsparend = lumpectomie
47% = mastectomie (borstverwijderen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat doe je ook als je een lumpectomie uitvoert?

A

Altijd ook radiotherapie: bestraling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat wordt op MDO besproken?

A

Diagnose? TNM classificatie? Voorstel behandelplan, deelname studie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Stadium 3 borstkanker?

A

Lokale spreiding door borstbeen, positieve lymfeklieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Stadium 4 borstkanker

A

Afstandsmetastasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Stadium 1 borstkanker

A

Tumor alleen in borst, geen positieve lymfeklieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Stadium 2 borstkanker

A

Tumor in borst + positieve lymfeklieren (axillair = in oksel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Welk stadium wordt vaak gevonden bij diagnose?

A

Stadium 1 en 2! Samen 75% (+15% een DCIS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat betekent oligometastatische ziekte

A

Wel M1, maar beperkt aantal metastasen: poging tot curatief behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wanneer dissemeninatie onderzoek?

A

Onderzoek naar metastasen in hele lichaam. Vanaf N2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat onderzoekt patholoog?

A

Hormoonreceptor status, Her2Neu status, grootte en uitbreiding tumor, differentiatie (bloom en richardson), ongunstige groei (lymf-angioinvasie?), radicaliteit (goed verwijderd??), lymfekliermetastasen; lokalisatie, micrometastasen, isolated tumor cells.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Hoeveel % is her2neu+ of hormoonpositief?

A

60-70% ER+ en/of PR+

20% Her2Neu+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

N0 wat betekent het?

A

Geen tumorcellen in lymfeklieren OF enkele losliggende tumorcellen in lymfe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Waarom adjuvante systeemtherapie?

A

Aanvullende therapie om evt. micrometastasen te elimineren en curatief kansen te vergroten. Doel is 4% winst op 10 j OS.
Na operatie, meestal 6 kuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Neo-adjuvante therapie

A

Voor operatie. Doel om tumor te verkleinen / borstsparende operatie te kunnen uitvoeren / zeker zijn dat er radicaal geopereerd kan worden.
Vaak bij T4 (en T3) tumoren.
ook wanneer vergrootte lymfeklieren zijn gevonden –> risico op afstandmetastasen wil je verkleinen, meteen behandelen.
(bijkomend voordeel; effect behandeling op tumor beoordelen)

35
Q

Wat speelt mee met beslissing adjuvante therapie?

A

Leeftijd, tumorgrootte, differentiatie graad, okselklieren, receptoren.
Slechte differentiatie, lymfeklier positief? mensen onder 70, wens patient

10j survival winst > 4%

36
Q

Wanneer adjuvante therapie?

A

Tumor met N+, Ongunstig N0 (jonge leeftijd, of slechte differentiatie), wanneer Her2+ en tumor 0.5 cm
10-jaars overleving 4%!!! Hard eis

37
Q

Doel adjuvante therapie?

A

Elimeneren van evt aanwezige micrometastasen en genezing vergroten
Optie: chemo, anti-hormonaal, targeted therapy
70% vrouwen krijg adjuvantie therapie

38
Q

Mammaprint

A

Kijken wanneer chemo overbodig is. Screening van 70 borstkankergenen.
Overbodig bij Hormoon +, her2neu- graad 2 tumor van 1-2 cm

39
Q

Wanneer PET-CT indicatie?

A

Bij N2 –> om te kijken of er sprake is van afstand metastasen

40
Q

adjuvante chemo middelen

A

3x anthracycline + 3e generatie toxanen

Chemo is er om resterende micro metastasen te doden; niet perse nog een scan nodig daarna; je ziet ze toch niet

41
Q

Wat eerst chemo of anti-hormonaal?

A

Eerst chemo, daarna anti-hormonale therapie; anders teveel belasting

42
Q

Bijwerking chemo korte termijn

A

Haarverlies, vermoeidheid, misselijkheid, braken, beemergsuppressie, stomatitis en smaakveranderingen, neuropathie (paclitaxel, docetaxel)

43
Q

Lange termijn bijwerkingen chemo

A

Infertiliteit, orgaanschade, vroegtijdige overgang, vermoeidheid chronisch, cardiotoxiciteit, secundaire leukemie, cognitieve stoornissen

44
Q

Pathologi; oestrogeen + tumor hoe zie je dat?

A

Allemaal bruin gekleurd

45
Q

Wanneer is tumor ER+ of PR+?

A

Meer dan 10% cellen hormoon+

46
Q

Triple negatief mammacarcinoom

A

Her2Neu -, ER-, PR-

47
Q

Anti-hormonale therapie

A

Tamoxifen (remming oestrogenen), anti-aromatases, eierstokken verwijderen –> leidt tot vervroegde overgangsklachten

48
Q

Wat is targeted therapy?

A

Medicijn dat specifiek aangrijpt op de plek van de tumor –> bijv. her2neu

49
Q

Wat is chemo?

A

Cytostastica –> grijpen aan op celcyclus. Pakken dus niet de cellen in G0

50
Q

Voordelen targeted therapy

A

Relatief weinig bijwerkingen, combineren met chemo, langdurig toe te dienen ook zonder chemo, werkt wel aleen als je een target hebt

51
Q

Wat geef je bij Her2Neu+?

A

Trastuzumab (herceptin); bindt aan her2neu receptor; geen celdeling (groeifactor kan niet meer binden).
95% mens, 5% muis

52
Q

Specifieke bijwerking trastuzumab?

A

Cardiotoxiciteit

53
Q

Is er leeftijdsgrens bij anti-hormonale therapie?

A

Nee

54
Q

Wanneer geef je chemo? welke leeftijd?

A

Onder de 70 zonder comorbiditeit

55
Q

postmenopauzale vrouwen geef je naast systemische therapie

A

Adjuvant 3 jaar lang bifosfonaat

56
Q

Wat is farmacogenetica?

A

Onderzoek naar variatie in DNA die reactie van individu op medicijn kunnen beinvloeden; therapeutisch effect van medicijn als mogelijke bijwerkingen die medicijn kan veroorzaken.
Sommige mensen zijn poor metabolizers

57
Q

Normale groei van cellen

A

Gereguleerd, evenwicht aanmaak en afbraak

58
Q

Abnormale celgroei

A

Geen evenwicht, verminderde afbraak, verhoogde aanmaak, zwellingen en tumoren

59
Q

Overgang goedaardig naar kwaadaardig

A

Normaal, dysplasie, carcinoma in situ, invasief, metastase.

Ontstaat door mutaties; meerdere hits

60
Q

Risicofactoren voor ontwikkelen kanker?

A

Toeval, blootstelling straling, zon, voeding, roken, asbest, HPV, erfelijk (de novo of genetisch)

61
Q

Anamnese verdenking kanker

A
	Gewichtsverlies
	Botpijn
	Passageklachten
	Ontlasting
	Zwellingen?
	Heesheid
	Oorpijn
	Hoofdpijn
62
Q

LO verdenking kanker

A

 Knobbel
 Algemene indruk (icterus, dyspneu, anemisch, cyanotsich, oedematoes, turgor)
 Lymfeklierstations
 Abnormale weerstanden of zwellingen (sister mary joseph nodule; bij navel; eierstokkanker)
 Kloppijn over wervelkolom
 Huidafwijkingen
 Palpabele lever of milt
 Rectaal en vaginaal toucher
 Borstonderzoek (huidafwijking, palpabele afwijking, intrekking tepel, tepelvloed)

63
Q

Wanneer labonderzoek bij kanker?

A

Bijna niet, alleen als steun van diagnose, geen bewijs. Vooral gebruikt voor het volgen van ziekte

64
Q

Pathologie bij kanker stadiering

A

pTxNxMx.

Cytologisch en microscopisch onderzoek; biopt

65
Q

TNM stadiering betekenis

A

T; uitbreiding tumor
N; regionale lymfogene uitbreiding
M; metastasen

66
Q

Tis betekenis

A

Carcinoma in situ

67
Q

Wat is er bijzonder aan TNM coloncarcinoom

A

Laat invasie in andere organen zien T4 invasie in ander orgaan, T3 in subserosa.

Kan 7j overheen gaan tussen een adenoom en carcinoom

68
Q

Welke borstkanker is curatief?

A

T1-4, N1-3 , indien M0!!!!

69
Q

Wanneer is borstkanker palliatief

A

M1 (behalve bij heeeel weinig metastasen)

70
Q

Wat betekent luminaal A en luminaal B

A

Alletwee hormoon gevoelig.
Luminaal A –> laagrisico
Luminaal B –> hoogrisico (Veel Ki-67)
Wel alletwee goed te behandelen vanwege positieve hormoonreceptor

71
Q

Wanneer spoed DNA diagnostiek?

A

Hoog risico op BRCA1/2 mutatie, jonge vrouwen onder 40 met borstkanker, bij mensen met triple negatieve tumor

72
Q

Wat als je genetisch belast bent bij borstkanker?

A

Andere chirurgische optie; ook andere borst al opereren / ovaria verwijderen. Salpingo-oophorectomie

73
Q

Chemoradiatie bij borstkanker

A

Nee,

Chemo maakt kankercel gevoeliger voor radiotherapie

74
Q

7 groepen oncolytica

A
Anitmetabolieten (5-fu, S-fase)
Alkylerende middelen
Radicaal en superoxide vormers
Topo-isomerase remmers
Antimitotische stoffen (taxanen)
Singaal transductie remmers
Overige
75
Q

Misselijkheid bij chemo wat geef je

A

Preventief anti-emetica

76
Q

Beenmergdepressie door chemo

A

Anemie, leucocytopenie (gevaarlijk neutropenie!!!!! Soms geef je GCSF; voorkomen infecties. Altijd melden bij koorts na chemo; dan kan AB gestart worden), trombocytopenie (evt. transfusie)

77
Q

Patient moet fit zijn voor chemo. Performance status

A

WHO score: 0 geen klachten, 4 bedledig

Karnofsky score: 100% niks aan de hand, 70% kan voor zichzelf zorgen

78
Q

Reden om chemo te staken

A

Bijwerking, resistentie

79
Q

Postmenopauzale anti-hormonale therapie

A

Tamoxifen + aromatase remmer

80
Q

Bij metastasen wil je ALTIJD histologische bevestiging want…

A

Dat het niet te genezen is; bewijs maligniteit, bepalen receptorstatus, uitsluiting benigne, misschien wel primaire tumor

81
Q

Lab waarden bij metastase

A

Nooit voor staken behandeling, kijken naar tumormarker, leverfunctie, bloedtest, calcium

82
Q

Gemetastaseerd mammacarcinoom; gem overleving?

A

2j; heterogene groep

83
Q

Wanneer geef je palliatieve chemo?

A

Uitgebreide en snelgroeiende viscerale metastasen, ernstige cytopenie, hormoon - (of werkt niet), snel progressieve ziekte

84
Q

Specifieke klachten bij metastasen

A

Druk in bovenbuik, pijn in rug, benauwd, huidafwijking, hoofdpijn, cardiaal.
Vaak metastasen in bot, long en lever