Acute myeloide leukemie en MDS Flashcards

1
Q

Definitie van een AML

A

> 20% myeloide blasten in bloed of beenmerg

Maligniteit van stamcel naar myeloide stamcel (daaruit ontstaan RBC, trombocyten en neutrophils)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

AML hoe veel komt het voor

A

450 n gevallen per jaar. 2/3 boven 60 j; hoe jonger hoe beter de prognose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Symptomen AML

A

Vaak verrassende diagnose. Patienten langer vermoeid, griepje dat niet overgaat; blasten verdringen normale hematopoiese (minder RBC, granulocyten en trombocyten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

AML komt soms voor in ..

A

Extramedullaire lokalisaties (tandvlees, menstruatie die niet overgaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij AML bloedbeeld controleren

A

Kan hyperleukocytose zijn of een leukopenie. Blasten hoeven niet zichtbaar te zijn in bloed.

Kenmerk; blast met Auerse staaf (uit kern) + granulocyten bijv niet zichtbaar in bloed (leukemic gap)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

CML: chronische myeloide leukemie

A

Leukocytose met alle stadia van myelopoiese; veel cellen (paars!!!!)
Dus niet acuut maar chronisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Na bloedonderzoek AML volgt beenmerg biopt, aspiraat onderzocht op

A

Morfologie
immuunfenotypering
Genetisch onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Morfologie AML

A

Normaal bonte verzameling van cellen in verschillende stadia.
AML: monotoon celbeeld (allemaal zelfde stadia), niet heel veel cellen. Monotoon beeld is niet normaal. L cytoplasma, fijne kern en nucleoli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Immunofenotypering AML

A
Voor verschil AML/ALL/ etc
FSC grootte cel
SSC granulatie cel
Antilichamen met gebonden fluorchromen
Bepaalde eiwitten typerend voor AML of ALL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Genetisch onderzoek

A

PCR
AML komt ALTIJD door genetische afwijkingen
Cytogenetica: karyogram, fish

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe classificeer je een AML

A

WHO classificatie is leidend
FAB classificatie
Risico stratificatie –> belangrijk in dagelijkse benaderingen
Verschillende genetische afwijkingen gaan gepaard met verschillend risico profiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behandeling AML

A

7+3 –> 7 dagen chemo type 1, 3 dagen 2e chemo. ALle patienten krijgen combi deze 2 middelen

Zeer intensieve chemo; baadt het niet dan schaadt het wel! Ook dip in normale hematopoiese; dip in leukocyten en bloedplaatjes –> transfusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bijwerkingen behandeling AML

A

Beschadiging slijmvlies, sondevoeding, ontsteking darm, ernstige infectie (verminderde weerstand); e coli sepsis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Na chemo behandeling AML..

A

Komt altijd terug.
Good risk AML –> extra chemo + autologe stamceltransplantatie
Overig –> allogene stamceltransplantatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Allogene stamceltransplantatie (SCT)

A

Vergroot kans op disease free survival. Vorm van immunotherapie: T cellen herkennen leukemie en ruimen deze op. Nadelen; verhoogd risico op infecties en graft versus host ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

TRM?

A

Transplantatie gerelateerde mortaliteit

17
Q

Type donoren voor SCT

A

Uit perifeer bloed.

Donorbank, navelstreng, HLA indentiek familielid

18
Q

Myeloide dysplastisch syndroom lijkt heel erg op …

A

AML. Maar <20% blasten in beenmerg en meer dysplasie dan bij AML

19
Q

Ziektebeeld MDS

A

Heel heterogeen –> morfologisch en verschillende risico stratificering; dus ook heterogene behandeling. Ziekte van oudere leeftijd; >70 j. Symptomen worden veroorzaakt door versoorde hematopoietische uitrijping

20
Q

Symptomen MDS

A

Anemie; vermoeid, hartfalen, kortademig
Trombocytopenie; active bleeding
Neutropenie; verhoogd risico op infectie

21
Q

MDS: erythopoiese morfologie

A

Normaal: RBC aanmaak. kernen lijken op elkaar en iedere cel 1 kern

MDS: dubbele kernen met rare vormen, stippen rondom kern (ring sideroblasten). Erg donkere kern

22
Q

MDS granulocyten morfologie

A

Normaal: 4 segmentaties
MDS: brilletjes, ontkorreling, cel blank en veel korreliger

23
Q

MDS megakaryocyten

A

Normaal: kern bestaat uit 4/5 segmenten over elkaar heen

MDS: kern bestaat uit losse vlokjes of 20-25 segmenten. Ziet ook micromegakaryocyten

24
Q

Pathogenese MDS?

A

Leeftijd speelt een rol, radiotherapie en chemo ook, immuun systeem en omgeving ook –> genetische veranderingen –> doorgaand vanuit MDS ook een AML…

25
Q

Diagnose MDS

A

Hand dif –> door microscoop dysplasie vaststellen
MCV bepalen; bij MDS verhoogd
Foliumzuur/vit b12 deficientie –> kan oorzaak zijn anemie
Medicatie beleid vragen

26
Q

Indicatie MDS na bloedonderzoek?

A

Beenmergonderzoek en genetische veranderingen

27
Q

MDS WHO classificatie

A

RAEB (excess of blasts) of RCUD. Patient kan beeld hebben wat al dicht bij AML ligt.

28
Q

Prognose MDS afhankelijk van

A

Percentage blasten in beenmerg, cytopenien, karyotype

29
Q

Patienten verdeling MDS

A

Meerendeel laagrisico MDS, klein deel ontwikkelt hieruit AML.
Hoogrisico meer risico op AML ontwikkeling en survival ook veel midner goed

30
Q

Behandeling laag risico MDS

A

Geen klachten? Observatie
Wel klachten: EPO/GCSF teodiening (tegen anemie), bloedtransfusie. 80-90% afhankelijk van bloedtransfusie om survival te verbeteren, geen anemie meer en QoL beter.

Nadeel; allo-immunizatie, teveel ijzer, toxisch –> ijzerstapeling in hart, lever beenmerg.

31
Q

Medicijn tegen ijzerstapeling

A

Chelatie

32
Q

Behandeling hoogrisico MDS

A

Fitte patient: < 70 j, goede performance status: hoge dosis chemo, consolidatie meer chemo, allogene sct (kan leiden tot genezing)

Niet fit: > 70 j, slechte performance status. Chemo proberen of supportive care

33
Q

MDS zeer homogeen of heteregeen ziektebeeld?

A

Heeeel heterogeen!!