Thema 6 Flashcards
aanbod
het
offer, supply
Er is op de arbeidsmarkt nu een groot aanbod aan banen in de zorg.
Deze webwinkel heeft een groot aanbod van kantoorspullen.
checken
to check
Kun je op internet nog even de vertrektijd van onze trein checken?
Ik heb twee keer mijn bagage gecheckt.
handmatig
manual, manually
In Oekraïne doen ze veel dingen op de boerderij nog handmatig.
in tegenstelling tot (i.t.t.)
in contrast to
In tegenstelling tot mijn broer, ben ik rijk.
Bas heeft altijd geluk, in tegenstelling tot zijn zusje. Zij heeft altijd pech.
In tegenstelling tot vorig jaar hebben we dit jaar veel sneeuw en ijs gehad.
laden en lossen
handling
Ik help de chauffeur bij het laden en lossen van de vrachtwagen.
Is het veilig om hier te laden en te lossen?
leerzaam
instructive, informative, educational
Mijn stage bij de bakker was een leerzame tijd.
met andere woorden (m.a.w.)
in other words
Ik kwam pas om 10.00 uur op mijn werk. Met andere woorden, ik was te laat.
We hebben al gegeten. Met andere woorden: je hoeft voor ons niet meer te koken!
Mijn contract is afgelopen. Met andere woorden, ik ben nu werkloos.
met behulp van (m.b.v.)
with the help of
Ik loop met behulp van een stok.
De hovenier snoeit de planten met behulp van een elektrische schaar.
Hij heeft de tekst gelezen met behulp van een Engels woordenboek.
na verloop van tijd
after a while
Na verloop van tijd ben ik hem vergeten.
In het begin moest ik aan het leven in Nederland wennen, maar na verloop van tijd begon ik me hier wel thuis te voelen.
Ik heb na verloop van tijd een andere functie binnen het bedrijf gekregen.
order
de
order, assignment, motto
De medewerker bekijkt alle orders op de lijst.
tamelijk
rather, considerably, a little
Ik heb me tamelijk goed voorbereid op het examen.
voorraad
de
stock, supply
De winkel heeft altijd genoeg voorraad in het magazijn.
*afronden
to accomplish, complete
Ik rond mijn studie af.
Mijn leidinggevende zegt dat ik om half vijf mijn werk mag afronden en naar huis mag.
Het is bijna 17:00 uur. Jullie kunnen het gesprek nu wel afronden.
*beeld
het
image
Ik heb nu een goed beeld van Amsterdam gekregen. Deze stad is anders dan ik dacht.
Ook krijg je door het reizen een goed beeld van andere culturen.
*zich bezighouden met
to go in for, to engage in
Ik houd me bezig met de administratie.
Als dokter heeft Olga zich haar hele leven beziggehouden met de ontwikkeling van kinderen.
*ervaring opdoen
to gain experience
Ik doe ervaring op bij mijn stage.
Ik heb in Brazilië vijf jaar als secretaresse gewerkt en heb toen veel ervaring opgedaan.
Ik heb tijdens mijn reizen veel ervaring opgedaan.Ik heb tijdens mijn reizen veel ervaring opgedaan.
*internationaal
international
Felix werkt in Londen bij een internationaal bedrijf met vestigingen in veel landen.
Als je als buschauffeur in het buitenland wilt werken, heb je een internationaal rijbewijs nodig.
*proces
het
process
Ik heb in de fabriek het hele proces gezien van sinaasappel tot sinaasappelsap in een pak.
*scannen
to scan
Als dokter heeft Olga zich haar hele leven beziggehouden met de ontwikkeling van kinderen.
*sticker
de
sticker
Kun je die sticker niet ergens anders plakken? Anders kan ik hem niet meer verwijderen.
afstuderen
to graduate, to take degree
Ik studeer volgend jaar af.
Ik ga na 5 jaar studie eindelijk afstuderen.
installatie
de
installation
Ze hebben een installatie om het water op zolder te verwarmen.
Weet jij hoe de installatie werkt? Ik wil naar muziek luisteren.
kenmerk
het
feature, mark, sign
Hij heeft duidelijke kenmerken van zijn moeder: blond haar en een kleine neus.
Kenmerken van griep zijn hoesten, keelpijn en koorts.
mentor
de
supervisor, tutor
Mijn mentor helpt mij bij vragen over mijn studie.
De studenten hebben allemaal een mentor.
monteren
to assemble
Vanmiddag wordt mijn nieuwe keuken gemonteerd. Weet jij of ik hem vanavond dan al kan gebruiken?
ontwerpen
to project, to design
Je kunt bij IKEA je eigen keuken ontwerpen.
Lisa ontwerpt mooie sieraden.
uitproberen
to test, examine, check
Ik probeer mijn nieuwe telefoon uit.
Je kunt beter eerst die fiets uitproberen. Misschien rijdt hij niet lekker.
Ik wil dit product graag uitproberen, voordat ik 10 stuks koop.
vak
het
job, subject
Hij werkt nu als timmerman, maar eigenlijk is zijn vak schilder.
Het is belangrijk dat je een vak leert om later je geld te verdienen.
Ik vind het werken met kinderen een mooi vak om te doen.
vervolg
het
sequel, follow-up
De schrijver van dit boek heeft nog geen nieuw vervolg geschreven.
TaalCompleet B1 is het nieuwe vervolg op TaalCompleet A2.
Heb je het vervolg op die leuke politiefilm al gezien?
voorkeur
de
liking, preference
Aster heeft een voorkeur voor de studie Meubelmaker.
voorlichting
de
instruction
werkgelegenheid
de
employment
*alleen maar
just, only
Ik heb alleen maar een T-shirt aan.
We kunnen het eten alleen maar koud opeten, want we hebben hier geen oven.
Als het vakantie is, gaan we alleen maar leuke dingen doen.
Ik heb me vandaag alleen maar bezig gehouden met de boekhouding.
*detail/deetai
het
detail
Het overleg gaat langzaam, omdat mijn leidinggevende alle details van de opdracht wil bespreken.
Alex kent alle technische details van zijn fiets.
Vertel me alles! Ik wil alle details horen.
*doordeweeks
through the week
Ik kan alleen doordeweeks met je afspreken. In het weekend werk ik.
Ik werk doordeweeks.
Jasmin werkt doordeweeks in een verzorgingshuis en in het weekend in een ziekenhuis.
*gedeeltelijk
partial, in part
Ik heb de toets gedeeltelijk gemaakt. Ik wist niet veel, omdat ik zenuwachtig was.
Ik kan mijn arm maar gedeeltelijk strekken.
Ik heb mijn werk maar gedeeltelijk af. Morgen doe ik de rest.
*hopelijk
hopefully
We zijn hopelijk nog op tijd voor de voetbalwedstrijd.
Als we vanmiddag vertrekken, komen we hopelijk aan voordat het donker is.
Ze hebben hopelijk nog iets van de lunch voor ons bewaard.
Hopelijk zijn er niet veel onderwerpen voor de rondvraag.
Hopelijk stopt het met regenen, dan kunnen we eindelijk naar buiten.
*in het algemeen
in general, as a rule, generally
In het algemeen heb ik gelijk.
In het algemeen gaat Olga op de fiets naar haar stage, maar vandaag niet.
Tim is in het algemeen tevreden met zijn werk als glazenwasser.
Mijn kinderen zijn in het algemeen wel rustig, maar gisteren waren ze heel druk.
*komend
following, next
De bijeenkomst is komende vrijdag.
We gaan komend weekend mijn broer helpen met verhuizen
*uit elkaar halen
to remove, separate, dismantle
Ik haal mijn fiets uit elkaar.
De kraan lekt, dus de loodgieter moet de kraan uit elkaar halen.
Laila haalt de onderdelen van haar telefoon uit elkaar.
Vind je het vervelend om de kinderwagen uit elkaar te halen?
afslaan
to reject, stop decline
Ik sla hier af.
Ik sla altijd bij deze straat af, als ik naar huis ga.
bestuurder
de
driver
je hand uitsteken
to hold out your hand
Ik steek mijn hand uit.
Je moet wel je hand uitsteken, als je naar links gaat.