Thema 10 Flashcards
hashtag
de
hashtag
De hashtag maakt het makkelijk om op internet iets terug te vinden.
like
de
like
Nahom checkt elk uur hoeveel nieuwe likes hij heeft gekregen voor zijn artikel.
melding
de
message
produceren
to generate, produce
vt: produceerde
vd: geproduceerd
Deze fabriek produceert auto’s.
Deze Duitse fabriek produceert auto’s voor de Europese markt.
scrollen
to scroll
vt: scrolde
vd: gescrold
Ik scroll door het document.
Ik heb door heel het document gescrold, maar ik kan jouw opmerking niet vinden.
Wil je niet zo snel scrollen? Zo kan ik de tekst niet rustig lezen.
selfie
de
selfie
Karlijn is verslaafd aan haar telefoon. Ze maakt de hele dag selfies van zichzelf.
symptoom
het
symptom
tegengaan
to avoid
Ik probeer verspilling tegen te gaan.
Deze fabriek moet nu de overlast van zijn stank tegengaan.
toename
de
increase
Er is een toename van patiënten in het ziekenhuis.
verleiden
to attract, tempt, allure
vt: verleidde
vd: verleid
Ik verleid hem met chocola.
Kan ik je nog met een lekker bakje koffie verleiden
om langer te blijven?
Ik word door advertenties op internet steeds verleid om nieuwe schoenen te bestellen.
webshop
de
webshop
*beperken
to limit, restrict
vt: beperkte
vd: beperkt
Ik beperk jou in je vrijheid.
We hebben het gebruik van plastic zoveel mogelijk beperkt.
Carlos moet van zijn arts het eten van taart tot 1 keer per maand beperken.
*bron
de
resource, source, spring
De containers bij ons in de straat zijn een bron van ongedierte.
Ik heb deze informatie uit twee betrouwbare bronnen gehaald.
De zon is een grote bron van energie voor onze aarde.
*hormoon
de
hormon
Vrouwen krijgen op oudere leeftijd soms last van hun hormonen.
Mijn zoon heeft last van zijn hormonen.
*icoontje
het
icon
Je moet op het icoontje van de camera klikken om een foto te maken.
Ik wil een paar icoontjes van mijn scherm verwijderen, maar ik weet niet hoe dit moet.
*laptop
de
laptop
De school heeft 20 nieuwe laptops gekocht.
Ik werk het liefst op mijn laptop. Dan kan ik werken waar ik wil.
*laten weten
to inform, let you know
Ik laat het je weten.
Mijn collega liet me gisterenavond weten, dat ze met hoofdpijn naar huis is gegaan.
Wil je me via whatsapp laten weten wanneer de baby geboren is?
*seks
de
sex
We vinden het niet goed als je al seks hebt.
In Nederland krijgen kinderen op de basisschool les over het lichaam, seks en kinderen krijgen.
*vinkje
het
check
Ik heb het vinkje op de verkeerde plaats gezet.
*werken
to function, operate
vt: werkte
vd: gewerkt
Mijn computer werkt niet goed.
Ik baal dat mijn wasmachine weer niet werkt.
Tijdens haar stage leert Nina ook hoe de machines werken.
*afstandsbediening
de
remote control
Mijn moeder drukt de hele avond op de afstandsbediening. Ze kijkt een programma nooit tot het eind.
*drone
de
drone
Je hebt een training en een vliegbewijs nodig, voordat je een drone mag besturen.
*flitspaal
de
speed camera
Je moet zachter rijden. Er staat daar een flitspaal.
*gordel
de
sphere, belt
Je moet in de auto wel een gordel dragen, anders krijgen we een boete.
*gps
de
gps
Volgens mij is onze gps kapot. Hij kan de Eikenstraat niet vinden.
*koptelefoon
de
headphone
Ik zit in de trein altijd met mijn koptelefoon op en luister naar muziek.
*microfoon
de
microfoon
We horen de zanger niet zo goed, omdat hij niet goed voor de microfoon staat.
*modder
de
mud
De honden hadden modder aan hun poten en maakten alles vies.
*omleiding
de
detour, redirect
Omdat er aan de snelweg werd gewerkt, moesten we via Leiden naar Den Haag rijden. Dat was een lange omleiding.
*oprit
de
accsess route, entranceway, slip road
Als je veilig op de snelweg wilt komen, moet je wel harder op de oprit rijden.
*slagboom
de
barrier
We moesten wachten bij de brug, want de slagboom ging naar beneden.
*vluchtstrook
de
shoulder, road verge
Ik hoor iets geks aan de motor. Ik zet mijn auto even op de vluchtstrook aan de kant van de weg.
afdrukken
to copy, to print
vt: drukte af
vd: gedrukt
Ik druk de foto’s af.
Olga heeft de uitnodigingen voor het personeelsfeest in kleur afgedrukt.
demonstreren
to demonstrate
vt: demonstreerde
vd: gedemonstreerd
Ik demonstreer hoe het werkt.
De BHV’er demonstreert hoe je moet reanimeren.
installeren
to install
vt: installeerde
vd: geinstaleerd
Ik installeer mijn nieuwe computer.
De monteur heeft de nieuwe verwarming geïnstalleerd.
invoegen
to merge, insert
Ik voeg deze zin in.
Samir heeft de notulen bijna afgerond; hij moet alleen het overzicht met namen nog invoegen.
onderstrepen
to underline
vt: onderstrepen
vd: onderstreept
Ik onderstreep alles met potlood.
ongedaan maken
undo
Ik maak de reservering ongedaan.
pagina
de
page
selecteren
to select
vt: selecteerde
vd: geselecteerd
Ik selecteer de foto’s.
suggestie
de
suggestion
Lisa organiseert een dagje uit voor haar werk, en vraagt haar collega’s suggesties voor een activiteit.
verschijnen
to come to light, appear
vt: verscheen
vd: is verschenen
Ik verschijn in de krant.
Als er twee blauwe vinkjes in Whatsapp verschijnen, is het bericht ontvangen.
vet
fat
De datum op de uitnodiging is vet gemaakt, zodat iedereen die goed kan lezen.
*afbeelding
de
image, picture
Op deze poster staat een afbeelding van een tropisch landschap.
Ik geniet altijd van de mooie afbeeldingen op het blog van Alex. Hij downloadt de plaatjes van gratis websites.
*muis
de
mouse
Klik met de muis op ‘opslaan’ om je bestand op te slaan.
*opmaken
to finish up
vt: maakte op
vd: opgemaakt
Ik maak de tekst op.
Nadat Marisol de tekst getypt heeft, maakt ze de tekst op als een uitnodiging.
*schema
het
graph, diagram
In het magazijn hangt een schema met informatie over de werktijden.
Als je veel informatie overzichtelijk wilt maken, kun je de gegevens in een schema zetten.
*schuin
curved, slanting
De brommer ging zo schuin door de bocht, dat ik dacht dat hij ging vallen.
*slepen
to slide, haul, drag
vt: sleepte
vd: gesleept
Ik sleep het woord in de zin.
Als je een zin wilt verplaatsen, kun je die naar een andere plek in je tekst slepen.
*uploaden
to upload
Ik upload de foto’s.
Als u online een hypotheek aanvraagt, moet u een digitale kopie van uw paspoort uploaden.
*bukken
to bend over, bend down
vt: bukte
vd: gebukt
ik buk voor de lage brug.
Ik bukte om de portemonnee te pakken.
Ik word soms duizelig als ik buk en weer omhoog kom.