Tentamen oktober 2017 Flashcards

1
Q

De huisarts ziet een patiënte op zijn spreekuur. Hij kent de patiënte nog van 5 jaar geleden toen zij
regelmatig zijn spreekuur bezocht nadat zij een herseninfarct had doorgemaakt. Patiënte heeft een
spastische hemiparese links en is volledig rolstoelgebonden. Patiënte heeft een afunctionele hand en
kan haar hand niet actief openen. Patiënte geeft aan dat haar verzorgers toenemend problemen
krijgen met het schoonhouden van de hand en met het knippen van de nagels, met name van de
duim. Bij lichamelijk onderzoek vindt de huisarts een smettende rechterhand en kan hij bij langdurig
passieve rek de duim volledig uit haar hand krijgen. In deze positie ontspant de hand.
Met welke soort voorziening denk je de patiënte het beste van dienst te kunnen zijn?

A) Cosmetische spalk
B) Corrigerende rustspalk
C) Bewegingsbeperkende spalk
D) Beschermende spalk

A

Corrigerende rustspalk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een handchirurge heeft al maanden klachten in de rechter duimmuis/radiale zijde pols maar werkt er
wel mee. De klachten nemen echter langzaam toe en de patiënte ervaart last en moeite tijdens het
werk.
Welke overweging voor het handelingsperspectief van de bedrijfsarts heeft nu de laagste prioriteit?

A) de consequenties van de klachten voor haar werkvermogen in kaart brengen

B) een geschikt advies/begeleidingsvorm inzetten

C) beroepsziekte melden als er risicofactoren in het werk zijn

A

C heeft de laagste prioriteit.
Maar dient wel overwogen te worden nadat het werkdeel van de diagnose is uitgezocht.

A heeft de hoogste prioriteit.
B dienst overwogen te worden nadat het diagnostische proces is afgerond inclusief consequenties voor het werkvermogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
Waaruit bestaat de standaard Röntgendiagnostiek bij een patiënt die verdacht wordt van een fractuur
van de distale radius?
A) MRI-pols
B) CT-pols
C) X-pols
D) Scaphoidserie
A

C X-pols

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een patiënt van 28 jaar heeft een weke delen zwelling op het dorsum van de pols. Op MRI is het letsel
op T1 hoog van signaal en op T2 eveneens hoog van signaal.
Wat is dit letsel het meest waarschijnlijk?
A) Lipoom
B) Ganglion
C) Tenosynovitis
D) Sarcoom

A

lipoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een 78-jarige man komt op het spreekuur van de huisarts wegens langdurige pijnklachten ter plaatse
van de rechter duimbasis. De huisarts stelt de diagnose vergevorderde artrose van het CMC 1-
gewricht. Welke bevinding bij inspectie van de hand kan men bij deze patiënt verwachten?

A

Square hand/vierkante hand:

Adductiecontractuur van CMC-1 gewricht met hyperextensie van MCP-1 gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
Standaard röntgen opname van de pols bevat altijd …
A) PA pols
B) AP pols
C) ¾ pols
D) Scaphoid foto
A

PA pols

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is waar over de mm. lumbricales in de hand?
A) Ze hebben hun origo op de pezen van de m. flexor digitorum profundus.
B) Ze geven flexie in de MCP gewrichten en flexie in de PIP gewrichten.
C) Ze worden motorisch geïnnerveerd door de n. ulnaris en de n. radialis.
D) Ze hebben hun eigen vascularisatie uit de a. radialis.

A

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Reumatoïde artritis geeft kenmerkende afwijkingen op een voor-achterwaartse röntgenfoto van de
handen. Noem twee van deze afwijkingen.

A

Erosies, Gewrichtspleetversmalling, periarticulaire ontkalking,

Subluxatie, ulnaire deviatie vingers, ankylose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het gevolg van een laesie van de n. radialis net proximaal van het polsgewricht?
A) Beperking van de extensie van de pols
B) Beperking van de extensie van de duim
C) Beperking van de radiairabductie/-deviatie
D) Sensibiliteitsverlies

A

D sensibiliteitsverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voor het ontstaan van een impingement syndroom zijn risicofactoren in het werk bekend als
medeoorzaak voor het ontstaan van de schouderproblemen. Voor welke risicofactor is géén bewijs
aanwezig?
A) herhaalde activiteiten met handen boven schouderhoogte
B) de schouders ‘optrekken’ tijdens het werk
C) vaak, in cycli, kracht moeten zetten met de handen

A

B schouders optrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij een patiënt met plexus brachialis letsel …
A) dient om de 3 maanden een EMG te worden vervaardigd om herstel te kunnen objectiveren.
B) dient een revalidatiearts in consult gevraagd te worden als de patiënt niet in aanmerking komt
voor een operatieve ingreep.
C) is deafferentatie pijn het meest invaliderend restverschijnsel.

A

is deafferentatie pijn het meest invaliderend restverschijnsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Leg uit welke transducer met welke frequentie bij echografie van de schouder meest optimaal is.
Antwoord wordt ook op argumentatie beoordeeld.

A

Lineare transducer met hoge frequentie 13-18 MHZ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De arts onderzoekt een 32-jarige patiënte met pijn ter plaatse van de rechter schouder. Bij passief
bewegingsonderzoek van de schouder geeft de patiënte pijn aan bij abductie van 60 graden tot 120
graden.
Welke diagnose wordt hiermee waarschijnlijker?
A) Acromio-claviculaire artrose.
B) Artrose in het schoudergewricht.
C) Een frozen shoulder.
D) Subacromiale impingement.

A

Subacromiale impingement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer verwijst de huisarts een patiënt met langdurige aspecifieke rugklachten naar de
revalidatiearts?
A) Als er een multidisciplinaire behandeling nodig is voor patiënt.
B) Als er langdurig fysiotherapie moet worden gegeven.
C) Als patiënt in aanmerking komt voor langdurig ergotherapie.

A

Als er een multidisciplinaire behandeling nodig is voor de patient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een 33-jarige vrouw komt op het spreekuur van de huisarts en vertelt sinds drie weken last te hebben
van pijn links onderin de rug, waarvoor zij op eigen initiatief paracetamol en ibuprofen is gaan
gebruiken. De huisarts stelt de waarschijnlijkheidsdiagnose aspecifieke lage rugpijn.
Welk advies zou passend kunnen zijn in deze situatie?

A) Breidt de activiteiten uit op geleide van de pijn.
B) Bouw de pijnmedicatie af zodra de pijn het toelaat.
C) Blijf bewegen en ga na 7 dagen weer aan het werk.

A

C
tijdsconvergente aanpak
blijven bewegen en na 7 dagen weer aan het werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
Hoe wordt het ziektebeeld genoemd waarbij er sprake is van een infectie van een discus
intervertebralis?
A) Een spondylolisthesis
B) Een spondylodiscitis
C) Een hernia nuclei pulposi
A

B spondylodiscitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

De fracturen van de dens (wervel C2) worden ingedeeld in 3 types (I, II en III). Bij types I en II is er
vaak een indicatie tot osteosynthese.
Waarom is dat zo?
A) Omdat deze types vaak disloceren
B) Omdat hierbij vaak een ruptuur van het ligamentum transversum is
C) Omdat bij deze types een grote kans is op pseudo-arthrose
D) Omdat bij deze types vaak infectieuze complicaties optreden

A

Omdat bij deze types een grote kans is op pseudo-arthrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Bij een fractuur van het collum van de heup ligt het been van de patiënt op de SEH (voorafgaand aan
de operatie) vaak in een klassieke positie.
Hoe kan die positie het beste worden omschreven?
A) Endorotatie en normale lengte
B) Exorotatie en normale lengte
C) Neutrale rotatie en verkort
D) Exorotatie en verkort

A

D exorotatie en verkort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke bewering over de behandeling van meralgia paresthetica is waar?
A) Een lokale injectie met corticosteroïd/lidocaïne is geïndiceerd indien de klachten langer dan 4
weken aanhouden.
B) Een NSAID is geïndiceerd indien de klachten na twee weken niet zijn verminderd.
C) Het vermijden van strak zittende broeken kan effectief zijn in de behandeling bij meralgia
paresthetica.

A

C vermijden van strak zittende kleding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

In welke leeftijdscategorie is de incidentie van het patellofemoraal pijnsyndroom (PFP) het grootst?

A

10-25 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Patiënt, 50 jaar, man, varusgonartrose, F/E 140-0-0.
Wat zijn de drie belangrijkste motieven om voor een valgiserende tibiakoposteotomie te kiezen en
niet voor een totale knieprothese?

A) Kosten, duur van de ingreep, veel betere resultaten van de osteotomie
B) Beperkte levensduur van de prothese, kosten, prothese op deze leeftijd lastiger te plaatsen
C) Beperkte levensduur van de prothese, behoud van eigen gewricht, beter behoud van functie van
de knie

A

C
beperkte levensduur van de prothese
behoud van eigen gewricht
beter behoud van functie van knie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke stelling over de kruisband/kruisbanden is ONJUIST?

A) de achterste kruisband ontspringt van de laterale zijde van de mediale condyle van het femur
B) de kruisbanden zullen elkaar minder kruizen of meer parallel lopen bij exorotatie van het
onderbeen
C) de oriëntatie van de achterste kruisband is naar distaal/inferior, naar mediaal en naar posterior
D) de kruisbanden liggen buiten het synoviale membraan

A

C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke banden worden bij een reguliere (standaard) knieprothese altijd gespaard?

A

In iedergeval de collateraalbanden zowel mediaal als lateraal. De kruisbanden worden meestal verwijderd, de achterste kruisband soms gespaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Een 33-jarige man bezoekt de huisarts. Een uur geleden is er een inversietrauma van de linker enkel
geweest. De huisarts stelt vast dat alle Ottawa ankle rules negatief zijn. Wel is er zwelling ter plaatse
van de laterale zijde van de enkel.
Welk beleid is nu aangewezen?
A) Expectatief beleid, herstel is te verwachten binnen 2 weken.
B) Herbeoordeling over 5 dagen en aanleggen drukverband.
C) Starten met tapebehandeling na het verdwijnen van de zwelling van de enkel.

A

herbeoordeling over 5 dagen en aanleggen van een drukverband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Een patiënt van 40 jaar heeft een vergevorderde slijtage van het enkelgewricht. Er is nauwelijks
kraakbeen meer over, hij heeft pijnklachten en geen baat meer bij conservatieve maatregelen.
Wat is nu de standaard behandeling voor deze patiënt?
A) Een totale enkelprothese
B) Een correctie osteotomie
C) Een enkel arthrodese
D) Distractietherapie

A

C enkel arthrodese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Welke vorm van osteoarthritis of arthrose van de enkel komt het vaakst voor (ca. 78%)?
A) Posttraumatisch
B) Postinfectieus
C) Rheumatoide

A

Posttraumatisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Een ontstoken gewricht doet pijn, maar een versleten gewricht ook. Welk symptoom is typerend voor
gewrichtsontsteking?

A

ochtendstijfheid

28
Q

Welk voordeel heeft een operatieve behandeling, boven een conservatieve behandeling, van de
achillespees volgens de literatuur?

A

minder re-rupturen

29
Q

Een patiënt heeft de diagnose axiale spondyloartritis. Na 3 maanden ziet de arts de patiënt terug op
de polikliniek. Hij heeft 2 verschillende NSAIDs gebruikt maar de ziekte blijft actief.
Welk van de onderstaande medicatie is eerste keus?

A) Anti-TNF-alfa therapie
B) Rituximab (anti-B-cel therapie)
C) Anakinra (anti-IL1 therapie)
D) Methotrexaat

A

A anti TNF alfa therapie

30
Q

Een patiënt komt op de polikliniek reumatologie met een oligoartritis van beide knieën. Patiënt geeft
aan 2 weken tevoren een infectie te hebben gehad.
Welke van de onderstaande infecties zijn gerelateerd aan een reactieve artritis?
A) E. coli urineweginfectie
B) Campylobacter jejuni gastro-enteritis
C) H. influenza pneumonie
D) Borrelia burgdorferi erythema migrans (tekenbeet)

A

B campylobacter jejuni gastro enteritis

31
Q

Hoe wordt de diagnose jicht met zekerheid gesteld?

A

Aantonen van dubbelbrekende naaldvormige kristallen in gewrichtsvloeistof.

OOK GOED:
Dubbelcontour teken bij echografie

32
Q

Wat is GEEN verklaring van het verhoogde risico op infectieuze artritis bij patiënten met reumatoïde
artritis?
A) gebruik van immunosuppressiva
B) (het hebben van een) gewrichtsprothese
C) (het hebben van ) gewrichtsbeschadiging
D) roken

A

D roken

33
Q

Bij systemische lupus erythematodes (SLE) kunnen in het bloed verschillende antistoffen aanwezig
zijn. Voorbeelden zijn antinucleaire antistoffen (ANA) en antistoffen gericht tegen anti-dubbelstrengs
DNA (anti-ds-DNA). Dergelijke antistoffen kunnen helpen bij het stellen van de diagnose SLE.
Welke stelling is juist?
A) De ANA antistoffen zijn het meest sensitief en specifiek voor SLE.
B) De anti-ds-DNA antistoffen zijn het meest sensitief en specifiek voor SLE.
C) De ANA antistoffen zijn het meest sensitief en anti-ds-DNA het meest specifiek voor SLE.
D) De anti-ds-DNA antistoffen zijn het meest sensitief en de ANA het meest specifiek voor SLE.

A

C

34
Q

Hoe vaak komt bij patiënten met polymyalgia rheumatica ook Arteriitis temporalis (reuscelarteriitis)
voor in het beloop van de ziekte?

A

20%

35
Q

Welke vorm van vasculitis treft vooral de grote vaten?

A

Takayasu

36
Q

Een 37-jarige leidster op een kinderdagverblijf presenteert zich met sinds 1 week bestaande pijn en
zwelling van de kleine handgewrichten. Ze vertelt dat ze zich ook grieperig voelt. Paracetamol helpt
niet en ook een paar sterkere pijnstillers/ontstekingsremmers van haar vriend geven onvoldoende
verbetering. Bij lichamelijk onderzoek ziet de arts een niet-zieke jonge vrouw, RR 120/70mmHg, p.
72/min, T38.3C. De arts stelt een symmetrische polyartritis van MCP en PIP gewrichten vast, beide
polsen zijn pijnlijk bij flexie en extensie.
Noem 3 aandoeningen die in de differentiaal diagnose staan.

A

ParvoB19 virus
SLE
RA
virale arteritis

37
Q

Bij welke osteosynthesetechniek treedt secundaire botgenezing op?

A) Absolute stabiliteit middels intramedullaire osteosynthese
B) Relatieve stabiliteit middels externe fixatie
C) Absolute stabiliteit middels plaatosteosynthese
D) Relatieve stabiliteit middels trekschroef

A

B

38
Q
Een hypertrofische non-union is een niet-genezen fractuur. Door welk gebrek wordt deze fractuur met
name gekenmerkt?
A) Gebrek aan vitamine D
B) Gebrek aan stabiliteit
C) Gebrek aan vitamine A
D) Gebrek aan alignement
A

B gebrek aan stabiliteit

39
Q

Heterotope ossificaties zijn abnormale botvormingen.
Waarbij ziet men met name deze ossificaties?
A) Brandwonden, coma, polytraumas
B) Infecties, loge syndroom, dwarslaesies
C) Infecties, kinderen, monotrauma
D) Non-union, malunions, intra-articulaire fracturen

A

A. brandwonden coma polytrauma’s

40
Q

Wat wordt verstaan onder een “pathologische fractuur”?

A) Een fractuur met per definitie een maligne oorzaak
B) Een fractuur met een forse dislocatie
C) Een fractuur veroorzaakt door een onderliggend lijden
D) Een fractuur door overmatig inwerkend geweld

A

C onderliggend lijden

41
Q

Wat is de eerste stap bij de activatie van het massatransfusieprotocol?

A

Tranexaminezuur toedienen

42
Q

Het concept Better In - Better Out wordt bij complexe patiënten gebruikt in het AMC (bv. slokdarm
kanker). Waarover worden pre- en postoperatief adviezen gegeven?

A

Bewegen, fysieke fitheid, bewegingsgedrag en voeding.

43
Q

Na een onderbeen- of bovenbeen-amputatie kan een complicatie optreden die de revalidatiefase
vertraagd en vermeden kan worden door uitleg (lig- en zit-instructie) alsmede fysiotherapie.
Welke complicatie wordt bedoeld?

A

Een contractuur

van knie heup gewricht

44
Q

Wat is de kern van Graded Activity?
A) Blootstelling aan gevreesde activiteit gevolgd door correctie catastroferende verwachting
B) Correctie catastroferende verwachting gevolgd door blootstelling aan gevreesde activiteit
C) Inbeelden van gevreesde activiteit gevolgd door correctie catastroferende verwachting
D) Correctie catastroferende verwachting gevolgd door inbeelden van gevreesde activiteit

A

A

45
Q

Welke houdingsverandering van de wervelkolom treedt op door zitten in een rolstoel?
A) het bekken kantelt licht achterover
B) de lumbale lordose neemt toe
C) de thoracale kyfose neemt af

A

A

46
Q

Waaruit bestaat een normale gangcyclus?
A) 60% standfase, 40 % zwaaifase
B) 40 % standfase, 60 % zwaaifase
C) 50% standfase , 50 % zwaaifase

A

60% stand

40% zwaai

47
Q

Inclusion body myositis (IBM) is een van de ideopathische inflammatoire myopathieen.
Welke stelling is juist?
A) IBM komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen
B) Slikstoornissen worden vaak gezien bij IBM
C) De behandeling van 1e
keus is corticosteroïden
D) De lange vingerstrekkers zijn opvallend vaak aangedaan.

A

B slikstoornissen worden vaak gezien bij IBM

48
Q

Hoe presenteert een vasculitisneuropathie zich meestal?
A) Mononeuropathie
B) Multiple mono-neuropathie
C) Polyneuropathie
D) Een snel progressieve demyeliniserende neuropathie

A

B

49
Q

Dermatomyositis, myasthenia gravis en het Lambert Eaton myastheen syndroom (LEMS) kunnen een
paraneoplastisch syndroom zijn.
Welk type tumor wordt het meest frequent aangetoond bij LEMS patiënten?

A

kleincelliig longcarcinoom

50
Q

Waaruit bestaat één motor-unit?

A

Een motorisch neuron met axon en bijbehorende spiervezels

51
Q
Waar past een periostale reactie, die gelaagd van aspect is, het best bij?
A) Bij een Ewing sarcoom
B) Bij een osteosarcoom
C) Bij een goedaardige bottumor
D) Bij osteomyelitis
A

C

52
Q

Waarom is MRI bij een diaphysaire bottumor noodzakelijk?
A) Om periost reactie vast te stellen
B) Om botvorming vast te stellen
C) Om relatie met gewricht vast te stellen
D) Om relatie met vaat zenuwstreng vast te stellen

A

D

53
Q

Welke stelling is juist met betrekking tot de zichtbaarheid van een stress fractuur op een
conventionele röntgenfoto?
A) Dit is meestal niet goed zichtbaar
B) Dit is goed te onderscheiden van een insufficiëntie fractuur
C) Dit is bij mannen eerder zichtbaar dan bij vrouwen

A

A

54
Q

Na resectie van een maligne primaire tumor van een distaal femur kan worden gekozen voor
reconstructie met een grote tumorprothese. Noem 2 nadelen van deze reconstructie.

A

KANS OP infectie op korte of lange termijn
KANS OP peri-prothetische fractuur
KANS OP loslating, staat geen groei toe

55
Q

Leg uit waarom bij reuma een step-down behandeling meestal effectiever is dan een step-up
behandeling?

A

EVALUATIE VAN HET EFFECT DUURT EEN RELATIEF LANGE TIJD (1,5 PUNT(EVT: DE
VERDRAAGZAAMHEID VAN DE BEHANDELING IS MEESTAL SNELLER TE EVALUEREN)), WAARDOOR
WEEFSELDESTRUCTIE DOORGAAT (1,5 PUNT). HC ANTIREUMATICA

56
Q

Welke structuur is specifiek bepalend voor de ontwikkeling van de posterieure zijde van de
extremiteitsknop?

A) Zone of polarising activity
B) Apical ectodermal ridge
C) Progress zone
D) Flank mesoderm

A

A

57
Q
Welke skeletdysplasie wordt gekenmerkt door een sterk geabduceerde duim ('hitch hiker thumb')?
A) achondroplasie
B) osteogenesis imperfecta
C) diastrophe dysplasie
D) rachitis congenita
A

C

58
Q
Welke classificatie wordt er gebruikt voor de diagnose heupdysplasie?
A) CT classificatie van Graf
B) Echografische classificatie van Graf
C) MRI classificatie van Graf
D) Röntgen classificatie van Graf
A

B

59
Q

Wat is bij benadering de prevalentie van JIA (Juveniele Idiopathische Artritis, Jeugdreuma) bij
kinderen in Nederland?

A

1:1000

60
Q

Wat is Morbus Blount?
A) Een groeistoornis van het proximale femur met valgisatie als gevolg
B) Een groeistoornis van het proximale femur met varisatie als gevolg
C) Een groeistoornis van de proximale tibia met genua vara als gevolg
D) Een groeistoornis van de proximale tibia met genua valga als gevolg

A

C

61
Q

Welke stelling is juist?
A) Fysieke mishandeling kwam in 2010 ongeveer even vaak voor als alle vormen van verwaarlozing
bij elkaar.
B) Alle vormen van verwaarlozing bij elkaar kwamen in 2010 ongeveer twee keer vaker voor dan
fysieke mishandeling
C) Alle vormen van kindermishandeling bij elkaar kwamen in 2010 ongeveer vier keer vaker voor
dan fysieke mishandeling
D) Fysieke mishandeling kwam in 2010 ongeveer twee keer vaker voor dan alle vormen van
verwaarlozing bij elkaar.

A

C

62
Q

Noem tenminste 5 risicofactoren voor kindermishandeling bij het kind zelf.

A

PRE-/DYSMATUUR , TWEELING , GEHANDICAPT KIND , HUILBABY !! , ADOPTIE/PLEEGKIND ,
ONGEWENST KIND , GEDRAGSSTOORNIS , CHRONISCH ZIEK , ‘TEGENVALLEND’ KIND

63
Q

Wanneer er sprake is van en vermoeden van seksueel misbruik van een pre puberaal meisje behoort
het anogenitaal onderzoek in 2 houdingen plaats te vinden. Welke houding moet er naast rugligging
genoemd worden?

A) knie-borsthouding
B) zijligging
C) buikligging
D) zithouding

A

A

64
Q

In welke situatie dient de arts een kindcheck uit te voeren?
A) Moeder komt binnen op de SEH als slachtoffer van een verkeersongeval
B) Vader presenteert zich bij de huisarts met een erfelijke vorm van darmpoliepen
C) Een zwangere vrouw vertelt dat zij antidepressiva slikt
D) Een vader komt binnen op de SEH met verwondingen ten gevolge van huiselijk geweld

A

D

65
Q

Welk van de onderstaande medicijnen tegen osteoporose werkt NIET via remming van de
botresorptie?

A) denosumab (monoclonaal antilichaam tegen RANKL)
B) alendroninezuur (bisfosfonaat)
C) teriparatide (recombinant PTH)
D) raloxifeen (selectieve oestrogeen receptor modulator)

A

C

66
Q

Wat voor effect heeft osteoprotegerin (OPG)?
A) blokkade van de differentiatie van osteoclastprecursors in osteoclasten
B) toename van de differentiatie van osteoclastprecursors in osteoclasten
C) blokkade van de depositie van osteoïd door osteoblasten
D) toename van de depositie van osteoïd door osteoblasten

A

A

67
Q

Welke primaire bottumor, die voornamelijk bij kinderen voorkomt, wordt bij moleculair pathologisch
onderzoek gekenmerkt door een translocatie in het DNA, waarbij een EWS/FLI-fusieproduct wordt
gevormd?

A

Ewing sarcoom