Tentamen januari 2015 Flashcards

1
Q

Een rechtshandige jongedame wil een prothese voor haar linker onderarmamputatie die zij kan dragen als zij uitgaat. De prothese moet er zo mooi mogelijk uit zien. Wat is voor deze dame de aangewezen prothese?

A

cosmetische onderarm prothese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een man van 50 jaar die als baby van 8 maanden polio heeft doorgemaakt komt op het spreekuur met geleidelijk afnemende spierkracht van zijn rechterbeen. Zijn been verzuurt sneller bij het lopen en hij kan dit maar beperkt volhouden. Hij valt regelmatig. Zijn rechterbeen was na de polio altijd al zwakker, dunner en korter, maar tot 5 jaar geleden had hij deze klachten niet en kon hij nog goed lopen zonder te vallen. Hij heeft geen pijn en geen gevoelsstoornissen. Wel is hij erg moe. Zijn werk houdt hij amper vol en thuis kan hij niets anders dan uitrusten en bijkomen.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?

A

post poliosyndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 3 revalidatie adviezen zijn geadviseerd bij het postpoliosyndroom?

A
  1. Oefeningen om de spierfunctie zoveel mogelijk te behouden
  2. een beenorthese om het been te stabiliseren
  3. Belasting verminderen
  4. werk te verminderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waardoor wordt polio veroorzaakt?

A

poliovirus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk van de onderstaande tumoren is een maligne afwijking?

A

chrondrosarcoom - kraakbeenvormend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noemt met de reactieve vorming van bot, zoals dit gezien kan worden bij chronische osteomyelitis?

A

involucrum = botvorming

sequestrum =  dood bot/necrose
cloaca = abcess + pus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat speelt geen rol bij de ontwikkeling van primaire osteoporose type II?

verminderde nierfunctie
oestrogeendeficientie
verminderde blootstelling aan zonlicht
verminderde activiteit van 1,25 dihydroxyvitamine D

A

Oestrogeendeficientie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een infectie van de bot en merkholte noemen we osteomyelitis. In tegenstelling tot bij volwassenen is er bij kinderen maar zeer zelden sprake van een uitbreiding van de infectie naar de gewrichtsholte. Hoe komt dit?

A

Bij kinderen zorgt de epifysairschijf voor een natuurlijke, vasculaire barrière tussen merg- en gewrichtsholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe heet de metabole rotziekte in kinderen die wordt veroorzaakt door tekort aan vitamine D?

A

rachitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat staat voor ziekte van Paget

A

verhoogde afbraak en opbouw van het botweefsel
osteoblast verhoogd
osteoclas verhoogd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke oorzaak wordt niet gezien in de tweede fase waarin traumapatienten overlijden?

A

tweede fase:
bloedingen, hersenen en fracturen

eerste fase:
direct door trauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de belangrijkste indicatie voor het maken van een CT-scan bij een patiënt met intra-articualire fractuur?

A

Pre-operatieve planning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij welke osteosynthese techniek wordt gebruik gemaakt van het principe absolute stabiliteit?

A

anatomische repositie en plaatosteosynthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de eerste stap bij de activatie van het massatransfusieprotocol?

A

Tranexaminezuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 2 vormen van factuurgenezing worden onderscheiden:

A

Primaire botgenezing

Secundaire botgenezing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Naast zorgtaken heeft een traumacentrum ook bijzondere taken. Wat zijn de bijzondere taken?

A
  • Kenniscentrum
  • Onderzoek en opleiding
  • protocollen
  • coordinatie regionale acute zorg
  • registratie en kwaliteit controle
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de standplaatsen van de helikopter mobiele medische teams in Nederland

A

amsterdam
rotterdam
groningen
nijmegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

van welke spier loopt de eindpees of lopen de eindpezen NIET door de carpalen tunnel:

A

m. flexor carpi ulnaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke functie zal beperkt zijn bij het uitvallen van de n.radialis?

A

droppinghand
extensie is niet mogelijk

extensie in elleboog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

uit welke fasciculus ontvangt de n. ulnaris een bijdrage

A

fasciculus medialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke polariteit (gaande van radiair naar ulnair) treft men aan in een mirror hand?

A

posterio-antero-posterieur

mirrorhand: geen duim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke van de spieren in de okselpoorten begrenzen kan voor een endrotatie van de bovenarm in het schoudergewricht zorgen?

A

m. teres major

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke functies heeft de tibialis posteriori?

A

plantair flexie, inversie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke opening passeert de m. obturatorius internus alvorens aan te hechten aan het dijbeen?

A

foramen inschiadicum minus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke van onderstaande zenuwen ontspringt aan het lumbale deel van de plexus lumbosacralis?

A

b. femoralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Welke van de onderstaande spieren wordt UITSLUITEND geënerveerd door de n. medianus:

A

m. flexor pollicis longus

27
Q

Welke spieren lopen door de carpaletunnel en welke zenuw:

A

n. medianus

m. flex poll. longus
m. flex digitorum profundus
m. flex superficialis

28
Q

maak de zin af

het mediale collaterale ligament van de knie

A

is verbonden met de mediale meniscus

29
Q

welke van de volgende spieren heeft geen aanhechting op de epicondylus medialis humeri

  • m flexor digitorum profundus
  • m. flexor digitorum superfiscialis
  • m. palmaris longus
  • m. pronator teres
A

m. flexor digitorum profundus

golf elleboog

30
Q

Welke van de rotatorcuffspieren wordt geënerveerd door de n. axillaris

A

m. teres minor

31
Q

De proef van finkelstein is een meerwaarde bij het stellen van de diagnose voor:

A

de ziekte van de Quervain

32
Q

Welke bevinding bij het lichamelijk onderzoek past bij het patellofemoraal pijn syndroom?

A

een pijnlijke extensie tegen weerstand in

33
Q

Een 25 jarige man heeft sinds 2 weken pijn in de rechter schouder en gebruikt zo nodig paracetamol. Er is geen sprake van trauma. Hij heeft vooral pijn aan tijdens abductie. Welk beleid is NIET geïndiceerd:

a. een subacromiale injectie met triamcinolonacetonide
b. behandeling met NSAID
c. verwijzing voor manuele therapie
d. enkele dagen rust middels dragen van mitella

A

enkele dagen rust middels dragen mitella

34
Q

Een 33 jarige vrouw komt op het spreekuur van de huisarts en verteld sinds 3 weken last te hebben van pijn links onderin de rug, waardoor zij haar activiteiten heeft verminderd. Er is geen sprake van trauma en uitstraling. De huisarts stelt de waarschijnlijkheidsdiagnose aspecifieke lage rugpijn

A

adviseren om de activiteiten de komende 3 weken weer uit te breiden

35
Q

Welk laboratorium onderzoek is zinvol om de diagnose jichtartritis waarschijnlijker te maken?

A

urine zuur

maar eerder
1 punctie - kristallen aantonen

36
Q

Wat is meestal de oorzaak van metatarsalgie?

A

mechanische overbelasting

37
Q

Welke percentage Patienten die zich presenteren in de huisartsenpraktijk met hand of polsklachten heeft na 1 jaar nog klachten?

A

60% want veel handartrose

38
Q

Bij JIA kunnen alle gewrichten betrokken zijn bij het inflammatie ziekte proces. Welke gewrichten zijn het meest frequent aangedaan bij JIA?

A

De knieën

39
Q

Poliarteriitis nodosa treft de middelgrote arterien

A

waar

40
Q

Polyarteriitis nodosa geeft vaatwand necrose

A

waar

41
Q

poliarteriitis nodosa geeft microaneurysmata

A

waar

42
Q

poliarteriitis nodosa geeft granulomen

A

niet waar

43
Q

Welke van de onderstaande symptomen is typisch voor inflammatie pijn

A

pijn in de vroege ochtend

44
Q

noem 3 risicofactoren voor osteoartrose

A

1 positieve familie anamnese
2 overgewicht
3 Trauma
4. metabool

45
Q

Welk ziektebeeld presenteert zich vaak als oligoarteritis

A

reactieve arteritis

46
Q

Een 2 maanden oude jongen doet er lang over om zijn fles leeg te drinken. Hij begint gretig te drinken, maar wordt al snel moe. Zijn ouders zijn ongerust omdat hun zoon niet genoeg in gewicht aankomt. De kinderarts denkt dat de voedingsproblemen het gevolg zijn van een neuromusculaire aandoening. Bij onderzoek ziet u een vrolijk kind met spontane bewegingen.

A

spinale spieratrofie

47
Q

Een 47jarige vrouw meldt zich bij de huisarts vanwege sinds een maand of twee bestaande klachten van onduidelijk spreken. En daarbij problemen met slikken. Daarbij heeft ze met name in de avond last van een hangend ooglid rechts. Er zijn geen andere klachten. De huisarts denkt aan een neurologische aandoening en verwijst haar door. De neuroloog ziet een wisselende ptosis, en hoort een nasale dysartrie die enigszins toeneemt wanneer zij lang achter elkaar spreekt . De neuroloog denkt aan myasthenia gravis.
Welke onderzoeken doet de neuroloog om deze diagnose te bevestigen

A

Bepaling antistoffen tegen acetylcholinereceptoren

48
Q

Das28 worden geen …. gescoord

A

enkels

49
Q

Welke behandeling geeft men bij myasthenia gratis in eerste in eerste instantie

A

acethylcholine-esteraseremmers

50
Q

Tot welke behandeling gaat men over als als de eerste behandeling van deze therapie niet aanslaat.

A

Cortisosteroiden > prednison
Azathioprines

plasmaferese last stadium
thymectomie

51
Q

op welke complicatie screent men bij patiënten met myasthenia gravis?

A

Thymoom

52
Q

Hoe wordt er gescreend op een thymoom?

A

MRI of CT

53
Q

Noem de 3 meest belangrijke risicofactoren voor het ontstaan van aspecifieke lage rugklachten door uitvoering van werkzaamheden

A
  1. Trillingen
  2. Tillen dragen zware voorwerpen
  3. Draaien bij bewegingen
54
Q

Wat is het primaire beleid bij het eerste contact met een bedrijfsarts van een patiënt met een impingement syndroom?

A

met patient bespreken welke beperkingen de werkzaamheden met zich mee brengen

55
Q

Wanneer wordt een klacht een beroepsziekte genoemd?

A

als het werk voor meer dan 50% de oorzaak is

56
Q

Wat is voor het mede ontstaan van klachten die passen bij een CMC-1 artrose de meest voor de hand liggende risicofactor?

A

herhaald kracht zetten tussen duim en vingers

57
Q

Welke structuren stabiliseren het kniegewricht aan de laterale zijde

A

tractus iliotibialis, m biceps femoris

58
Q

Wat is een synoniem voor loge-syndroom

A

compartiment syndroom

59
Q

Welk type schouder luxatie wordt het meest gezien als gevolg van epileptische insulten

A

posterieure glenohumerale luxatie

60
Q

Waardoor wordt een montaggia fractuur bij kinderen meestal gekenmerkt

A

fractuur proximale ulna en luxatie radius kop

61
Q

Wat is de voorkeursbehandeling voor recidiverende schouderluxaties bij een patiënt met verhoogde labiliteit van schouder

A

fysiotherapeutische versterking van de cuff musculatuur

62
Q

2 componenten van klompvoet afwijkingen

A

cavum- spits
cavus voorvoet
boekje opzoeken

63
Q

2 componenten van klompvoet afwijkingen

A

cavum- spits
cavus voorvoet
boekje opzoeken

64
Q

Waar doe tibia plateau fracturen zich het meeste voor:

A

in het laterale plateau