Teavel Flashcards
1
Q
Goede reis
A
Have a good trip
2
Q
Het oosten
A
Eastward
3
Q
Het buitenland
A
Abroad ( luar negeri)
4
Q
Ten westen of
A
West of / the west of
5
Q
De aankomst
A
Arrival
6
Q
De vlucht
A
The flight
7
Q
Dezelfde dag
A
The same day
8
Q
De trein
A
The train
9
Q
Voorwerpen
A
Object
10
Q
Bagage
A
Luggage
11
Q
Koffer
A
Suitcase
12
Q
Boek
A
Booking / book
13
Q
Vertrek
A
Depart ( keberangkatan)
14
Q
Gids
A
Guide
15
Q
Toeristen
A
Tourists
16
Q
Bezoeken
A
Visit
17
Q
Avonturen
A
Adventures
18
Q
Het vliegtuig
A
Airplane
19
Q
Op bezoek
A
Visiting
20
Q
Kaartje
A
Ticket
21
Q
Ver
A
Far
22
Q
Vakantie
A
Vacation
23
Q
Voorbji
A
Over
24
Q
Vliegt
A
Flies
25
Over - heen
Across
26
De boot
The boat
27
Het schip
The ship
28
In de haven
In port
29
Vaart
Sails ( berlayar)
30
Verboot
Ferry
31
Zeilboot
Sailboat ( perahu layar )
32
Gebeiden
Area
33
Bezienswaardigheid
Attraction ( pemandangan ini)
34
Paspoort
Pasport
35
Ambassade
Embassy
36
Internationaal
International
37
Visum
Visa
38
Aanvragen
Apply voor