taal thema 3 week 2 Flashcards
1
Q
ruimdenkend
A
met begrip voor iedeeen en wensen van een ander
2
Q
bekrompen
A
zonder begrip voor iedeeen en wensen van een ander
3
Q
besluiteloos
A
geen beluit nemen
4
Q
gedecideert
A
beslist
5
Q
wezenloos
A
zonder besef van de dingen om je heen
6
Q
gigantisch
A
enorm groot
7
Q
het gerucht
A
een roddel waarvan je niet weet of het waar is
8
Q
langdradig
A
uitgebreid en saai
9
Q
de rector
A
het hoofd van een mddelbare school
10
Q
abracadabra
A
onbegrijpelijke taal
11
Q
desondanks
A
toch
12
Q
verkondigen
A
bekendmaken
13
Q
uitvogelen
A
uitzoeken
14
Q
poolshoogte nemen
A
gaan kijken wat er aan de hand is
15
Q
verkikkerd zijn op iemand
A
verliefd zijn op iemand