taal thema 3 week 1 Flashcards

1
Q

marketing

A

het maken van een plan om een product zo goed mogelijk te verkopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

mond tot mond reclame

A

reclame dooordat iemand aan anderen vertelt hoe leuk of goed iets is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

advertentie

A

een stukje dat je tegen betaling in een krant tijdschrijft of op internet plaatst waarin je iets vraagt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de influencer

A

een persoon die via social media anderen kan beinvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

instinctief

A

vanuit je gevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

weloverwogen

A

waar je goed over na hebt gedacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het universum

A

het helal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het testpaneel

A

een groep mensen die een product of dienst test en beordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de doelgroep

A

de mensen voor wie het bedoelt is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

optimaal

A

zo goed mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

nederzetting

A

plaats in een vrijwel onbewoont gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

klaarblijkelijk

A

zoals duidelijk blijkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

promoten

A

reclamen vorr iets of iemand maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ergens verzeild raken

A

onbedoelt ergens terecht komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

er is geen touw aan vast te knopen

A

het is niet te begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly