EN NOG 1 H6 VOLGENS MIJ;( Flashcards

1
Q

uit hoeveel botten bestaat je geraamte uit

A

ong 200

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

uit wat voor onderdelen bestaat je lichaam

A

Hoofd romp ledermaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat voor vorm heeft het geraamte

A

van je lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat isbde functie van je geraamte

A

stevigheid bescherming beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar komen alle zenuwen bij elkaar

A

ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een kneuzing

A

spieren en bindweefsel beschaadigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat moet je doen bij een kneuzing

A

koelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wanneer moet je stoppen met koelen bij een kneuzing als het niet fijn is

A

na tien min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een verstuiking

A

gewrichtsbanden en kapsel beschadigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe kan een verstuiking ontstaat

A

een verkeerde beweging van het gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat moet je doen bij een verstuiking

A

koelen en na 10 min stopen als het niet prettig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarvoor gebruik je een zwachtel

A

om een hand of pols ondersteuning te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe kan je zien dat iemand iets heeft gebroken

A

hij kan het amper bewegen en het gaat zwelen op de plaats van de bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat moet je doen bij een botbreuk

A

naar het ziekenhuis zo stil mogelijk houden dus steunen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly