Taal th 6 week 2 Flashcards
1
Q
De opslag
A
verhoging van loon
2
Q
de poromtie
A
Een hogere functie krijgen op je werk
3
Q
de bonus
A
extra beloning dat je krijgt naast je salaris
4
Q
de vacature
A
een baan waar een werkgever iemand zoekt
5
Q
solliciteren
A
een werkgever laten weten dat je de baan wilt
6
Q
aannemen
A
Iemand een baan geven
7
Q
wervelend
A
Aantrekelijk
8
Q
mysterius
A
geheimzinnig
9
Q
meedraaien
A
meedoen
10
Q
overschrijden
A
Regels overtreden
11
Q
aanmerking
A
afkeurende opmerking
12
Q
Nauwgezet
A
nauwkeurig
13
Q
minderjaarig
A
jonger dan 18
14
Q
zonder blikken of blozen
A
onbeschaamde en zonder aarzeling
15
Q
iets van je gading
A
iets wat je wilt