taal thema 1 week 3 Flashcards
1
Q
overgevoelig
A
erg gevoelig
2
Q
koelbloedig
A
kalm niet snel in paniek
3
Q
gelaten
A
zonder iets terug te doen of te zeggen
4
Q
evenwichtig
A
zonder uitschieters
5
Q
onevenwichtig
A
met veel uitschieters
6
Q
hilarisch
A
heel erg grappig
7
Q
blunder
A
een heel stomme fout
8
Q
weerzinwekkend
A
walgelijk
9
Q
de opvatting
A
hoe je ergens over denkt
10
Q
het imago
A
het beeld dat mensen hebben van iets of iemand
11
Q
de slapjanus
A
iemand met een slap caracter
12
Q
het principe
A
een zelfgekozen regel hoe je leeft
13
Q
geenszins
A
helemaal niet
14
Q
iets over de kant laten
A
niet reageren op iets da je vervelend vindt
15
Q
iets over het hoofd bieden
A
een probleem oplossen