Streptococcus pneumoniae Flashcards
1
Q
Algemeen
A
- grampositief
- omgeven door kapsel
- C-substantie het teichoïnezuur dat uitsteekt
2
Q
Vindplaats
A
- Mensen enige reservoir
- Veel dragerschap (5-70% van de bevolking); vooral jonge kinderen
- Beschouwd als deel van commensale flora
- Vooral winter en vroege lente
- Overdracht: via speekseldruppels, heel gemakkelijk in gesloten gemeenschap (familie, school,…)
3
Q
Risicogroepen
A
- Vooral jonge kinderen (<5) en bejaarden
- Armoede en verminderde gezondheid
- Bepaalde ziekten: sikkelcelanemie, aids, nierinsufficiëntie
4
Q
Virulentiefactoren
A
- Kapsel -> komt makkelijk los dus pneumokok moeilijk vast te houden door fagocyt, verhindert alternatieve activatie complementsysteem
- Toxinen -> niet aangetoond
- Enzymen
o Pneumolyse
zorgt voor bèta-hemolytische activiteit
zorgt voor beschadiging respiratoire epitheel -> gemakkelijker binnendringen
o neuraminidase
actief tegen glycoproteïnen en glycolipiden -> vergemakkelijkt verspreiding - (lipo)teichoïnezuur rol als verankeringsmolecule
5
Q
Pathogenese
A
- Als ze in de lagere luchtwegen komen veroorzaken ze infecties
- Vaak na een virale infectie waardoor de bacteriële clearing verminderd is, net zoals bij alcoholisme, diabetes, …
- Manier van binnendringen:
o Vrijzetten celwandbestanddelen -> uitlokking ontsteking van mucosa
o Door ontsteking -> nieuwe oppervlaktemoleculen op mucosa
o Pneumokok bindt aan de oppervlaktemoleculen
o Endocytose van de oppervlakte moleculen -> gebonden pneumokok mee naar binnen
o Vrijzetting aan basale zijde vh epitheel
6
Q
Ziektebeelden
A
- Pneumonie (longontsteking)
o Start met koorts en rillingen, productieve hoest (bloed)
o Stadia:
Alveolen gevuld met sereuze vloeistof met veel bacteriën (sereuze vloeistof = ideale voedingsbodem)
Infiltratie van neutrofielen en RBC -> begin van de bestrijding
Slechts weinig bacteriën meer, vooral cellen immuunsysteem (zichtbaar op longfoto)
Neutrofielen vervangen door macrofagen -> opruimen
longen uiteindelijk hersteld - Infecties middenoor en sinussen
- Meningitis (hersenvliesontsteking) -> dodelijker dan meningitis door andere ziektekiemen
7
Q
Diagnose
A
- Sputumonderzoek (letten op contaminatie met commensale flora uit de farynx)
- Bloedcultuur
- Auscultatie = luisteren naar de longen (met stethoscoop) -> creptaties? (kraken van de longen)
8
Q
Behandeling
A
- Vaccin
o Gecombineerd vaccin -> veel verschillende polysachariden, weinig immunogeen
o Geconjugeerd vaccin -> minder verschillende polysachariden, sterker immunogeen - Antibiotica –> meestal penicilline (=B-lactam), meer en meer resistentie tegen penicilline
- Natuurlijk competente bacterie -> kan DNA uit zijn omgeving opnemen
o Gevaarlijk voor het overnemen van resistentie tegen antibiotica
o Veel meer kans op mutaties -> steeds blijven gunstig gemuteerden bestaan, dus de pneumokok wordt steeds sterker als soort
o Wijziging in genen van de enzymen die celwand opbouwen -> B-lactam antibiotica bindt niet goed aan deze enzymen minder gevoelig aan deze antibiotica
(DNA is overgenomen van een bacterie in onze mond aanwezig, door de vele orale antibiotica werd deze resistent, maar ze blijft ongevaarlijk, het feit dat ze het DNA doorgaf, is wel gevaarlijk, dit geeft de ziekteverwekkende pneumokok resistentie)
Discussie antibioticagebruik
o België: B-lactam (werkzaam tegen pneumokokken)
o USA: macroliden (werkzaam tegen atypische kiemen, niet meer tegen pneumokokken)
oplossing: geven van mengsels macroliden én b-lactam of gebruiken van fluoroquinolonen
(ook dit is weer tegenstrijdig, fluoroquinolonen beter houden als b-lactam ook niet meer werkt)