Candida albicans Flashcards
1
Q
Vindplaats
A
Gastro-intestinale tractus van de mens
2
Q
Ziekte
A
- Lokale infectie door overgroei, bv bij antibioticagebruik, ter hoogte van mond, keel en slokdarm
- Huidinfecties bij beschadigde huid
- Vaginitis
o Jeuk
o Brandende pijn
o Vaginale afscheiding
o Vagina epitheel is felrood - Urineweginfecties
- Veralgemeende infectie:
o Candidemie: Candida komt in de bloedbaan terecht (bv via katheter of translocatie gastrointestinale flora) en kan zich verspreiden naar andere organen (lever, milt, nieren, hart, hersenen, …)
o Peritonitis: Vanuit de darm (darmperforatie) in de buikholte
o Candida kan ook huid, luchtwegen, urinewegen … koloniseren bijvoorbeeld bij patienten op intensieve zorgen die antibiotica krijgen
3
Q
Pathogenen kenmerken
A
- Vasthechten aan weefsels via specifieke ligand-receptor interacties of nietspecifieke mechanismen
- Omvorming van gist naar “hyphe vorm” (lijkt op schimmel) die toelaten om goed contact te maken en te groeien langs groeven en door poriën om zo in het epitheel te infiltreren
- Celoppervlak is hydrofoob:
o Betere adhesie aan de cellen
o Glycoproteïnen onderdrukken de immuunrespons - Productie van enzymen:
o Invasie en schade van weefsel
4
Q
Diagnostiek
A
- Microscopisch onderzoek van vaginale afscheiding
- Indien niet succesvol kweekonderzoek
5
Q
Behandeling
A
- Lokale behandeling met azolengroep
- Uitzonderlijk: systemische behandeling