Humaan papilloma virus

Question 1

soort virus

Answer 1

= dubbelstrengig DNA-virus zonder envelop
- Meer dan 200 HPV-typen, verdeeld in:
o Laagrisico-typen: Verantwoordelijk voor goedaardige wratten (bijv. HPV-6 en HPV-11).
o Hoogrisico-typen: Verantwoordelijk voor kwaadaardige aandoeningen, zoals baarmoederhalskanker, anale kanker, penis kanker, keelkanker, … (bijv. HPV-16 en HPV-18).
- Ubiquiteit: HPV komt wereldwijd voor  Meer dan 98% van de volwassenen heeft antistoffen = bijna iedereen HPV-infectie doorgemaakt.
- Naakt capside  kan goed overleven op opp (bv. Grond in het zwembad)

Question 2

Pathogenese

Answer 2

• Infectieproces:
  o Toegang: HPV infecteert basale epitheelcellen via kleine beschadigingen in de huid of slijmvliezen.
  o Latente aanwezigheid:
   Virale DNA wordt in de basale laag van het epitheel aangetroffen
  o Virale replicatie
   Late genexpressie en vorming van virale eiwitten (zoals capside eiwitten) vinden enkel plaats in de buitenste lagen van het epitheel  differentiatie van keratinocyten
  o Ongemerkte infecties
   In de meeste gevallen merkt de geïnfecteerde persoon niets, en het immuunsysteem klaart de infectie binnen een jaar  door cellulaire immuniteit
• Oncogenese (bij hoogrisico-typen):
  o Persistente infectie met oncogene HPV-typen kan leiden tot celtransformatie:
   E6-eiwit:
• Bindt aan p53, waardoor apoptose wordt onderdrukt.
   E7-eiwit:
• Bindt aan Rb-eiwit, waardoor celcycluscontrole verloren gaat.
  o Deze processen kunnen na enkele decennia leiden tot carcinomen, zoals:
   Cervixcarcinoom: Bijna altijd geassocieerd met oncogene HPV-typen.
   Andere locaties: Transformatiezones in de anus, vagina, penis en larynx kunnen ook aangetast worden.
• Voorloperstadia:
  o CIN (Cervicale Intra-epitheliale Neoplasie):
   Indeling van CIN 0 (geen afwijkingen) tot CIN III (ernstige dysplasie).
   Kan uiteindelijk leiden tot carcinoom in situ en cervixcarcinoom. Wordt een carcinoom als de basale lamina wordt doorbroken

Question 3

Verspreiding

Answer 3

HPV is heel besmettelijk, vooral via seksueel contact
- Direct contact:
o Huid-op-huidcontact bij wratten.
o Door cellulaire immuniteit (T-cellen)
o Seksueel contact is de belangrijkste transmissieroute voor genitale HPV-infecties.
- Verticale transmissie:
o Overdracht van moeder op kind tijdens de geboorte, wat kan leiden tot respiratoire papillomatose bij het kind.