STABER Flashcards
kenmerken van een staat
Grondgebied
Bevolking
Organisatie met gezag
Erkenning door andere staten
Betekenis van de staat
Internationaal: rechtssubject
Privaat: rechtssubject
Staats: overheid
Doelen van het staatsrecht
Constituerende functie: instelling van organisatie/ambten van de overheid
Attribuerende functie: toekenning van bevoegdheden aan ambten
Regulerende functie: regulering van de uitoefening van de bevoegdheden
Mechanismes van de rechtsstaat
Bevoegdheidsspreiding: decentralisatie en checks & balances
Onafhankelijke rechter
Legaliteitsbeginsel
Grondrechten
Rechtsbeginselen: abbb’s
Contraseign
in 1840 opgsteld: voor elk seign van de koning is er een contraseign nodig van een minister, dit geld ook omgekeerd
staatsvorm
Heeft betrekking op de verhouding tussen het geheel van de staat als overheidsorganisatie en de samenstellende delen daarvan
Eenheidsstaat: unitarisme, sterk centraal gezag en macht is verdeeld over meerdere overheidsverbanden
Federale staat: federalisme, verdeling van de staat in zelfstandige deelgebieden die samenwerken in overheidsverband
formele constitutie
alleen de formele kenmerken zijn bepalend
materiële kenmerken
is het geheel van geschreven en ongeschreven rechtsregels die op grond van hun inhoud kunnen worden aangemerkt als normen die de grondslagen van de inrichting van de staatsorganisatie en de verhouding met de burgers vastleggen
kenmerken van de Nederlandse grondwet
Niet-ideologisch
Open rechtssysteem
Geen constitutionele toetsing
organieke wetten/regelingen
wetten die voortvloeien uit de grondwet, bijv. regelt de grondwet het kiesrecht op hoofdlijnen, maar de kieswet werkt dit verder uit
organisatieprincipes van de regering
Leiderschapsbeginsel: MP als voorzitter
Collegiateitsbeginsel: eenheid van beleid in ministerraad
Ressortbeginsel: ministers een eigen ministerie
procedure tot het vaststellen van wetten
Ambtelijke voorbereiding
Bespreking in ministerraad
Advies van de RvS
Indiening bij de Tweede Kamer
Onderzoek van de Tweede Kamer
Vergadering in de Tweede Kamer
Behandeling in de Eerste Kamer
Bekrachtiging door de Regering
Publicatie in het Staatsblad
Taken van het bestuur
Uitvoeren en handhaven van de regels
Buitendlandse betrekkingen
Defensie
Belastingheffing
Noodrecht in uitzonderingstoestanden
Beperking van grondrechten
Competentieclausule
Doelclausule
Procedurele voorschriften
verhouding tussen overheidsambten
Dualisme: als twee ambten een zelfstandige en gelijkwaardige positie innemen
Monisme: als een vertegenwoordigend ambt een overhand heeft
Staatssecretaris
ingevoerd om het ambt minister te verlichten:
- wordt in de formatie bepaalt wie er een krijgt
- de minister kan aanwijzingen geven
- heeft dezelfde bevoegdheden als een minister
- heeft ook politieke verantwoordelijkheid
onderscheid partij en fractie
partij: is een vereniging met leden om zo kandidaten te stellen bij verkiezingen en hun programma te verwezenlijken
fractie: een samenwerkingsverband van een aantal mensen in de Tweede Kamer
kwestie Mijer
1866: de eerste motie van wantrouwen
Luxemburgse kwestie
1868: ongeschreven regel dat de koning niet de kamer twee keer om hetzelfde mag ontbinden
kabinetsformatie
Onstlag aan de vooravond van de verkiezingen, sinds de conventie van 1922
Verkiezingen en tegelijk neemt de Koning de kabinetsaanvraag in overweging
Het oude kabinet is nu demissionair
Aanstelling van de verkenner
Aanstelling van de informateur: onderzoek wie met wie kan samenwerken en voorstel tot regeerakkoord
Aanstelling formateur: vaak de toekomstige MP die de ministers bij elkaar gaat zoeken etc.
Constituerende ministerraadsvergadering
Beëidiging
Regeringsverklaring
delegatieterminologie
Delegatie mogelijk bij:
- bij of krachtens
- de wet regelt
- de wet stelt regels
rechterlijke onafhankelijkheid
Rechtspositioneel: persoon rechter is onafhankelijk in zijn rechtspositie
Functioneel: de rechter is vrij van druk
rechterlijke onpartijdigheid
Subjectief: vooringenomenheid van de rechter zelf
Objectief: gerechtvaardigde twijfel die er kan ontstaan
bevoegdheid van het koninkrijk
Defensie
Buitenland
Nederlanderschap
bevoegdheid van gemeentes en provincies
Autonomie: inzake het gemeentelijke openbare belang is aan het bestuur overgelaten
Medebewind: verplichting om mee te werken aan de uitvoering van het rijksbeleid
toezicht
Preventief: goedkeuring van sommige besluiten is nodig van een hoger bestuursorgaan voor dat zij in werking treden
Repressief: elk besluit kan worden vernietigt bij KB als het in strijd is met het recht of algemeen belang
Taakverwaarlozing: heeft 2 vormen:
- Indeplaatsstelling: als een Gemeente medebewindstaken verwaarloost kan een ander orgaan ingrijpen
- Grove taakverwaarlozing: ziet op autonomie
Functies van het bestuursrecht
Instrumenteel: het BR geeft de overheid juridische instrumenten die daarvoor nodig zijn
Waarborg: het BR geeft regels die het gebruik van die instrumenten aan banden leggen en die de burger beschermen tegen de overheid
Bestuursorganen
a-orgaan: orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld
b-orgaan: een ander persoon/college met openbaar gezag bekleed
STPL: is het een bestuursorgaan?
1: Is het een orgaan van een rechtspersoon?
- zo nee: kijk dan of het een b-orgaan is
2: is die rechtspersoon ingesteld krachtens publiekrecht?
3: is het uitgezonderd in 1:1 lid 2 AWB
Besluit in de zin van de AWB
Schriftelijke beslissing
Bestuursorgaan
Rechtshandeling (inzet videoteam)
Publiekrechtelijk (aanmaning terugbetaling studiefinanciëring)
STPL: is de bestuursrechter bevoegd (en welke)?
1: is het een besluit
2: is het een avv of beleidsregel
3: is er een andere rechter aangewezen
HR Fluoridering
voor ingrijpend overheidshandelen is er een wettelijke grondslag nodig
HR Arubuaanse verkiezingsafspraak
vanwege het vrije-mandaatbeginsel is het niet mogelijk dat Kamerleden met dwang hun zetel moeten afstaan
HR Meerenberg
een AMvB mag regels geven zonder attribute/delegatie, maar mag geen strafbepaling bevatten