REGS Flashcards
Body of beliefs
Het geheel van religieuze ideeën: Heilige teksten, clerus en instituties
Body of believers
Socio-culturele praktijken en ervaringen (lived religion), het gaat dus om de manier waarop theologie vormgegeven wordt
Oorsprong van religiegeschiedenis
Begon als de kerkgeschiedenis van het instituut
- Chronologisch en triomfalistisch narratief
- Eusebius van Caeserea en Beda
In de 19e eeuw komt de geschiedwetenschap op en wordt kerkgeschiedenis een universitaire subdiscipline
- Elke religieuze groep schreef zijn eigen geschiedenis zonder interactie met andere stromingen
In de jaren ‘60 komt sociale geschiedenis en de history from below op
- Meer focus op gewone mensen en de lived religion
- Werd gevoed door de cultural turn
Religie en geweld als irrationeel en barbaars
Kerkhistorici: geweld een ongemakkelijke waarheid
Economische historici: vanuit het Marxisme zagen ze geloof als laagje venris op klassestrijd
Politieke historici: godsdienstoorlogen als uitwas van politieke factiestrijd
Drijfveer van Christelijk geweld
Christelijke traditie van vervolging
- begon met Augustinus
- ketters moesten met dwang bekeerd wordne
- overtuiging dat zij de religieuze waarheid hadden
Confessionalisering
- als de Reformatie succesvoller wordt gaan de stromingen zich meer definiëren
- daarbij hoort ook het afzetten van de ander
- dus leidt tot othering en zwart-witdenken waarbij de ander gedemoniseerd wordt
Corpus Christianum
- de geloofsgemeenschap werd gezien als middel om de gunst van God te winnen, dus collectieve plicht
- als daar een ketter inzat moest die verwijderd worden en dan kon het lichaam genezen
- dat kwam door reiniging: vaak met water en vuur
Preken
Opbouw door Joris van Eijnaten:
- Doctrinair: over de Christelijke doctrines en de uitleg daarvan
- Moreel: zetten in op de morele toepassing van de doctrines in het dagelijks leven
Structuur van preek
1: Exordium = inleiding
2: Discussie = aanhaling van relevante Bijbelteksten
3: Apllicatie = hoe de theologie moet worden toegepast in het hier en nu
Prediking ME//VMT
Continuïteiten
- massacommunicatie
- opvoering
- morele weerhaak
Discontinuïteiten
- Calvinisme is logocentrisch
- vaker dan alleen op feestdagen in steden
- niet alleen maar van speciaal opgeleidde predikers
Protestantse verzetstheorie
idee van Calvijn dat als het contract met God niet wordt nageleefd het volk zichzelf mag verdedigen, dat is geen oproep tot geweld, maar moet dan via de representatieve organen (in de praktijk werd hier niks van aangetrokken)
Benaderingen voor de Beeldenstorm
Kerkhistorisch
- religieuze denkbeelden van hervormers zijn tegen idolatrie
- maar Luther is ook tegen iconoclasme (later adiaphora: dingen die niet relevant zijn, want ze verspreiden wel geloof)
- Calvijn is strenger en werpt beelden wel af, maar de Beeldenstorm ook
Socio-economisch
- vanuit het Marxisme als klassestrijd tussen de haves en de have-nots
- die worden getroffen door een economsiche crisis
Politiek
- specifieke politieke stituatie in 1566 met het Smeekschrift etc.
- hierdoor kunnen Protestanten zich openlijk gana manifesteren
- daarvoor is een plek nodig, de Katholieke kerk is het handigste maar die moet wel eerst gezuiverd worden
Cultuurhistorisch
- focus op de rituele aspecten van de Beeldenstorm
- beelden als symbool voor de Kat.
- proberen dan onmacht van beelden aan te tonen door ze bijv. een nepproces te geven
Fases van de Beeldenstorm
1: West-Vlaanderen
2: Scheldestreek
3: Noordelijke gewesten (meer georganiseerd karakter)
Impact van Beeldenstorm
Prot.: bewuste vergeetpolitiek en opkomst van nieuwe Prot. kunst
Kat.: verloren erfgoed, in zuiden word continuïteit benadrukt en er waren lokale herinneringen, ook wordt het materiële aspect behouden in schuilkerken etc.
Oorsprong Martelaarschap
Komt van het woord getuigen en duikt voor het eerst op in de Bijbel, apostelen zijn hier getuigen omdat zij geleefd hadden met Jezus.
Tegelijk worden de 1e Christenen sterk vervolgd en dus evolueert de betekenis, tot er religieuze eenheid komt in 313.
Tijdens de Reformatie gaan er weer meer religieuze slachtoffers vallen waardoor de term weer een opmars maakt.
Toen werden martelaren gezien als intercessie: als voorspraak en glijmiddel richting god.
Worden van martelaar
- is een interpretative category: het wordt door andere bepaald (Brad Gregory)
- geloof maakt martelaar: door Augustinus, et gaat dan op basis van hoe gelovig je was etc.
- gedrag maakt martelaar: verband met Ars Moriendi, het gaat om hoe je sterft waarbij standvastig aan je geloof houden belangrijk is (en sociale klasse ook)
Waarom vond men martelaren interessant
Propaganda voor zielenvisserij
- meer zieltjes winnen voor eigen geloof
- wreedheid van Kat. weergeven
Exempel voor eigen gemeenschap
- consumptie en voorbeeld voor eigen groep
- vooral Prot. geloven dat het ware geloof wordt vervolgd en je zo door God op de proef wordt gesteld
Inkeer van Kat. vervolgers
- hoop op verandering van de vervolgers die zelf hun gruwelijkheden zouden inzien
Confessionalissering
- bepalen van religieuze identiteit op lange termijn door een collectieve herinnering te vestigen
Cultural memory
Term van Assmann: collectief geheugen als identiteisvormer
- Speichergedachtnis = opslagherinnering: passief reservoir aan bronnen die we kunnen gebruiken om het verleden te benaderen
- Funktiongedachtnis = actieve verhalenverteller: herinneringen die we daadwerkelijk selecteren om te gebruiken
Martelaars in NL bij Protestanten//Katholieken
Protestanten
- nemen het initiatief in de martyrologiën
- bevestiging van identiteit: kleine groep tegen kudde
- nadruk op getuigenis die de martelaren leveren
Katholieken
- komen later met het ‘Theatrum Crudelitatum’ van Verstegan
- komt door: verwarring post-Reformatie, nieuw elan na Trente en de chronologie van slachtoffers