REGS Flashcards

1
Q

Body of beliefs

A

Het geheel van religieuze ideeën: Heilige teksten, clerus en instituties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Body of believers

A

Socio-culturele praktijken en ervaringen (lived religion), het gaat dus om de manier waarop theologie vormgegeven wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Oorsprong van religiegeschiedenis

A

Begon als de kerkgeschiedenis van het instituut
- Chronologisch en triomfalistisch narratief
- Eusebius van Caeserea en Beda
In de 19e eeuw komt de geschiedwetenschap op en wordt kerkgeschiedenis een universitaire subdiscipline
- Elke religieuze groep schreef zijn eigen geschiedenis zonder interactie met andere stromingen
In de jaren ‘60 komt sociale geschiedenis en de history from below op
- Meer focus op gewone mensen en de lived religion
- Werd gevoed door de cultural turn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Religie en geweld als irrationeel en barbaars

A

Kerkhistorici: geweld een ongemakkelijke waarheid
Economische historici: vanuit het Marxisme zagen ze geloof als laagje venris op klassestrijd
Politieke historici: godsdienstoorlogen als uitwas van politieke factiestrijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Drijfveer van Christelijk geweld

A

Christelijke traditie van vervolging
- begon met Augustinus
- ketters moesten met dwang bekeerd wordne
- overtuiging dat zij de religieuze waarheid hadden
Confessionalisering
- als de Reformatie succesvoller wordt gaan de stromingen zich meer definiëren
- daarbij hoort ook het afzetten van de ander
- dus leidt tot othering en zwart-witdenken waarbij de ander gedemoniseerd wordt
Corpus Christianum
- de geloofsgemeenschap werd gezien als middel om de gunst van God te winnen, dus collectieve plicht
- als daar een ketter inzat moest die verwijderd worden en dan kon het lichaam genezen
- dat kwam door reiniging: vaak met water en vuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Preken

A

Opbouw door Joris van Eijnaten:
- Doctrinair: over de Christelijke doctrines en de uitleg daarvan
- Moreel: zetten in op de morele toepassing van de doctrines in het dagelijks leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Structuur van preek

A

1: Exordium = inleiding
2: Discussie = aanhaling van relevante Bijbelteksten
3: Apllicatie = hoe de theologie moet worden toegepast in het hier en nu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Prediking ME//VMT

A

Continuïteiten
- massacommunicatie
- opvoering
- morele weerhaak
Discontinuïteiten
- Calvinisme is logocentrisch
- vaker dan alleen op feestdagen in steden
- niet alleen maar van speciaal opgeleidde predikers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Protestantse verzetstheorie

A

idee van Calvijn dat als het contract met God niet wordt nageleefd het volk zichzelf mag verdedigen, dat is geen oproep tot geweld, maar moet dan via de representatieve organen (in de praktijk werd hier niks van aangetrokken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benaderingen voor de Beeldenstorm

A

Kerkhistorisch
- religieuze denkbeelden van hervormers zijn tegen idolatrie
- maar Luther is ook tegen iconoclasme (later adiaphora: dingen die niet relevant zijn, want ze verspreiden wel geloof)
- Calvijn is strenger en werpt beelden wel af, maar de Beeldenstorm ook
Socio-economisch
- vanuit het Marxisme als klassestrijd tussen de haves en de have-nots
- die worden getroffen door een economsiche crisis
Politiek
- specifieke politieke stituatie in 1566 met het Smeekschrift etc.
- hierdoor kunnen Protestanten zich openlijk gana manifesteren
- daarvoor is een plek nodig, de Katholieke kerk is het handigste maar die moet wel eerst gezuiverd worden
Cultuurhistorisch
- focus op de rituele aspecten van de Beeldenstorm
- beelden als symbool voor de Kat.
- proberen dan onmacht van beelden aan te tonen door ze bijv. een nepproces te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fases van de Beeldenstorm

A

1: West-Vlaanderen
2: Scheldestreek
3: Noordelijke gewesten (meer georganiseerd karakter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Impact van Beeldenstorm

A

Prot.: bewuste vergeetpolitiek en opkomst van nieuwe Prot. kunst
Kat.: verloren erfgoed, in zuiden word continuïteit benadrukt en er waren lokale herinneringen, ook wordt het materiële aspect behouden in schuilkerken etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Oorsprong Martelaarschap

A

Komt van het woord getuigen en duikt voor het eerst op in de Bijbel, apostelen zijn hier getuigen omdat zij geleefd hadden met Jezus.
Tegelijk worden de 1e Christenen sterk vervolgd en dus evolueert de betekenis, tot er religieuze eenheid komt in 313.
Tijdens de Reformatie gaan er weer meer religieuze slachtoffers vallen waardoor de term weer een opmars maakt.
Toen werden martelaren gezien als intercessie: als voorspraak en glijmiddel richting god.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Worden van martelaar

A
  • is een interpretative category: het wordt door andere bepaald (Brad Gregory)
  • geloof maakt martelaar: door Augustinus, et gaat dan op basis van hoe gelovig je was etc.
  • gedrag maakt martelaar: verband met Ars Moriendi, het gaat om hoe je sterft waarbij standvastig aan je geloof houden belangrijk is (en sociale klasse ook)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom vond men martelaren interessant

A

Propaganda voor zielenvisserij
- meer zieltjes winnen voor eigen geloof
- wreedheid van Kat. weergeven
Exempel voor eigen gemeenschap
- consumptie en voorbeeld voor eigen groep
- vooral Prot. geloven dat het ware geloof wordt vervolgd en je zo door God op de proef wordt gesteld
Inkeer van Kat. vervolgers
- hoop op verandering van de vervolgers die zelf hun gruwelijkheden zouden inzien
Confessionalissering
- bepalen van religieuze identiteit op lange termijn door een collectieve herinnering te vestigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Cultural memory

A

Term van Assmann: collectief geheugen als identiteisvormer
- Speichergedachtnis = opslagherinnering: passief reservoir aan bronnen die we kunnen gebruiken om het verleden te benaderen
- Funktiongedachtnis = actieve verhalenverteller: herinneringen die we daadwerkelijk selecteren om te gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Martelaars in NL bij Protestanten//Katholieken

A

Protestanten
- nemen het initiatief in de martyrologiën
- bevestiging van identiteit: kleine groep tegen kudde
- nadruk op getuigenis die de martelaren leveren
Katholieken
- komen later met het ‘Theatrum Crudelitatum’ van Verstegan
- komt door: verwarring post-Reformatie, nieuw elan na Trente en de chronologie van slachtoffers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Vluchteling

A

mensen die vertrekken omdat ze omwille van religieuze overtuiging vertrekken uit eigen land, maar bestond aanvankelijk niet =>
- ballingschap: analogie met Mozes en iets wat je overkomt
- vreemdeling: iedereen die niet uit de eigen gemeenschap kwam

19
Q

vormen van religieuze vlucht

A

Beschreven door Terpstra:
- Verdrijving: gedwongen vlucht, vaak is er een keuze tussen bekering of vertrek, begon al bij de Inquisitie of bij de vrede van Augsburg het ius emigrandi
- Zelfverkozen: zat ook een vorm van dwang/pressie achter, maar soms was dit tegen de wensen van het gezag in

20
Q

Fases van religieuze vlucht naar de Republiek

A

1 (1540-1572): Protestantse vluchtelingencentra voor de Raad van beroerten
2 (1572-1585): Katholieke vluchtelingencentra
3 (1580-1620): Protestanten vluchten naar het noorden

21
Q

Impact van religieuze vluchtelingen

A

Economisch
- Hugenoten waren aantrekkelijk voor steden, die dreven op migratie
- Weber: Protestantse Reformatie heeft met haar waardes de weg vrij gemaakt voor het kapitalisme
- Schilling: uitsluiting vluchtelingen stimuleert innovatie
- Maar ook: concurrentie, xenofobie en armoede als realiteit
Radicalisering
- Pettegree: ontwikkeling geloof in ballingschap
- => confessionalisering van de hardliners
- terugkeer: drukwerk en predikers in het Wonderjaar 1566

22
Q

Oorsprong van de ‘tolerante Republiek’

A

Opstand: die zou ook tegen de religieuze intolerantie van Filips II zijn
Verlichting: radicale Verlichting sterk in de Rep. waar er tegen ongeloof bestreden wordt, daarbij moet religieus fanatisme ook worden opgeheven wat tolerantie bevorderd

Praktijk: verhaal is teleologisch en positivistisch en stelt een binaire tegenstelling

NB: in de 18e eeuw was tolerantie wel echt een negatieve waarde

23
Q

Redenen dat Calvinisme geen staatskerk wordt

A

1: Ontbreken van staatshoofd
2: Numeriek ondertal
3: Exclusief lidmaatschap en censuur
4: Zwakke hiërarchie

24
Q

Joden in de Repulbiek

A

Waren ook andersgelovig maar opstelling was vaak pragmatisch en dus tolerant. Joden werden echter wel uitgesloten van gilden waardoor ze geen economische concurrentie vormden + NL zag zichzelf ook als Israël

25
Q

Mogelijkheden voor Katholicisme in de Republiek

A

Schuilkerken: men wist er van, maar deed alsof het niet bestond omdat het binnenshuis was. Hierdoor was er geen aantasting aan het Corpus Christianum
Recognitiegelden: betaling aan lokale schouts in ruil voor geloofsbeleidenis
Stadsbesturen: waren vaak pragmatisch uit eigen gewin => vervolging had geen zin en was slecht voor de handel
Patronage: vaak van adel of ambassades die een eigen Katholiek kapelletje hadden, waar je terecht kon

Maar: veel was instabiel omdat het wel illegaal was en er waren temporele en regionale verschillen

26
Q

Omgangsoecumene

A

= mensen willen ondanks religieuze verschillen wel met elkaar samenleven, en zelfs trouwen => komt door:
- geen gedwongen wijkvorming/segegratie
- economische samenwerking

27
Q

modellen voor tolerantie

A

Kaplan:
- individueel: in de Verlichting heeft ieder individu een eigen keuze waarover niemand iets te zeggen heeft (veel in de Rep)
- communautair: eerder te zien in 17e-eeuws Frankrijk, toleratnie kan je niet verlenen aan individuen mara alleen aan groepn

28
Q

Status quo voor Zeamon-Davis

A
  • Verklaring groepsgeweld uit socio-economisch perspectief
  • Religieus geweld wordt afgedaan als irrationeeel
    Kritiek van Davis:
  • stijgende graanprijzen niet ultieme reden voor geweld: ook geweld als er geen graantekort was
  • geweld vindt over hele sociale spectrum plaats (dus niet alleen arm tegen rijk)
29
Q

Definitie en conceptuele benadering Davis

A

Religieus geweld is iedere gewelddadige actie, woord of wapen ondernomen tegen religieuze doelen door mensen die niet officeel van een politieke/religieuze instantie zijn (bottom-up)

=> religieus geweld volgt bepaalde patronen, eb dus verklaarbaar als doelmatig cultureel fenomeen

30
Q

Doelen van religieus geweld volgens Davis

A

1: Ware geloof verdedigen en valse doctrines aanvallen
- Protestanten vernielen relieken
- Katholieken vernielen Prot. Bijbel uitgaves
2: Gemeenschap zuiveren, ketterij als vervuiling Corp.Christ.
- Beiden bestempelen elkaar als ziekte
- Remedie voor toorn van God is opruimen vervuiling
3: Mensen nemen recht in eigen hand als overheid nalaat
- Prot. leiden Kat. naar de gevangenis
- Kat. berechten Prot. alsof het een officiële executie is

31
Q

Overeenkomsten en verschillen Prot//Kat volgens Davis

A

Religieus geweld heeft bij beiden een ritueel karakter
Protestanten richten zich op objecten die ze als bedreigend zien
Katholieken richten zich meer op personen en vinden de fysieke aanwezigheid bedreigend

32
Q

Rites of violence

A

Religieus geweld heeft ritueel karakter gebaseerd op rituelen uit de eredienst. Vaak gaat zuivering namelijk met water of vuur en er is een rol van volksgebruiken zoals charivari’s/ Het doel daarvan is de slachtoffers te dehumaniseren

33
Q

Eerdere verklaringen voor afwezigheid van Kat. geweld in NL

A

1: Politieke stituatie => Frans machtsvacuüm // Spaanse Repressie
- Zowel Kat. als Prot. verzet tegen Filips II
- Geen verklaring voor uitblijven Kat. geweld
2: NL toleranter => vrijere cultuur en politiek klimaat door afhankelijkheid handel
- = Erastiaans gedachtegoed, maar zegt niets over gewone gelovigen
- Er was wel geweld onder Prot.
3: Kat. gaven weinig om hun geloof => minder orthodox en extreem dan in Frankrijk
- Ook in NL talloze processies etc.
- Geweld leidde tot pijn en verdriet

34
Q

Verklaringen voor Kat. passiviteit van Pollmann zelf

A

1: Afwezigheid preken en teksten met contra-argumenten
- Vaak in het Latijn
- Waarom: gelovigen moesten zich niet mengen met religieuze debatten en angst voor aanslaan ketterij
2: Waarom nam de NL. Kat. clerus een andere houding aan
- aard materiaal: Cal. propaganda ongrijpbaarder
- focus in 1e instatntie op interne kerk
- rol Jezuïten en Contrareformatie
- andere interpretatie opkomst Cal. als straf van God: in Fr is collectief geweld vorm van zuivering en boetedoening, maar in NL meer de boodschap dat gelovigen hun innerlijke tekortkomingen moeten beheren
3: Politieke factor
- band geestelijken Contrareformatie met hervorming bisdommen door Filips II en kardinaal Granvell

35
Q

Benaderingen voor materiële cultuur

A

History from things
- objecten als primaire bron
- object centraal en vertrekpunt
- daarna contextualiseren etc.
History of things
- historische analuse van de relatie tussen object en gebruiker
- vertrekpunt zijn dus primaire en secundaire bronnen over een object

36
Q

Rol materiële cultuur volgens van Bruane

A

Veel huisjes overleefden Beeldenstorm niet en uitgebreid werk van TImmermans
- nuanceren van tekstuele bronnen: reageert op Polmann en de passieve Katholieken => materiële cultuur werd orthodoxer, niet passiever
- gemene deler is fysieke en materiële utiing van geloofsbeleving, door beelden en praktijken (Kat.) of door fysiek afwijzen en specifieke objecten (Prot.)

37
Q

Verhalen over martelaarschap blijken minder nuttig volgens Pollmann door

A

1: Pluriformiteit in de Republiek
- geen eenduidige herinneringscultuur
- alleen binnen groepen
- a-religieus en seculiere herinneringscultuur
2: In zuid-NL waren Cal. in 1580 verslagen
- nadruk op continuïteit en triomf van de Kat. kerk

=> aparte herinneringscultuur’
- Noord: seculier verhaal van de Opstand
- Zuid: triomfalistische godsdienstoorlog

38
Q

Definitie egodocumenten

A

Verzamelnaam voor autobiografieën, memories, dagboeken en persoonlijke brieven. er zit een ik in en een ego onopzettelijk onthult of verbergt

39
Q

Voordelen van egodocumenten

A
  • Persoonlijke inkijk ervaringen historische actoren
  • Goede aanvulling kwantitatieve bronnen
  • Informatie die ontbreekt in officiële bronnen
  • Groepen die in officiële bronnen niet aan het woord komen
    => interesse voor actor-perspectief, microgeschiedenis en subjectiviteit
40
Q

Nadelen van egodocumenten

A

Inherent subjectief
Van een persoon
Onbetrouwbaar

41
Q

Perspectieven op egodocumenten

A

Literair: taalgebruik, retoriek, genres
Linguïstisch: structuur en stiltes
Historisch: tekst en auteur in historische context

42
Q

Tolerantie volgens Frijhoff

A

Omgangsoucume en praktische tolerantie
Kritiek: verwijst strikt genomen naar religieuze toenadering en pogingen tot samenbrengen een Christelijke kerk

43
Q

Tolerantie volgens Groenveld

A

Verzuiling = confessionally determined patterns of norms and values die de samenleving en contacten tussen mensen bepalen (pas na 1650, want daarvoor grote groep onbeslisten)
Circulair model: gezin/familie - onderwijs en liefdadigheid - andere culturele en socio-economische activiteiten
Kritiek: lokale historici en cijfers/statistiek zijn te onbetrouwbaar door bijvoorbeeld gedoging van gemengede huwelijken of onderrapportage