ME 2 Flashcards
Centrale Middeleeuwen als tijd van groei
Graan
Bevolking
Steden
Universiteiten
Macht van pausen en koningen
Intolerantie
Ideaal van Christelijke commune
Oratores (biddende)
Bellatores (vechtende)
Laboratores (werkende)
Peter Abelard
zag de aarde als Gods creatie die zelf kon functioneren: daardoor waren wonderen zeldzaam en waren er minder rechtszaken door beproeving
Byzantijnse rijk in de Centrale Middeleeuwen
Rond 1000 machtig door Basilius II (r.976-1025)
1056: stteds minder machtig door Seltsjoeken en kruistochten, tot Constantinopel geplunderd werd en pas in 1261 door Michael VIII werd gerestaureerd
Islamitische staten in de Centrale Middeleeuwen
Abbasidische rijk was klein door onafhankelijke kaliefen
Fatimiden worden vervangen door Ayyubiden en Mammelukken
Al-Andalus eerst Almoraviden en later Almohaden, tot einde Reconquista
Juridisch of rechtshistorisch model
zegt dat feodaliteit een systeem van landbezit en landgebruik dat gebaseerd is op tijdelijke en voorwaardelijke landgebruik-overeenkomsten en een sociale band (raad en hulp) is, daarmee verbonden zijn de leenhulde/hommage en investituur. Het systeem ziet er uit als een piramide met vorst-vazal-achtervazal-horige
Maar: mensen die aan verschillende leenheren een relatie hebben en daarbij de eed iedere keer veranderd afhankelijk van de situatie pas niet in het model
Marxistisch model
Gaat ervan uit dat historische ontwikkelingen het gevolg zijn van sociale en economische verhoudingen, zegt dat feodalisme een systeem na slavernij is waarbij het surplus wordt gevormd door de arbeid van horigen, leen en hof stelsel zijn in elkaar geschoven en de piramide is een manier van de elite om het surplus te onttrekken uit de arbeider
Het systeem is niet typisch Middeleeuws of Europees maar een vorm tussen slavernij en de industriële arbeider in
Sociaal-historisch of sociologisch model
komt van Marc Bloch die stelt dat feodaliteit de gehele samenleving omvat, met de volgende kenmerken:
-een onderworpen boerenstand,
-prevalentie van leengoederen voor diensten,
-de dominantie van een aristocratische strijdersklasse,
-het overheersen van persoonlijke banden van gehoorzaamheid,
-de versplintering van het openbaar gezag en
-het voortbestaan van andere (eerdere) vormen van verbondenheid
2 fases:
-late Karolingische periode tot de 11e eeuw (invallen zorgen voor afbraak centrale autoriteit)
- 11e-13e eeuw (erfelijke adel en ridder ideaal met hoofse cultuur)
Georges Duby ziet centrale autoriteit nog bestaan tot 1030 waar een geprivatiseerd systeem van rechtspraak door regionale heren => feodale revolutie:
- verdwijnen van traditionele vormen van slavernij en opkomst van horige boerenstand,
- vorming van een kerngezin,
- ontwikkeling van een ridderlijke klasse en
- een hevige periode van geweld door landheren
Kritiek op feodalisme
Elizabeth Brown: historici zijn concept van feodalisme gaan zoeken in de bronnen en hoe ze die daarin kunnen duwen en de vraag of het concept nuttig is als Middeleeuwers het niet kennen
Susan Reynolds: alleen iets wat wij in bronnen lezen, heeft niet bestaan
Charles West: kijken naar feodale revolutie zoals naar de industriële revolutie, langzame omwenteling en een uitvloeisel van de Karolingische formalisering van de macht
Renaissance van de 12e eeuw
term voor de 12e eeuw waarin het klimaat veranderd, er commerciële verbeteringen zijn en er steden worden gesticht => veranderend zelfbeeld, nieuwe initiatieven en een stedelijke schoolcultuur
Scholastieke methode
manier om de nieuwe influx van teksten te gaan ordenen, methode om teksten met elkaar te verzoenen door de logica, start met een quastio die je gaat beantwoorden in je tekst
Standaardwerken
Recht: Decretum van Gratianus
Theologie: Sententiën van Peter Lombardus
privileges van universiteiten
ius ubique docendi
clericale status
curriculum op de universiteit
trivum: grammatica, logica, retorica
quadrivium: meetkunde, astronomie, wiskunde en muziek
daarna doorleren in medicijnen, filosofie of recht
Eigenkloosters/eigenkerken
kerken of kloosters gesticht door een seculiere heerser die ook onder diens controle blijven doordat hij eigenaar blijft ban het land waarop dit gebouwd is (en dus ook kan besluiten om dit aan land aan een ander te geven)
investituur
het overhandigen van religieuze autoriteit aan een bisschop in een ceremoniële context
Hrotsvitha van Gandersheim
schreef propaganda voor de Ottonen in haar gesta ottonis
Reichskirkensysteem
idee dat de Ottonen en Saliërs een doelbewust systeem hadden voor hun kerkelijke invloed, vandaag de dag wordt dat betwist en gewezen op dat er ook andere partijen een rol speelden in de benoeming van bischoppen => meer een organische groei van hun macht
Kerkelijke hervormingen
-Back to basics beweging met het idee om terug te keren naar een meer pure en originele manier van het Christendom: strikte regel van Benedictus en primitieve kerk met monastieke idealen
-verschillende centra: Cluny en Gorze
-begon zich uiteindelijk steeds meer te concentreren op het concept van investituur: wie heeft de macht om een geestelijke aan te stellen
-Belangrijke figuren: Leo IX (p. 1049-1054), Stephan IX (p. 1057-1058), Alexander II (p. 1061-1073), Gregorius VII (p. 1073-1085) en Humbert van Silva Candida
=> monastieke waarden voor alle geestelijken, kerk moest vrij zijn van seculiere invloed en bevestiging van pauselijke suprematie
Leo IX
Paus (1049-1054) die de paassynode bijeenriep en vooral Nicholaïsme en Simonie wou uitroeien waardoor er door heel Europa decreten verspreid gaan worden die dit gaan proberen aan te pakken
Nicholaïsme
priesterlijk huwelijk
Simonie
het kopen van kerkelijke functies voor geld en in ruil voor trouw en functies, sommige hervormers zien dit als ketterij
Dictatus Papae
decreet waarin er pauselijke autoriteit geclaimd wordt, waaronder dat alleen de paus het recht op investituur heeft
excommunicatie
het uit de kerk zetten van iemand, waardoor ook zijn bezittingen werden weggehaald en daarmee ook de vazallen etc.
Pataria
beweging in Milaan die sterk tegen Simonie en Nicholaïsme inging, geleid door aspirantbischoppen tegen de gekozen bisschop door Henrik III, paus koos kant van beweging
Peter Damian
radicale hervormer die uiteindelijk kardinaal werd gemaakt maar zo nog steeds erg weinig daadwerkelijk kon veranderen
Humbert van Silva Candida
intellectueel die ‘three books against the simonies’ schreef waarin hij iedere vorm van invloed in de kerk weerde, dele van de kerkelijke hervormingen
Gregorius VII
paus van 1073 tot 1085 die veel hervormingen doorvoerde, ging een belangrijke rol in de investituurstrijd spelen, zorgde voor mindere invloed in de verkiezing van de paus, celibaat als regel en meer controle over de kerkelijke hiërarchie
Hendrik IV
Duits keizer van 1056-1105 die een belangrijke rol speelde in de investituurstrijd, erg jonge keizer en greep in bij de Milaanse investituurstrijd waar zijn kandidaat opzij was geschoven
Synode van Worms
1076: Hendrik IV verklaart dat Gregorius VII onrechtmatig paus was geworden waarna Gregorius hem excommuniceert
Duitse investituurstrijd
Gregorius excommuniceert henrik dus en zo kwamen de Saksische edelen in opstand tegen hem, ze ontmoeten in Canossa waar Hendrik boete doet en gregorius dat wel moet accepteren. Gregorius steunt echter kandidaat van duitse edelen voor keizer en er is weer ruzie waarna hendrik rome in 1084 inneemt, gregorius roept normandiërs om hulp die de stad plunderen waardoor hij geen steun van romeinen meer krijgt en hendrik clemens III tot paus maakt
Concordaat van Worms
1122: hendrik V (r. 1106-1125) en Calixtus II (p. 1119-1124) komen overeen over investituur, keizer mag alleen seculiere rechten (regalia) toekennen
inditio
geritualiseerde manier van boetedoening
2-zwaardentheorie
theorie dat god het spirituele en temporale zwaard aan de paus had gegeven, de paus mocht het temporale zwaard delegeren maar kon die altijd terugnemen
Hadrianus IV
paus van 1154-1159 die een Rome een rebellie olv Arnold van brescia neer moest slaan,
Innocentius III
paus van 1198-1216, een van de machtigste, jurist, die veel gedaan wist te krijgen, ging zich ook echt mengen in wereldlijke zaken
Bahya ibn Pakuda
Joodse filosoof die een onderscheid maakte tussen de taken van de ledematen en de taken van het hart
Moses Maimonides
Joodse filosoof die ‘guide for the perplexed’ schreef en later een grote invloed op Christelijke theologen had
4e Lateraanse concilie
1215: zette de Christelijke levensloop vast
Cluny-beweging
klooster gesticht in 910 door willem van aquitanië en abt berno, geheel onafhankelijk van donors, groeit later doordat meer kloosters zich erbij aansluiten, abt van Cluny is de baas over allemaal
Gorze
klooster die de congegratie van gorze vestigt, een confederatie van strenge Benedictijner kloosters, onafhankelijk van lokale heersers
Karthuizers
Orde die begint als Bruno van Keulen een kluizenaarsvesting sticht, iedere monnik heeft een eigen huisje
Reguliere Kannuniken
monniken die ook de mis runnen, volgen de regel van Augustinus die vrijer en korter is
Cisterciënzers
orde met een soberdere vorm van Benedictijner vorm, gaat geleid worden door Bernard van Clairveaux, gaan verschillende afgevaardigen sturen naar de algemene kapittel vergadering en vormen zo de eerste echte kloosterorde
Katharen
dualistische ketterij, splisting van menselijk lichaam en geest, weredlijke wereld als het kwaad en de spirituele wereld als goed en er is dus geen plaats voor lichamen in de Hemel en gaat dus tegen kernwaarden Christendom in (tegen sacrament en wederopstanding Jezus)
Waldensen
genoemd naar Waldo die in armoede gaat leven na de evangelieën te hebben gelezen, als ze gaan preken komen ze in conflict met de kerk
Humiliati
lekeninitiatief dat in 1184 veroordeeld wordt maar uiteindelijk weer verzoend waarna het weer een grote orde wordt in Italië
Dominicanen
bedelorde die begint als een groep kannuniken die zich gaan bezighouden met de bestrijding van Katharen, zoeken snel de steden op waar ze scholen gaan stichten, volgen regel van Augustinus
Franciscanen
bedelorde gesticht door Franciscus van Assisi, worden in 1209 goedgekeurd door Innocentius III, armoedig gerdag en later een orde van geleerde theologen, hebben een eigen regel
Apostolische leven van de vrouw
eerste kloostergemeenschappen zijn vrouwelijk
reclusen: vrouwen die zich opsluiten en leven op giften
Begijnhoven of in dubbelkloosters
Clarissen
naar clara van assisi, sluiten izch later aan bij de franciscanen
Cura monialium
als mannen zich spiritueel verantwoordelijk voelen voor vrouwen
Militaire ordes
ordes die hielpen de politieke grenzen van het Christendom te verleggen: Tempeliers, Hospitatles en Teutoniërs
mochten als monnik wapens hebben om zo pelgrims te beschermen, maar groeide uit tot de bankiers van Europa
Reconquista
het veroveren van de Christenen het Iberisch schiereiland op de moslims, in 1085 werd Toledo veroverd, en in 1212 toen Innocentius III een kruistocht hiertegen opriep werden de moslims verslagen in de slag bij Las navas de tolosa
Normandiërs in Sicilië
in 1047 komt Robert Guiscard in Sicilië aan als huursoldaat, maar wordt in 1059 middels het verdrag van Melfi hertog en vazal van de paus, in 1060 gaat hij dan ook echt gebied veroveren samen met zijn broer Roger, uieindelijk wordt Roger II in 1130 gekroond tot koning van Sicilië
Hendrik II (EN)
Engelse koning (r. 1154-1189) die Ierland binnen viel
1e Kruistocht
1096-1099: Startte toen Alexios Comnenos Urbanus II (p. 1088-1099) om hulp vroeg, bestond uit gewone stroom en professionele stroom, onstaan na speech op het concilie van clermont (1095), weten uiteindelijk Jeruzalem te veroveren waarna er verschillende kruisvaardersstaten ontstaan
Deus Lo Vult
god wil het
2e Kruistocht
1147-1149: toen Edessa viel in 1144 riep Eugenius II weer op tot een kruistocht met als tegenstander Saladin, hierbij hielpen ook de preken van Bernard van Clairveaux en de militaire ordes
3e Kruistocht
1189-1192: als bij de slag bij Hattin Saladin Jeruzalem innneemt is het weer zo ver, deze keer met een dreamteam van Richard I van Engeland, Filips Augustus van Frankrijk en Frederik Barbarossa, andere route via zee, maar mislukt volledig
4e Kruistocht
1202-1204: weer poging om Jeruzalem in te nemen, opgeroepen door Innocentius III, maar plunderen Constantinopel
Latere kruistochten
5e kruistocht: 1213-1221
6e kruistocht: 1228
7e kruistocht: 1248-1254
8e kruistocht: 1270
Kinderkruistocht
tragische kruistocht in 1212 met alleen maar kinderen
Albigeneesze kruistocht
kruistocht tegen de Katharen in zuid Frankrijk (1209-1229)
Wendische kruistoch
kruistocht van Duitsers en de Teutoniërs tegen heidense Slavische volkeren
verschillende kijken op wat een kruistocht is
traditionalisten: kruistocht moet Jeruzalem als einddoel hebben
Pluralisten; elk initiatief met pauselijke autorisatie is een kruistocht
spiritueel: alles met een spirituele impuls is een kruistocht
generalisten: alles met een vorm van heilige oorlog is een kruistocht
Keizer
oorspronkelijk legeraanvoerder, universele machtsaanspraak
Koning
erfelijk leider van een land, positie in principe voor altijd, godelijke link enafhankelijk van prestige
Hertog
legeraanvoerder namens koning/keizer die bestuurder werd in een veroverd gebied
Graaf
functionaris die namens de koning toezicht houdt op een bepaald gebied of activiteit
Lothar III
keizer van het HRR (r. 1125-1137) gekozen omdat hij niet zo machtig was
Conrad III
keizer van het HRR (r. 1138-1152), vooral gekozen omdat hij niet zo machtig was
Frederik Barbarossa
Keizer van het HRR van 1152 tot 1190, gelimiteerd feodalisme, ruzie met Italiaanse steden maar verloor de slag bij legnano in 1176 waarna zijn aandacht naar het zuiden ging en zijn zoon daarin trouwde
Alexander III
paus van 1159-1181 die steun verleende aan de steden in Lombardije
Henrik VI
keizer van het HRR van 1190-1197, ook koning van Sicilië in 1194
Slag bij Bouvines
1214: slag waarin uiteindelijk de opvolging van Hendrik VI beslist werd, Frederik II wist te winnen en werd keizer van 1215-1250
Frederik II
keizer van 1215-1250, anti-klerikaal en had vooral aandacht voor Sicilië dat hij uiteindelijk door belastingen verarmde en zo in zijn latere regering veel opstanden te verduren kreeg
Innocentius IV
paus van 1243-1254 die Frederik II excommuniceerde
Interregnum
1254-1273: tijd dat het HRR geen keizer had, eindigde toen Rudolph van Habsburg (r. 1273-1291) de kroon pakte
Driedeling van Italië na 1250
Semizelfstandige stadstaten in het noorden
Pauselijk staat in het midden
Koninkrijk Sicilië in het zuiden
Begin van de Anglo-Normandische staat
Rollo krijgt van Karel de Eenvoudige Normandië in 911
Richard I huwt dochter Emma uit aan Etheld de Onklare in 1002 die samen Edward en Alfred krijgen
Als Sven Gaffelbaard in 1014 aankomt in Engeland vluchten ze naar Normandië, na zijn dood weten Emma en Ethelred Engeland weer te veroveren
Na zijn dood in 1016 komt Knoet aan, Emma stuurt zoons naar Normandië en trouwt met Knoet, zij krijgen zonen Harthacnut en Gunnhild
Knoet sterft rond 1030, Hartacnut weet de troon te winnen maar wordt ziek en zo wordt Edward (de Belijder) zijn cokoning en later koning
Edward wordt gedwongen om zoon van hertog, Harold, als opvolger aan te wijzen, Willem de Veroveraar is hier niet blij mee en valt in 1066 binnen waarna hij koning wordt
Massacre of St. Brices Day
1002: als deense huursoldaten door Emma vermoord worden in Engeland