INT Flashcards
Elementen van een soevereine staat
- Gezagsstructuur: het geheel van instellingen die publiek gezag uitoefenen
- Grondgebied: obv ontdekking, effectieve bezetting of verdragsbepalingen
- Bevolking: bestaansreden van de staat, geen minimum
Oprichting IO
Eis: er is minimaal een permanent orgaan met zelfstandige bevoegdheden
Persistent objector
iemand die tijdens de vorming van het gewoonterecht al aangeeft dat hij deze regel niet aanvaard
Procedurs om binnen een IO een besluit te nemen
- Unanimiteit: instemming van alle leden van de organisatie is vereist
- Consensus: alle leden kunnen leven met een besluit en verzetten zich niet
- Meerderheid: individuele staten kunnen worden overstemd
Pacta sund servanda
een in werking getreden verdrag verbind de partijen en moet te goeder trouw ten uitvoer worden gebracht
Criteria van de onrechtmatige daad
- schending van een internationale verplichting
- toerekening
Verdedigingsgronden van de onrechtmatige daad
- overmacht: staten die gedwongen zijn om op een bepaalde manier te handelen
- noodtoestand: schending door iemand die zijn eigen leven, of dat van anderen, probeert te redden
- noodzakelijkheidL als de staat vitale belangen moet beschermen: essentieel, ernstig, onmiddelijk en geen andere weg
- Zelfverdediging: kan alleen ten aanzien van het verbod op geweld
- een onrechtmatige daad om een andere onrechtmatige daad te verhelpen
Rechtsherstel na de onrechtmatige daad
- restitutie: herstel van oude situatie
- schadevergoeding: van de geleden schade
- genoegdoening: bijv. een erkenning of een spijt betuiging
Gelaedeerde staten
staten wiens subjectieve rechten zijn geschonden
Gronden van jurisdictie
- territorialiteit: binnen zijn grondgebied is de rechtsmacht van een staat in beginsel onbeperkt + buitenlandse handelingen met effect op eigen grond
- nationaliteit: gezag over onderdanen; actief: alle personen met die nationaliteit; passief: niet-onderdanen die schade toebrengen aan onderdanen
- bescherming: een staat met rechtsmacht buiten eigen grond als deze handelingen vitale belangen van de staat kunnen raken
- universaliteit: staten kunnen een beperkte bevoegdheid krijgen over personen op wie de andere gronden niet van toepassing zijn, maar wel fundamentel warden van het IR schenden
Immuniteit
uitzondering op de territoriale immuniteit van staten
- functioneel: gaat over handelen in de vertegenwoordigende functie
- persoonlijk: voor al het handelen, gaat weg na beëindiging van ambt
Meest begunstigende-beginsel
staten moeten producten uit alle landen gelijk behandelen: als je een handelsvoordeel aan een verdragspartij geeft, geldt die ook voor alle andere verdragspartijen
Nationale behandeling - beginsel
landen mogen eigen producten niet beschermen
Procedure bij de WTO-rechter
- klacht bij DSB
- niet-juridisch panel oordeelt over casus
- rapport is bindend
- hoger beroep bij de AP (wel juridisch)
Eenzijdige geschillenbeslechting
- retorsies: bijv. het verbreken van diplomatieke betrekkingen, zijn in beginsel niet door IR verboden
- represailles: zijn wel door IR verboden, maar mogen als tegenmaatregel (allen injured states)
Jurisdictie van het EHRM
- ratione materiae: heeft de klacht betrekking op het EVRM
- ratione temperis: gebeurde het terwijl de staat lid was van het EVRM
- ratione loci: is het gebeurt op het grondgebied van een EVRM-partij
organisatie van IO’s
- intergouvermenteel: respect voor elkaar soevereiniteit en een meer horizontale opzet
- supranationaal: meer een verticale opzet en besluiten kunnen worden afgedwongen
Domeinen van het internationaal recht
horizontaal: vooral tussen staten onderling
verticaal: supranationale organisaties
Theorieën van staatserkenning
- declaratoir: de erkenning van staten kan plaatsvinden, maar dat zegt niks over het zijn van een staat
- constitutief: zonder erkenning van een staat, bestaat die staat niet
Bronnen van het internationaal recht
- gewoonterecht (usus en opinio iuris)
- verdragen
- besluiten van IO’s (maar werken vaak alleen intern)
- algemene rechtsbeginselen