NL GS Flashcards

1
Q

Juliana

A

Nederlandse koningin, gaat in 1943 en 1944 op bezoek in Suriname en de Antillen, Greet-Hofmans affaire, verleent Willi Lages gratie na morele bezwaren omtrent doodstraf, koningin van 1948-1980

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Jozef Nassy

A

Surinaams kunstschilder en actief in het verzet tijdens WO II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rutger Jan Schimmelpenninck

A

Werd in 1804 gevraagd om een nieuwe grondwet te schrijven, werd in 1805 de facto alleenheerser van Nederland voor een jaar, moest aftreden nadat Napoleon vond dat er te weinig en te langzaam met zijn beleid gebeurde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Richard D’Alton

A

Generaal in Oostenrijkse Nederlanden namens Oostenrijk. Slaagt er niet in om de rebellie te onderdrukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ferdinand von Trauttmansdorf

A

Bestuurde namens Jozef II de Oostenrijkse Nederlanden, schaftte veel verkregen rechten af en zorgde daarmee indirect voor de Brabantse Omwenteling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Jan Frans Vonck

A

Leider van de opstand in 1790 tegen het Oostenrijkse gezag, beroepte zich meer op de Franse Revolutie en zocht aansluiting bij het volk en de patriotten, leider van de vonckisten en Pro Aris et Focis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rerum Novarum

A

Toespraak van paus Leo XIII in 1891 waarin hij opriep tot betere werkomstandigheden voor Katholieke arbeiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Conferentie van Berlijn

A

Conferentie van 1884-1885 waarin onder andere Congo als gebied van Leopold II werd erkent en werd afgesproken dat men ook daadwerkelijk in een kolonie aanwezig moest zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Abraham Kuypers

A

Nederlands Ortodox-Protestantse politicus, richtte in de 1870s de ARP op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Aprilbeweging

A

Beweging in 1853: Protestants protest tegen Katholieken en Thorbecke-kabinet, omdat die te weinig begrenzingen voor Katholieken oplegde. Emancipatie zou alleen mogelijk zijn als de Katholieken zich gedeisd hielden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Adolphe Nothomd

A

Nederlands politicus die opriep tot bescherming van het confessionele onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Charles Rogier

A

Belgisch liberale politicus, grondlegger van de Belgische staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Johan Rudolf Thorbecke

A

Voornaamste Nederlandse hervormer van 1848, liberaal die streefde naar een erg actieve burgerij. In zijn tweede kabinet lag er een focus op verbetering van de infrastructuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Koning Willem II

A

Was van 1840-1849 koning , voerde een liberaal parlementair stelsel in uit angst voor een revolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Cultuurstelsel

A

Stelsel, bedacht door Johannes van den Bosch, met idee dat de inheemse Indonesische bevolking een deel van het jaar gratis arbeid moest leveren voor de Nederlandse staat. 1830-1870

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Raad van Beroerten

A

Speciale rechtbank voor ketters, ingesteld in 1567 door Alva, zorgde voor veel verzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Oostenrijkse Successieoorlog

A

Oorlog over de acceptatie van Maria Theresa als keizerin van Oostenrijk, tijdens deze oorlog viel Frankrijk de Zuidelijke Nederlanden binnen, gaf impuls aan bestuurlijke vernieuwing (1740-1748)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Lodewijk Bonaparte

A

Van 1806-1810 koning van Nederland in naam van Napoleon, na afzetting van Schimmelpenninck. Hierna werd Nederland ingelijfd bij Frankrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

SDAP

A

Sociaal-democratische partij, opgericht in 1894, werd groot doordat ze ook liberale ideeën hadden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Atjeh-oorlog

A

Oorlog in Indonesië van 1873-1914

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Imagined Communities

A

Een verbeelde gemeenschap, een voorbeeld daarvan is de natiestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Greet-Hofmans Affaire

A

Affaire rondom Greet Hofmans die veel invloed kreeg aan het hof van Juliana, was erg spiritueel en organiseerde bij Juliana verschillende ontmoetingen en lezingen, 1956

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Willi Lages

A

Kopstuk van de SD, Juliana verleent gratie aan hem omdat ze morele bezwaren tegen de doodstraf heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Product

A

Naam voor de 1e politionele actie, vond plaats in 1947

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Huib van Mook

A

Luitenant die eigenhandig in 1947 het akkoord van Linggadjatie opgeeft en start met de 1e politionele actie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Akkoord van Linggadjatie

A

Akkoord tussen Nederland en Indonesië in 1946 waarbij de Nederlands-Indonesische unie gevormd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Koning Willem I

A

Zoon van stadhouder Willem V, wordt in 1813 onthaald als bevrijder van Nederland, streeft een staatskerk na, wordt ook wel koning koopman genoemd door het oprichten van verschillende economische instellingen. Koning van 1815-1840

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Karel II

A

Na zijn dood in 1702 nam de chaos toe, tijdens zijn opvolger Karel VI waren er verschillende regimes die naast elkaar functioneerde in de zuidelijke Nederlanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Willem III

A

Stadhouder van 1675-1702 en later ook koning van Engeland, trekt zich op als beschermer van Protestants Europa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Rampjaar

A

1672, als de Republiek wordt aangevallen door Engeland, Frankrijk en Münster tegelijkertijd. Zorgt voor veel onvrede over regenten en Johan de Witt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Johan de Witt

A

Raadspensionaris, werd machtig tijdens het eerste stadhouderloze tijdperk maar gelyncht na onvrede na het Rampjaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Willem van Oranje

A

Leider van de Opstand, toont zich als beschermer van het Protestantisme en als vader des vaderlands, in principe eerste Oranje-stadhouder van 1572-1584

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Pim Fortuyn

A

Nederlandse populistische politicus, werd na 9/11 populair, maar neergeschoten, erg kritisch op de Islam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Liberaal Manifest

A

Geschriften van de VVD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

VVD

A

Liberale Nederlandse Partij, opgericht in 1981

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Thierry Baudet

A

Nederlands rechts-populistisch politicus, oprichter van FvD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Geert Wilders

A

Nederlands rechts-populistisch politicus, oprichter van de PVV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Java-oorlog

A

Oorlog op Java van 1825-1830 tussen Nederland en prins Djponegoro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Leopold I

A

Werd door Belgisch revolutionairen naar voren geschoven als koning van België

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Johannes Henricus van der Palm

A

Belichaming van de politiek die gericht is op zo min mogelijk politiek opvatten en vermijden van discussie, door dissidente geluiden te onderdrukken en op een onzichtbare manier een politiek standpunt in te nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Gijsbert Karel van Hogendorp

A

Bestuurde Nederland na val van het Franse regime, maakte een nieuwe grondwet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Alexander Gogel

A

Secretaris van financiën onder het eenhoofdig bestuur van Schimmelpenninck. Maakte een nieuw belastingstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Romusha

A

Indonesische mannen die gedwongen werden om voor de Japanners te werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Sukarno

A

Indonesisch onafhankelijkheidsstrijder, richtte in 1927, werkte samen met de Japanners en riep in 1945 de onafhankelijkheid uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Sarekat Islam

A

Eerste grote politieke beweging die streed voor de onafhankelijkheid van Indonesië, actief van 1912-1927

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Bloedplakkaten

A

Wetten in 1550 die gingen over de vervolging van ketters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Wilfrid

A

Abt uit Engeland die Friezen wilde kerstenen, komt in 678 aan bij Altdisel waar hij een halfjaar vredig logeert. Maakt qua kerstening geen indruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Filips II

A

Koning van Spanje en landsheer van Nederland, bind zijn koningschap sterk aan religieuze autoriteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Boeteboek van Beda

A

Boek, misschien van Willibrord, over Friesland, komt het idee vandaan dat Friezen kinderen zouden offeren, wat niet waar is. Ook zouden Friezen aan mensenoffers en crematies doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Conformisme

A

Het aanpassen aan gedrag en opvattingen die heersen in een groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Februari staking

A

Protest in 1941 tegen de deportaties van Joden in Nederland, hierna verharde de relatie tussen Nederlanders en de bezetters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Wilhelmina

A

Koningin van Nederland tijdens WO II, wist in deze periode enorm populair te worden, koningin van 1890-1948, maar eerste jaren onder regentschap van Emma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Arthur Seyss-Inquart

A

Leider van het burgerlijk bestuur in Nederland tijdens de Duitse bezetting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Hendrik Colijn

A

Premier van Nederland namens de ARP tijdens de voorjaren van WO II, van 1925-1926 en van 1933-1939

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

NSB

A

Nederlandse facistische partij, werd in 1935 groot maar verloor vervolgens veel stemmen toen deze radicaliseerde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Groot-Nederlandse Beweging

A

Beweging die band met Vlaanderen wou versterken, sloeg echter nooit echt aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Herman Adriaan van Karnebeek

A

Nederlands minister van buitenlandse zaken, zorgde dat België geen gebied van Nederland kreeg na WO I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Hugo de Groot

A

Nederlands intellectueel, bedacht de ‘ware vrijheid’ met link naar de Bataven als uitleg waarom de Nederlandse Opstand wel gerechtvaardigd was, en andere niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Luis de Lannoy

A

Antilliaans verzetstrijder in Nederland tijdens WO II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

Boy Ecury

A

Arubaans verzetstrijder in Nederland tijdens WO II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

Collective memory

A

Herinnering van een groep, er is ook sprake van sociale amnesia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

Bijltjesdag

A

Dag na WO II waar afgerekend werd met collaborateurs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

Henriëtte Holst

A

Anti nationaal-socialist, schreef exil-literatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q

Johan Huizinga

A

Sprak zich in 1935 uit tegen de neutraliteitspolitiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

Vreemde Oosterlingen

A

Niet Indonesische Aziaten in Indonesië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
66
Q

Inlanders

A

Naam voor de inheemse bevolking van Indonesié

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
67
Q

Agrarische wet de Waal

A

Wet die in 1870 een einde maakt aan het cultuurstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
68
Q

Onderdaanschapswet

A

Wet uit 1910 die Vreemde Oosterlingen en Inlanders wel onderdanen maakt, maar geen burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
69
Q

Nationaliteitswet

A

Wet uit 1892 waarin wordt vastgelegd dat Inlanders en Vreemde Oosterlingen hun Nederlandse nationaliteit verliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
70
Q

Lombok expeditie

A

Bloedige oorlog in 1894 op Indonesië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
71
Q

Jan Pieterszoon Coen

A

VOC gouverneur van Indonesië, begint met het verwijderen van de volledige inheemse bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
72
Q

Padri oorlogen

A

Oorlog van 1821-1837 op West-Sumatra, Padri’s hingen een strengere leer van de Islam aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
73
Q

Grote Postweg

A

Project in Indonesië van 1809-1810 waar veel inheemse arbeiders stierven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
74
Q

Biscchoppelijk Herstel

A

In 1853 een herstel van de bisschoppelijke heirarchie in Nederland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
75
Q

Oranjerestauratie

A

Als in 1787 na de Patriotse Revolutie Pruisen binnenvalt en de Oranjes herstelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
76
Q

Social battleground

A

Als iets wat er eigenlijk niets mee te maken heeft wordt gebruikt om een algemeen probleem aan te kaarten, bijvoorbeeld Sinterklaas en bestraffing van kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
77
Q

Intersectionaliteit

A

Maatschappelijke ongelijkheid langs verschillende assen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
78
Q

Clash of civilizations

A

Idee na 9/11 van onder andere Pim Fortuyn en Theo van Gogh, geeft aan dat er behoefte is aan sociale en culturele controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
79
Q

Vrede van Breda

A

Vrede in 1667 tussen de Republiek en Engeland waarin ze New York afstaan na de 2e Nederlands-Engelse oorlog, was door Michiel de Ruyter in principe gunstig voor de Republiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
80
Q

Vrede van Westminster (1)

A

Vrede in 1654 tussen de Republiek en Engeland waarin de akte van seclusie wordt opgenomen: Willem III mag nooit stadhouder worden omdat hij aanspraak maakt op de Engelse troon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
81
Q

Eerste Stadhouderloze Tijdperk

A

Periode van 1650-1675 zonder stadhouder na het overlijden van Willem II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
82
Q

Hendrik van der Noot

A

Politicus, aanvoerder van de satisten, richt eigen verenigde staten op ten koste van het Oostenrijkse gezag in 1790, tijdens de Brabantse Omwenteling. Satisten waren conservatief en wouden herstel van het ancien regime.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
83
Q

Jozef II

A

Verlichte Oostenrijkse keizer van 1780-1790, hervormde ook de Zuidelijke Nederlanden maar na zijn dood werd er veel teruggedraaid. Tijdens zijn regime hervormde hij de kerk waardoor hij religieuze autoriteit verloor, zo had hij weinig gezag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
84
Q

Joan Derk van der Capellen tot den Pol

A

Grondlegger van het Nederlands patriotisme, schreef ‘aan het volk van Nederland’ dat een aanval was op de stadhouder en de politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
85
Q

Willem V

A

Stadhouder van 1751-1795 totdat de Fransen in 1794-1795 binnenvallen, vlucht dan naar Engeland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
86
Q

Anna van Hannover

A

Treed op als regentes voor Willem V in 1751

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
87
Q

Willem IV

A

Stadhouder van 1747-1751, doet niks met burgers uit de middenklasse. Benoemd na de Orangistische revolutie toen de Franse legers binnenvielen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
88
Q

Karel van Lotharingen

A

Regeerder en landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden tijdens Maria Theresa, zette in op landbouw, nijverheid, wetenschap en onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
89
Q

Maria Theresa

A

Oostenrijkse keizerin en heerseres over de Zuidelijke Nederlanden, wist met handelstarieven de eigen economie te beschermen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
90
Q

Jan van Brouchoven

A

Richtte een eigen succesvolle handelscompagnie op in Vlaanderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
91
Q

Filips de Schone

A

Hertog, 1482-1506, draaide een aantal verworven bevoegdheden terug, hierdoor beseften de gewesten zich dat ze beter met elkaar af waren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
92
Q

Karel de Stoute

A

Hertog, 1467-1477, oorlogszuchtige hertog, centralisatie diende vooral zijn eigen belang, hierdoor groeide steden en gewesten naar elkaar toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
93
Q

Leliaerds VS. Klauwaards

A

Conflict in Vlaanderen.
Leliaerds: koningsgezinde patriciërs
Klauwaards: graafsgezinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
94
Q

Hoekse VS. Kabeljauwse

A

Conflict in Holland en Utrecht
Kabeljauwse: aanhangers van Willem V
Hoekse: aanhangers van Margareta van Beieren
Op een gegeven moment werden de Kabeljauwen burgers en gezien als de gevestigde orde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
95
Q

Filips de Goede

A

Hertog, 1419-1467, oorspronkelijk alleen hertog van Bourgondië en Vlaanderen, maar breidde territorium uit naar Brabant, Zeeland, Limburg, Holland, Henegouwen en Luxemburg. Begon met centralisatie door de oprichting van de orde van het Gulden Vlies, centrale rekenkamers, hooggerechtshoven en de Staten-Generaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
96
Q

Blijde Inkomst

A

Document uit Brabant uit 1356 waarin werd vastgelegd dat onderdanen niet trouw hoefde te zijn aan een slechte heerser

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
97
Q

De 7 steden

A

Stedelijk samenwerkingsverband in Vlaanderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
98
Q

Hanze

A

Stedelijk samenwerkingsverband in Gelre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
99
Q

Plakkaat van Verlatinge

A

Plakkaat uit 1581 waarin staat dat men op zoek gaat naar een nieuwe vorst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
100
Q

Jan zonder Vrees

A

Bourgondische hertog, 1404-1419, had conflict met Franse koning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
101
Q

Floris V

A

Graaf van Holland, krijgt veel gebied maar wordt uiteindelijk vermoord door lokale adel die hun macht zien verminderen, onder andere Gijsbrecht van Amstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
102
Q

Slag bij Vlaardingen

A

Slag tussen graaf Dirk III en de prinsbisschop van Utrecht in 1018, wordt gezien als de onafhankelijkheid slag van Holland, Dirk III weet deze slag uiteindelijk te winnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
103
Q

Dirk I

A

Zoon van Gerulf, graaf van Friesland, sticht het belangrijkste klooster van Egmond op land dat hij gekregen had van de Frankische heerser

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
104
Q

Godfried de Deen

A

Krijgt van de Frankische heer een gebiedje toegewezen, vanaf 882 is hij graaf van Friesland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
105
Q

Willibrord

A

Engels missionaris die in 690 in Nederland komt, vestigt zich in Utrecht en zoekt een alliantie met Pepijn II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
106
Q

Bataven

A

Volks waar Nederlanders vanaf zouden stammen, hadden een verbond met de Romeinen en hadden andere stammen als clienten, zoals de Cannefaten

107
Q

Chatten

A

Volk waar de Bataven van zijn afgesplitst

108
Q

Identiteit

A

Een cultureel sociaal construct, etnische identiteit wordt vaak gevormd door taal, religie, gewoontes en geschiedenis

109
Q

Radboud

A

Belangrijk krachtig leider van de West-Friezen, weet in 697 Dorestad te veroveren. Wordt in de geschiedenis telkens gebruikt voor eigentijdse doeleinden

110
Q

Dorestad

A

Langgerekte stad op de plek van Wijk bij Duurstede, grote handelsstad op grens tussen Friezen en Saksen

111
Q

Frisia

A

Gebied in het noorden van Nederland, bestaat uit:
Oost-Frisia: tussen de Wezer en Lauwwers
Centraal-Frisia: tussen de Lauwwers en de Vlie
West-Frisia: tussen de Vlie en de Zwin

112
Q

Bataafse Opstand

A

Opstand in 69-70 onder leiding van Julius Civilis (ook wel Claudius Civilus), deed alsof hij Vespasianus steunde waardoor de opstand groot kon worden

113
Q

Limes

A

Contactzone tussen Romeinen en barbaren, bestond in Nederland uit reeks forten langs de Rijn

114
Q

Karel de Grote

A

Frankische koning, later keizer, herschrijft zijn eigen familiegeschiedenis en bekeert de Saksen met geweld

115
Q

Gerulf

A

Vazal van Godfried de Deen, vermoord hem en sticht eigen Gerulfingische dynastie

116
Q

Otto II

A

Keizer van het Heilige Roomse Rijk, trouwde met Byzantijnse prinses Theophanu die Sinterklaas introduceerde in Nederland

117
Q

Slag bij Dordrecht

A

Slag in 1049 tussen de graaf van Holland en de prinsbisschop van Utrecht, keizer van het Heilige Roomse Rijk steunt hem en ze weten te winnen

118
Q

Slag bij Heiligerlee

A

Eerste slag tussen Spanjaarden en Willem van Oranje in 1568, Oranje verliest, wordt als startpunt gezien van de Opstand

119
Q

Willem van der Marck

A

Leider van de watergeuzen die in 1572 per ongeluk Den Briel innemen, nadat de statenvergadering van Holland Willen van Oranje uitroept tot stadhouder verdwijnt hij van het toneel

120
Q

Willem van der Bergh

A

Legerleider van Willen van Oranje, neemt na de verplaatsing van de Spaanse troepen richting het zuiden grote delen van Nederland in

121
Q

Pacificatie van Gent

A

Overeenkomst van alle gewesten om zich aan te sluiten in een Generale Unie in 1576, verleende amnestie voor oorlogshandelingen en de Staten-Generaal moest op termijn een oplossing bedenken voor het religieuze vraagstuk

122
Q

Don Juan van Oostenrijk

A

in 1576 landvoogd van de Nederlanden, poging tot vrede mislukt

123
Q

Verdrag van Atrecht

A

Edelen, malcontenten, in de zuidelijke Nederlanden die Oranje niet als vanzelfsprekende leider van de Opstand zien sluiten een verdrag, verzoende zich met de Spaanse koning en nam het Katholicisme in acht in 1579, later zou zelfs een vrede met de Spaanse koning volgen

124
Q

Verdrag van Utrecht

A

Overeenkomst tussen de noordelijke gewesten dat Oranje en de Hollandse steden samen zouden oorlog voeren, ook worden er andere staatskundige zaken geregeld, 1579

125
Q

Johan van Oldebarneveld

A

Landsadvocaat en nieuwe leider van de Republiek, onthoofd na staatsgreep van Maurits

126
Q

Maurits

A

Stadhouder en militair leider, wil oorlog blijven voeren, pleegt in 1618 een staatsgreep na conflict met van Oldebarneveld

127
Q

Remonstranten VS. Contraremonstranten

A

Religieus conflict
Arminius: andere vorm van predestinatie
Gomarus: Arminius is een crypto Katholiek
Nadat Holland zich er mee gaat bemoeien krijgt het een politieke dimensie, veel kritiek op de macht van Holland

128
Q

Filips III

A

Landheer die een opheffing van de blokkade van de Schelde wou, door deze eis liepen vredesbesprekingen uit op het 12-jarig bestand

129
Q

Frederik Hendrik

A

Stadhouder, 1625-1647, die vanaf 1628 weer militaire successen wist te behalen

130
Q

Generaliteitslanden

A

Gebieden die bestuurd werden door de Staten-Generaal, maar geen stem hadden daarin. Fungeerden vooral als bufferzone

131
Q

Filips IV

A

Spaanse landheer die na oorlogen, economische malaise en handelsbelemmeringen wel moest praten over vrede met de Republiek

132
Q

Willem II

A

Stadhouder, 1647-1650, kwam in conflict met Holland en sloot een aantal regenten op, na zijn dood kwam het stadhouderloze tijdperk. Wou geen vrede sluiten met de Spanjaarden

133
Q

Negenjarige oorlog

A

Oorlog van 1688-1697 die vooral gericht was tegen Lodewijk XIV. Hierna mocht de Republiek garnizoenen in de Barriere legeren en kwamen de Zuidelijke Nederlanden weer in Spaanse handen

134
Q

Alva

A

Generaal die Filips II stuurt naar de Nederlanden als strafexpeditie na de Beeldenstorm, vindt dat adel onderdeel is van het probleem

135
Q

Concordaat van Worms

A

Concordaat in 1122 dat een einde maakt aan de rijkskerken, geeft ruimte voor noordelijke steden

136
Q

Synode van Dordrecht

A

Synode die na de staatsgreep van Maurits de winst voor de contraremonstranten bezegeld

137
Q

Navigation Acts

A

Reeks Engelse wetten die import uit de Republiek moeten tegenhouden in 1651

138
Q

Maarten Tromp

A

Nederlandse zeeheld, behaalt een pyrrus overwinning op de Engelsen na invoering van de Navigation Acts in de eerste Nederlands-Engelse zee oorlog

139
Q

Vrede van Nijmegen

A

Vrede in 1678 tussen de Republiek en Frankrijk

140
Q

Tweede Stadhouderloze Tijdperk

A

Periode van 1702-1747 als Willem III sterft

141
Q

Opu Yu Kloru

A

Het idee van je eigen kleur verbeteren uit Suriname door Westerse educatie en het trouwen van iemand met een lichtere kleur

142
Q

Michiel de Ruyter

A

Zeeheld, zorgt voor de tweede vrede van Westminster in 1674, zorgt voor gunstige vrede maar uiteindelijk toch schadelijk voor de Nederlandse hsndel

143
Q

Jan Schenkman

A

Zorgt voor een heropleving van het Sinterklaas feest halverwege de 19e eeuw, wou Sinterklaas weer in zijn oude glorie herstellen

144
Q

Unitariërs

A

Fractie in de Nederlandse Nationale Vergadering die een eenheidsstaat wilden, na hun staatsgreep in 1798 hadden ze de strijd gewonnen

145
Q

Federalisten

A

Fractie in de Nederlandse Nationale Vergadering die zo veel mogelijk provinciale soevereiniteit en stedelijke machtsstructuren wouden

146
Q

Moderaten

A

Fractie in de Nederlandse Nationale Vergadering die erg moderaat waren

147
Q

Njai

A

Indonesische naam voor concubines

148
Q

Batavia Pauper Comissie

A

Comissie die vind dat zwerfkinderen in Indonesië een Christelijke opvoeding moeten krijgen

149
Q

Titus Brandsma

A

Anti nationaal socialist, gaf exil literatuur uit

150
Q

Menne ter Braak

A

Anti nationaal socialist, gaf exil literatuur uit

151
Q

April-Mei staking

A

Staking in 1943, was in eerste instantie een groot succes, maar mislukt uiteindelijk door het niet meedoen van Radio Oranje en de spoorwegen

152
Q

Femmy Efftink

A

Belangrijk telefoniste tijdens de April-Mei staking

153
Q

Market Garden

A

Operatie in 1944 om Nederland te bevrijden

154
Q

Veritable

A

Operatie in 1945 om Nederland te bevrijden

155
Q

Plaats van herinnering

A

Een plek waaraan een groepsherinnering is verbonden, een plek kan voor verschillende groepen een andere herinnering hebben, bedacht door Pierre Nora. Hij wist niet zeker of het ook zou gelden voor andere plaatsen buiten Frankrijk, omdat daar een systematische uitbouw van het nationaal verleden is geweest

156
Q

Schutterij

A

Vorm van militaire organisatie tijdens WO II op de Antillen en Suriname

157
Q

George Maduro

A

Verzetstrijder uit Curacao tijdens WO II

158
Q

Anton de Kom

A

Surinaams schrijver en verzetstrijder tijdens WO II

159
Q

Bonifatius

A

Engelse missionaris, kwam in 716 en 719 naar Dorestad, is een man van de grote gebaren en gaat na conflict met Willibrord naar de Saksen

160
Q

Dolle Mina’s + Wij Vrouwen Eisen

A

bewegingen van de 2e feministische golf

161
Q

Ruud Lubbers

A

Katholiek premier van 1982-1994

162
Q

Provo’s

A

Protestbeweging in de jaren 60

163
Q

Joop den Uyl

A

Links-progressieve premier van 1973-1977

164
Q

Stichting van de Arbeid +Sociaal Economische Raad

A

Voorbeelden van de uitbouw van de sociale voorzieningen

165
Q

Willem Drees

A

Premier van 1948-1958, zorgde voor sociale voorzieningen en een rooms-rode coalitie

166
Q

Jan Tinbergen

A

Richtte het CPB op, typisch voor naoorlogs Nederlandse ruimtelijke inrichting

167
Q

KVP

A

Katholieke Volkspartij, deel van de rooms-rode coalitie

168
Q

PvdA

A

Socialistische partij, ontstaan uit o.a. de SDAP, deel van de rooms-rode coalitie

169
Q

Groot Privilege

A

Privilege dat de gewesten samen bedongen bij Maria van Bourgondië, zegde de Staten-Generaal veel inspraak toe (1477)

170
Q

Karel V

A

Habsburgse koning en hertog van de Nederlanden, hervat het intregratie en centralisatie proces, verovert Gelre in 1543

171
Q

Smeekschrift

A

Brief aan de landvoogdes Margareta van Parma of er mindere strenge regels voor de religieuze vervolgingen konden komen, kwam van groep edelen in 1566

172
Q

Hendrik van Brederode

A

leider van Calvinistische troepen als Alva naar Nederland komt, zijn ‘opstand’ wordt echter neergeslagen door de Nederlandse adel, onder wie ook Willem van Oranje

173
Q

Maarten van Rossem

A

Leider van Gelderse legers tijdens de verovering van Karel V, komt ook in Brabant waar hij de economie stil legt

174
Q

Slag bij Nieuwpoort

A

Slag tijdens de Opstand in 1600, grote Spaanse overwinning

175
Q

Exploitatie kolonialisme

A

vorm van kolonialisme die erop gericht is om zo veel mogelijk grondstoffen de exploiteren

176
Q

Philomea Essed

A

Schrijfster van het boek ‘Alledaags Racisme’ uit 1984

177
Q

Cultural freezing

A

bevriezen van de cultuur na aanleiding van overheidsbeleid

178
Q

Joop Hueting

A

Geeft spraakmakend interview in 1969 over het optreden van de Nederlandse overheid in Indonesië, leidt tot de Excessennota

179
Q

Poorters

A

Inwoners van een stad met burgerrechten

180
Q

Beeldenstorm

A

beweging van kleine groep activisten in 1566 die met geweld kerken ging zuiveren

181
Q

Soetan Sjahrir

A

Indonesisch onafhankelijkheidsstrijder,collaboreerde niet met de Japanners in WO II en was daarom onderhandelaar bij het verdrag van Linggadjatie

182
Q

Settler kolonialisme

A

vorm van kolonialisme met als doel om de oorspronkelijke bevolking te vervangen

183
Q

Wie Eigeie Sanie

A

Surinaamse culturele vereniging in Nederland

184
Q

Gelderse Broederstrijd

A

11-jarige oorlog, 1350-1361, over erfopvolging van hertogdom Gelre

185
Q

Thomas a Kempis

A

monnik, kopist en volger van de Moderne Devotie

186
Q

Ethische politiek

A

Ethische roeping in het Indonesisische beleid, kwam op na 1900, Christelijke ondertoon (kerstening als middel tot verheffin en stabiliteit):
Welvaart en welzijn inheemse bevolking
Investeringen in landbouw en gezondheid
Uitbreiding onderwijs

187
Q

Kerwin Duinmeijer

A

Zwarte jongen die vermoord wordt in 1983

188
Q

Hans Wiegel

A

Liberaal politicus die de VVD groot maakt

189
Q

Marshall plan

A

Plan dat financiële hulp geeft aan Nederland voor wederopbouw na WO II

190
Q

Lou de Jong

A

Schrijft een aanklacht tegen de Nederlandse regering over hun handelen in Indonesië

191
Q

Act of Free Choice referendum

A

Referendum in 1969 waar inwoners van Nieuw-Guinea mochten keizen of ze wouden aansluiten bij Indonesië, in de praktijk werd deze keuze gemaakt onder geweld

192
Q

Kraai

A

Naam voor de tweede politionele actie van 1948-1949

193
Q

Mohammed Hatta

A

Indonesisch onafhankelijkheid strijder, roept samen met Sukarno de onafhankelijkheid uit in 1945

194
Q

Pragmatieke Sanctie

A

besluit uit 1549 dat de Lage Landen na de dood van Karel V als een worden overgeërfd

195
Q

Transactie van Augsburg

A

besluit in 1548 dat de Lage Landen voortaan een kring binnen het Heilige Roomse Rijk zijn

196
Q

Wulfram

A

Engelse missionaris, kwam in 690 aan in Dorestad. Zou geprobeerd hebben om Radboud te dopen

197
Q

Tegenstellingen verhaal van Nederland en verhaal van Vlaanderen

A

VvN:
Nadruk staatkundige gebeurtenissen
Militaire ontwikkelingen
Persoon Willem van Oranje
Verklaring rebellie is godsdienstvrijheid

VvV:
Religieuze achtergrond
Maatschappelijke ontwrichting
Achtergrond van breuk
Verklaring rebellie zijn de wreedheden van Alva

198
Q

Nederland vanaf 900

A

Deel van Middenrijk Lotharingen
Opkomst leenstelsel, minder invloed hof
Opkomst kastelen -> boeren aan grond
Opkomst Christendom -> kloosters

199
Q

Mislukte vredesonderhandelingen tussen Spanje en de Republiek

A

Spanje wou rechten Katholieken garanderen
Spanje erkende soevereiniteit niet
Spanje wou een opheffing van blokkade van de Schelde

200
Q

Gevolgen van verval Republiek

A

Politieke impasse
financiële crisis: toenemende concurrentie en handelsrestricties
onderlinge onenigheid,
corruptie, nepotisme, machtsmisbruik,
teloorgang van de steden

201
Q

Oorzaken van verval Republiek

A

Intern: religieuze twisten (tolerant/streng), conflict over terugkeer stadhouder
Extern: internationale ogen gericht op de Republiek

202
Q

Sinterklaas als social battleground

A

1850 Beschaving
1900 Katholieke emancipatie
1970 Bestraffing v. kinderen
1980 Internationalisering
2010 Racisme

203
Q

Redenen waarom Piet tot emotie roept, bij tegenstanders

A

Erfenis van de slavernij
Blackfacing
Raciaal stereotype
Inclusie

204
Q

Belangen voor het behoud van Piet

A

Historisch
Traditie
Kinderfeest
Navitisme

205
Q

Succes KOZP

A

Impopulaire actie
Dwang tot reactie
Geweldloosverzet
Discussieren van alternatieven
Gecoördineerde decentrale campagne

206
Q

Gevolgen van discussie omtrent Piet

A

Sint centraler
Commercie algemener
Opkomst van roetveegpieten
Traditie omtrent nieuwe Sints

207
Q

Religieuze spanningen in de 19e eeuw

A

Willem I streefde naar een staatskerk
Opgelegd nationaal zelfbeeld (Oranje-Protestantisme-Nederland)
Afscheidingsbewegingen van ortodoxe Protestanten
Emigratiegolven naar de VS met nadruk op religieuze identiteit

208
Q

Mythes omtrent kolonialisme

A

kolonies als terra nulius
bestaande samenlevingen zijn afgezonderd
Europa als brenger beschaving en voorspoed

209
Q

Verklaring van koloniale dominantie Europa

A

Ziektes
Geweld
Technieken
Oost-West as
Meer domesticeerbare dieren

210
Q

Gevolg van Europese koloniale dominantie

A

Eenzijdig perspectief: bijvoorbeeld is Caddo volgens Wikipedia een prehistorische samenleving

211
Q

Typisch Nederland rond het jaar 1000

A

Aanleg van sloten en dijken
Internationale handel
Oud-Nederlands is dominant
Grote bevolkingsgroei
Ontginning zorgt voor een ander landschap
Architectuur: dijken, kerktorens, vlak
Komst van Sinterklaas

212
Q

Wat verbind de Lage Landen?

A

Handel
Rand van vasteland Europa -> veel kleine heersers
Economische belangen
Geografische omstandigheden

213
Q

Etnische identiteit

A

Belang van oorsprongsmythen
krijgt pas vorm in interactie met buitenstaanders
niet homogeen, subjectief en niet statisch

214
Q

Friese Opstand

A

Opstand van de Friezen in 28 omtrent de grootte van de koeienhuiden die ze moeten leveren

215
Q

Pippijn II

A

Pleegt in 751 een staatsgreep op Childerik III en sticht karolingische dynastie. Legitimatie door overdadig ritueel, goddelijke goedkeuring en ideologische verbintenis met Rome

216
Q

Nationalisme

A

3 paradoxen:
objectieve moderniteit VS subjectieve geschiedenis
formele universaliteit van nationaliteit
politieke kracht VS filosofische armoede

217
Q

Natiestaat (Anderson specifiek)

A

Volgens Anderson een verbeelde gemeenschap:
Imagined as limited
Imagined as sovereign
Imagined as a community

218
Q

Canon

A

Heeft naast een wetenschappelijke functie ook een educatieve functie, belang van een living canon en het idee dat een goede canon discussie bevordert

219
Q

Fase 1 van de Duitse bezetting

A

1940-1941:
bombardement van Rotterdam, capitulatie,
burgerlijk bezet: accomodatie, orde en rust,
collaboratie van de NSB en oppurtunisten,
Joden geïsoleerd,
verzet kleinschalig: na Februaristaking verdere verharding

220
Q

Fase 2 van de Duitse bezetting

A

1942-1943:
verdere verharding,
toenemende Jodenvervolgingen,
April-Mei staking,
onderduiking en verharding verzet

221
Q

Fase 3 van de Duitse bezetting

A

1944:
Market Garden,
spoorwegstaking,
oorlogsgeweld aan front,
lastige handhaving van de orden,
plunderingen van geailleerden

222
Q

Fase 4 van de Duitse bezetting

A

1945:
Hongerwinter,
bombardementen,
Veritable,
bevrijding na Duitse capitulatie

223
Q

Vooroorlogse generatie

A

Samenhorigheid en nostalgie
Hard werken en zuinig leven
Gezin, kerk en Oranje zijn belangrijk
Eigen zuil, weinig mobiliteit

224
Q

Protestgeneratie

A

Scholing, geld en vrije tijd
Publieke cultuur
Individualisme
Anti-autoriteit

225
Q

Jaren ‘60

A

Secularisering
Economische groei en welvaart
Groeiende aantallen studenten
Nieuwe soort journalisten
Nieuwe politieke partijen
Ontzuiling
Politieke onvoorspelbaarheid
Sociale bewegingen

226
Q

Vrede van Westminster (2)

A

vrede in 1674 na de 3e Engels-Nederlandse oorlog, benadrukte vooral de status quo

227
Q

Vrede van Rijswijk

A

vrede in 1697 na de negenjarige oorlog, erkent Willem III als koning van Engeland en er ontstaan barriere steden

228
Q

Vrede van Utrecht

A

vrede in 1713 na de Spaanse Successieoorlog, Zuidelijke Nederlanden gaan naar Karel VI en heten vanaf dan de Oostenrijkse Nederlanden

229
Q

Vrede van Parijs

A

vrede in 1784 na de vierde Engels-Nederlandse oorlog

230
Q

Slag bij Ane

A

Slag in 1227 waarbij de bisschop van Utrecht, Otto van Lippe, vocht tegen Rudolf II van Coevorden. Van Lippe verloor en hierna bleven Groningen en Drenthe grotendeels buiten bereik van de bisschop.

231
Q

Otto II (hertog)

A

Hertog van Gelre, 1229-1271, wist zijn machtspositie te vergroten door een goede relatie met de keizer van het HRR

232
Q

Slag bij Woeringen

A

slag in 1288 waar voor Gelre zijn grootste omvang had bereikt

233
Q

Jan I

A

Hertog van Brabant, 1267-1294, begon met een Brabantse hofcultuur

234
Q

14e eeuw in de Lage Landen

A

Demografische crisis
Politieke conflicten en oorlogen
Pest vanaf 1348
Milieurampen

235
Q

Goudschat van Wieuwerd

A

Goudschat met munten uit Constantinopel, Marseille, Maastricht. Geeft aan dat er een handelsnetwerk was tussen Friezen en de rest van Europa

236
Q

Sieraden van Rhenen

A

Merovingische sieraden met een soort robijn die uit India komt

237
Q

Fibula van Dorestad

A

Sieraad met een soort robijn die uit India komt

238
Q

Slag bij Dorestad

A

Slag in 697 tussen Radboud en de Frankische koning. Hierna is Dorestad Fries.

239
Q

Dagobert I

A

Frankische Merovingische heerser, bouwt in 630 een eerste kerkje bij Utrecht. Na zijn dood wordt die weer afgebroken

240
Q

Manieren om te kerstenen

A

Wonderen verrichten
Charisma met een goed verhaal
Met geweld (wordt op neergekeken)

241
Q

Redenen waarom 10e en 11e eeuw ondervertegenwoordigd zijn

A

Valt tussen wal en schip
Archeologische bronnen (tot voor kort) niet goed geïnventariseerd
Hollandocentrisme
Wordt gezien als overgangsperiode

242
Q

Redenen voor Smeekschrift

A

Mindere spanning in samenleving
Hoge adel wil meer inspraak
Lagere adel wil geloof verdedigen
Steden willen vrijheden terug
Economische problemen

243
Q

Klooster bij Sint-Agatha

A

Katholiek klooster dat Willem van Oranje had betaald om niet geplunderd te worden, wordt uiteindelijk toch geplunderd door Spaanse troepen. Impliceert dat er meer een burgeroorlog gaande was dan een onafhankelijkheidsoorlog en verstrengelde belangen

244
Q

gevolgen van 12-jarig bestand

A

Algemene economische bloei
Bloei van Amsterdam als zeehaven
Nieuwe financiële dynamiek
Technologische innovaties

245
Q

Gevolgen tijdens 30-jarige oorlog

A

Republiek is niet de focus van Spanje:
Inpoldering platteland
Grachtengordels
Bloei van kunst en wetenschap
Koloniale uitbreiding

246
Q

Rampen in de 19e eeuw

A

1807: explosie Leiden
Koude Winters
1825: overstromingen
1832-1833: Cholera

247
Q

Voorstellingen vaderlands verleden

A

1800: Nationale kunst galerij
1806: Koninklijk museum
1820: Koninklijk kabinet der zeldzaamheden
1862: Museum van koning Willem I
1885: Nieuw Rijksmuseum

248
Q

Manier om Indonesië weer winstgevend te maken

A

Van koning Willem I:
Annlegging infrastructuur
Onderwerping opstandige edelen
Invoering cultuurstelsel

249
Q

Gevolgen WO I

A

Ondanks neutraliteit:
Vier jarige mobilisatie
Grote voedselschaarste
Belgische vluchtelingen

250
Q

Buitenlandbeleid van Hitler

A

Verdrag van Versailles ongedaan maken
Verenigen van alle Duitstaligen
Creëren van Lebensraum

251
Q

Neutraliteitspolitiek door:

A

oorlogsmoeheid
zelfbeeld van neutraliteit
Duitsland was een bevriende natie

252
Q

Nationale Herdenking

A

Al vanaf 1945 een nationale dodenherdenking, maar vooral gericht op het gezamenlijk leed en omgekomen militairen. Pas vanaf de jaren 60, door o.a. het Eichmann-proces, worden daar de Joden ook in betrokken

253
Q

Wo II in Suriname en de Antillen

A

Komst van Amerikanen zorgt voor economisch impuls
Meer emancipatie: Schutterij en vrouwenkorpsen
Nieuwe positie? Geen zwarte soldaten bij KNIL en soldaten die wel hebben gevochten worden na de oorlog enorm slecht behandeld

254
Q

Totoks

A

Naam voor de Europese inwoners van Indonesië

255
Q

Centralisatie van de Bourgondiërs

A

Enerzijds:
Politieke/culturele intregratie
Besef van samen sterk
Belangengemeenschap

Anderzijds:
Machtige gewesten
Autonome statenvergaderingen van steden
Prominente lokale politiek en rechtspraak

256
Q

11e-13e eeuw

A

Edelen worden landsheren
Demografische en economische groei
Opkomst burgerij als factor
Verinnerlijking Christendom

257
Q

Economische ontwikkelingen 1050-1250

A

Handelaren verenigen zich
Ambachtslieden verenigen zich
Opstanden: ambachtslieden + landsheer VS kooplieden + vorst

258
Q

Manieren van territoriale expansie van de Bourgondiërs

A

Erfenis: Holland, Zeeland, Brabant, Limburg
Diplomatie: Picardië
Aankoop: Namen
Onrechtstreeks: Utrecht

259
Q

Historiografie van de Bourgondiërs

A

Uitgelegd als wording natiestaat
Nadruk op centrale instellingen
‘Great Men’ geschiedenis
Teleologisch

260
Q

Historiografie van de Opstand

A

Uitkomst is onbedoeld
Burgeroorlog
Onderdeel van 30-jarige oorlog

261
Q

Republiek rond 1650

A

Economische welvaart
Goede interne organisatie
Economische ongelijkheid
Hoog sterftecijfer

262
Q

Jaren ‘50

A

Nationale samenhorigheid: waternoodsramp
Spanningen: confessionele elites, Greet-Hofmans affaire, Nieuw-Guinea

263
Q

Natiestaat

A

Kossmann: generaties lossen eigentijdse problemen op
Hobsbawm: vorming gaat gepaard met uitgevonden tradities
Anderson: cultureel artefact, berust op verbeelding
Gellner: nationalisering als bewuste strategie
Renan: belang van collectief/selectief geheugen en wil
Smith: grond in oude etnische gemeenschappen en tradities
Tilly: geslaagd als er een etnische/taal gemeenschap is
Auteur: natiestaat als doorontwikkelde staat

264
Q

Vorming van gemeenschapsbesef

A

1) staatvormingsproces
-wetgeving, belasting, gewapende macht
2) ontdekking van het volk
-volk als politieke macht naast de monarch
3) uitbouw infrastructuur, media en onderwijs
-inslijting van tradities en collectieve waarden
-herdenkingen, feestdagen, ceremonies etc.
=> normalisering en algemenisering