CU1: Macht van Beelden Flashcards
Media
Alle dragers van betekenissen over de wereld in context van communicatie tussen mensen/groepen, denk daarbij bijv. ook aan architectuur etc.
Media kunnen ook semi-publieke of zelfs private media zijn, ook dat is namelijk een manier om betekenis en vorm te geven aan de werkelijkheid.
Machtsuitoefening door beelden
- Agendasetting
- Kracht van herhaling
- Macht van het getal
- Status quo als natuurlijk presenteren
Gramsci
- Elites // subalternen
- Hegemonie
- Via beelden wordt aan arbeiders het idee gegeven dat het verschil tussen elites en subalternen normaal is
de Certeau
- toeeigening
Linguistic Turn
De bewustwording in groot aantal wetenschapsgebieden dat de taal waarmee we over de werkelijkheid spreken de werkelijkheid niet reflecteert, maar construeert.
Derrida: er bestaat geen buiten-tekstuele werkelijkheid
Post-postmoderne positie: er bestaat een echte werkelijkheid buiten onze taal, maar we kunnen de werkelijkheid niet in zijn eigen essentie leren kennen buiten onze taal
Cultural Turn
De bewustwording in een groot aantal wetenschapsgebieden dat de maatschappelijke werkelijkheid vorm krijgt in praktijken van betekenisgeving, in sociale praktijken van rituelen tot alledaagse routines. Maar ook in mentale voorstellingen en verbeelding
Foucault
Onderzoek naar productie van kennis in discoursen en hoe men dat als waarheid gaat zien. Vooral interesse in criminaliteit, seksualiteit en straf in de 19e eeuw. Specifiek met betrekking tot lichamen.
Definitie van een discours
Een cluster uitspraken over een bepaald onderwerp op een bepaald historisch moment dat bepalend is voor de manier waarop mensen betekenisvol over dat onderwerp denken en praten.
Kenmerken van een discours
- Uitspraken over waanzin, straf en seksualiteit die ons een bepaald soort kennis geven
- De regels die manieren om over deze onderwerpen te praten voorschrijven of uitsluiten
- Onderwerpen die het discours personificeren, met verwachte eigenschappen
- Hoe deze kennis over het onderwerp autoriteit krijgt, de waarheid van de zaak
- Praktijken binnen instellingen om met de onderwerpen aan de slag te gaan
- Erkenning dat op een later historisch moment een ander discours/episteme zal ontstaan
Nieuwe theorie over macht
Macht concentreert zich niet slechts bij machthebbers en is niet perse lineair vanuit een centrum naar een ondergeschikte, evenmin in de repressie vanuit machthebbers en verzet daartegen.
Macht zit in kennis en is tijd en plaats gebonden. Het circuleert dus in samenlevingen via discoursen.
Elementen uit definitie propaganda
- Bewuste systematische intentie van maken
- Kleine groep beïnvloed grote groep
- Manipulatie van symbolische communicatie
- Denkbeelden manipuleren
- Ideologisch/politiek/commercieel
- Gecontroleerde distribute
- Brede vorm
- Speelt in op emotie
- Verbeelding van gedachtegoed
Dog whistle
Bepaalde boodschap die door een specifieke doelgroep wordt herkent
Illusory truth effect
Hoe vaker je iets hoort en aan een boodschap wordt blootgesteld, hoe sterker de neiging dat je het gaat geloven is
Soorten propaganda
Wit: openlijke propaganda waarbij het duidelijk is wie de bron is en het heeft niet perse een negatieve connotatie
Zwart: origine van de propaganda is verborgen, net zoals het doel
Grijs: tussen zwart en wit in
Uit: Zybnek Zeman: Selling the war. Art and Propaganda in WW II.
Ross
Propaganda onderzoek vanuit 3 model: zender-boodschap-ontvanger
Overtuiging vind plaats als de zender: geloofwaardig is, expertise heeft en aantrekklijk is
Maar besluiten zijn niet altijd rationeel en er worden andere invloeden uitgesloten
Herman & Chomsky
Orwell probleem: burgers zijn slecht geïnformeerd in Westerse democratische landen ondanks de toegang tot informatie
5 filters van informatie:
1: Winstoogmerk boven journalistiek van massamedia
2: Adverteerdersbelangen => media verkopen lezers, voordeel van een rijk lezerspubliek
3: Informatiebronnen => overheid en grote bedrijven creëren nieuws, want onderzoek kost geld
4: Flak => angst voor negatie reacties van machtige partijen (Mainstream-mediaframe)
5: Anticommunisme als filter van nieuws en als nationale ideologie
=> media in de greep van een kapitalistische staatsideologie en dienst van particuliere marktpartijen
Rose
Visual Methodologies => 3 niveaus van analyse
1: Site of source
2: Site of production
3: Site of audience
Daarbinnen 3 aspecten voor verklaring en uitleg
1: Technologie: wat zie en lees je
2: Compositie: hoe verhouden de verschillende onderdelen zich
3: Sociaal: context waar het in plaats vind
Othering
Overkoepelende term voor het maken van verschil, waarom vindt othering plaats:
- Inherent onderdeel aan proces van waarnemen en classificeren
- Deel van sociale processen en versterkt sociale verbanden
- Bron van macht en machtsuitoefening, en zo een politiek proces
- Deel van psychogenese, bij ontwikkeling psyche ga je relateren aan anderen
Goffman
- Stigmatisering: dramaturgisch perspectief, impression management => microsociologie met oog voor taal en symboliek in alledaagse interacties
- ‘The Presentation of Self in Everyday Life’
- ‘Gender Advertisements’
- Mensen wisselen bedoeld en onbedoeld informatie uit, daarbij onderscheid tussen prestige en stigma symbolen. Mensen hebben ook een angst voor besmetting van het stigma, voorkomen door bijv. merktekens te maken
Stigmatiserings theorie
Een ideologie die uitlegt en verklaart waarom stigma plaatsvind en iemand uitgesloten wordt. Bij stigma management proberen mensen dat te handelen, dus doen ze aan passing (afleggen stigma tekens), conealment, verhullen en nadoen.
Stigma is oorspronkelijk fysiek, maar kan ook uitbreiden over je familie of buurt. Bijv. bij armoede, waar het self-stigma en feelings of shame ook een rol spelen. Volgens Foucault was dit een publiekelijke lichamelijke straf van die tijd.
Daarbij horen ook concepten zoals status incongruity en een imposter complex
Fanon
Belangrijk voor culturele representatie. Interpellatie, ‘aangesproken wordne’, tot een bepaald subject gemaakt. Dit gebeurt op straat maar ook in de media, maar onder dat verhaal zit een impliciete mythe.
Er is een arbitrair verband tussen de betekenisgever en de betekenis, maar die is waardegeladen, polysemous en floatin. Maar ook voorkeursbetekenis: privilegering van betekenissen door middel van verankering.
Barthes
Culturele representaties, inspiratie van de linguïstiek, en ziet semiotiek als betekenisgever
Fetishisme
Geloof dat levenloze dingen een eigen ziel en wil krijgen, worden zo als substituut gebruikt voor waar het werkelijk om draait. Vaak gebeurt dit voor iets ‘gevaarlijks’
Disavowal: strategie waarmee een krachte fascinatie tegelijkertijd verlangt wordt en toegegeven wordt
Displacement: het verbodene kan niet getoond worden
Vaak sexueel element
Elias
- ‘Gevestigden of Buitenstaanders’
- Groepscharisma//groepschande
- Sociale binding//anomi
- Fears of pollutoin en dubbele binding
Hall & Gilroy
Cultural Studies: denken over de rol van massamedia en de cultuurindustrie.
Hall: bij zwarte sporters wordt etniciteit gerkuist met natiedenken en gender (representatie regimes)
Special Status Groups
Algemene term voor buitenstaanders. Komt van Freeman maar wordt vooral toegepast door Tierney. Gaat om groepen met een collectief stigma: etnisch, beroep of itinerant. Rol van infamie (= eerloosheid) als uitdrukking van taboe. En auspicious//inauspicious: contact brengend, geluk of ongeluk (bijv. in het werk van Blok).
Thema van infamie
Wijst op variant van cultureel perspectief: structuralisme en classificaties, en dus verder dan Elias.
Strauss: binaire opposities op onbewust niveau, zoals culturele grammatica
Douglas: Britse aandacht voor classificaties, oog voor purity en pollution
Beide hebben ze oog voor wat tussen categoriën inzit: limen/grens = taboe
Collectieve fantasie
Heeft vooral de psychoanalyse als inspiratiebron. Gevoelens die deel zijn van onszelf zijn soms buiten controle of kennis, of bekken dat we ze bezitten wanneer ze onbewust aan de oppervlakte komen. Belangrijke auteurs zijn Freud, Lacan en Zizek. Niet alles kan met zichtbare en met nadruk op cognitie geduid worden: er lijkt een kennisrestant te zijn.