ME 1 Flashcards

1
Q

Humanisten

A

Geleerden die zich in de 13e/14e eeuw begonnen te profileren als opvolgers van het Romeinse Rijk. Komt deels het gangbare beeld van de Middeleeuwen vandaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Francesco Petrarca

A

Humanist die vooral terug wou naar het Ciceriaanse ideaal en dacht dat er een nieuwe gouden tijd was aangebroken door de herontdekking van teksten uit de Oudheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Poggio Bracciolini

A

Humanist die in naam van de paus bibliotheken afreisde en zo veel werken uit de Oudheid terugvond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cristoph Cellarius

A

17e-eeuwse geleerde die voor de verdeling van Oudheid-Middeleeuwen-Nieuwe Tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Evangeliën

A

Christelijk religieuze teksten van Marcus, Matteus, Lucas en Johannes over o.a. het leven van Jezus. Komen uit de 1e of 2e eeuw en zijn dus geen ooggetuigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Messias

A

Christelijk religieus idee van de terugkomst van Jezus op aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nieuwe Testament

A

Christelijk religieus boek met o.a. evangeliën, akten van apostelen, brieven van Paulus, brieven van andere apostelen en openbaringen van Johannes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oude Testament

A

Hebreeuwse Bijbel, ook nog steeds deel van de Christelijke Bijbel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gelasianus I

A

Paus (p. 492-496) aan wie het decretum gelasianum is toegeschreven, een lijst met Christelijke boeken, voornamelijk een selectie van het Oude en Nieuwe Testament

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Decretum Gelasianum

A

Lijst van Christelijke boeken, voornamelijk een selectie van het Oude en Nieuwe Testament. Toegegeschreven aan paus Gelasianus I, maar eigenlijk anomien opgesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kerkvaders

A

Vroege belangrijke Christelijke theologen: Athanasius, Gregorius, Basilius, Johannes, Ambrosius, Augustinus en Hiëronymus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Concilie

A

Een kerkvergadering waarin belangrijke afspraken worden vastgeled. Voorbeelden zijn: Nicae (325), Constantinopel (381), Ephesus (431) en Chalcedon (451)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Arianisme

A

Grote vroeg-Christelijke stroming, populair onder barbaren, geloofde dat Christus iets minder belangrijk was dan de vader en de heilige geest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Mysterie-cult

A

Context waarin het Christendom ontstond, vergelijkbaar met culten rondom Mithras en Isis. Vergelijkbare elementen zijn de doop, eeuwige redding, heilig eten en een heilige vader. Fundamenteel anders omdat het draait om een daadwerkelijk persoon en het monotheïstisch is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hagiografie

A

Boek over het leven van een heilige.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Patriarchen

A

Bisschoppen van de belangrijkste gebieden: Alexandrië, Antiochië, Rome, Jeruzalem en later Constantinopel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Sisebut

A

Koning (r. 612-621) van het Visigothische rijk die met geweld de Joden probeert te bekeren om zijn eigen Christelijkheid te tonen. Leidde tot veel gedoe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Neoplatonisme

A

Klassieke cultuur die het Christendom sterk beïnvloedde: er was een god die men niet zag en niet kon benaderen, behalve door de mystiek. Deze godheid was de bron van alles en de menselijke ziel moest een terugweg naar die godheid zoeken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Philo van Alexandrië

A

Theoloog (13 BCE-50 CE), die dacht dat Joodse verhalen een abstracte symbolieke betekenis hadden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Concilie van Nicae

A

Concilie in 325 waarin er een verschil kwam tussen Arianen en Katholieken. Arianen werden vanaf nu beschouwd als ketters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

St. Ambrosius

A

(339-397): bisschop van Milaan en fel tegenstander van Arianisme, beweerde de kerkelijke autoriteit over de keizer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

St. Jeromus

A

(340-420): schreef een Bijbel in het Latijn na beschuldigen van te Ciceriaans te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

St. Augustinus

A

(354-430): Bisschop van Hippo na een late bekering. Schreef Confessions (levensverhaal) en de civitate dei, waarin hij mensen verdeelde in degene die wel in Gods stad en genade en die in de wereldlijke stad. Maakte daardoor wereldlijke zaken een stuk minder belangrijk, wat handig was na de plundering van Rome waar Christenen de schuld van kregen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Ascetisme

A

vorm van leven waarin zelfbeheersing centraal staat, kan leiden tot zelfpijneging of een kluizenaarsleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Gregorius I

A

Paus (p. 590-604), ook wel Gregorius de Grote genoemd, kwam uit Romeinse senatoren familie. Wilde het Katholieke Christendom verder verspreiden en heeft zo veel betrekking gehad op de Katholieke bekering van de Visigoten, Engeland en de Longobarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Clovis I

A

Merovingische leider (r. 481-502) die zich liet kerstenen, ook onder invloed van vrouw Clothilde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Clothilde

A

Vrouw van Clovis I, was al Christelijk en liet hem onder haar invloed kerstenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

St. Patrick

A

Monnik die volgens de overlevering in de 5e eeuw Ierland bekeerde tot het Christendom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Augustinus van Canterbury

A

1e bisschop van Canterbury die in 597 koning Aethelbert weet te bekeren, door o.a. de vrouw Bertha

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

St. Columba

A

Ierse monnik die het klooster Iona stichtte, waar vanuit weer andere kloosters gesticht werden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Reccared

A

Koning van de Visigoten (586-601) die zich liet bekeren tot het Katholicisme door Leander, de bisschop van Seville, die een goede vriend van Gregorius I was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Longobarden

A

Barbaarse groep die in 568 het Italisch schiereiland bijna geheel veroveren, sommige waren heidens anderen Ariaans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Theodelinda

A

Koningin van Beieren, door invloed van Gregorius I wordt haar zoon, Adoald in 603, de eerste Katholieke koning van de Longobarden. Dit was een politiek strategische zet van Gregorius de Grote, die probeerde door meer eenheid te creëren conflicten te beëindigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Visigoten

A

Barbaarse Germaanse stam die in 418 het Iberische schiereiland veroverden, zelf waren ze Ariaans maar een groot deel van de bevolking was Katholiek. Toch was er geen conflict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Willibrord

A

Ierse monnik op missie naar Friesland, man van de langzame bekering. Bisschop van Utrecht, gestuurd door paus Sergius II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Bonifatius

A

Missionaris eerst naar Friesland, later naar Saksen. Werd een martelaar bij Dokkum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Pastorale zorg

A

het zorgen voor de zielen van iedereen, een van de belangrijkste taken van de bisschop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Martin van Braga

A

Houder van een preek tegen de rustici, mensen die in bergen woonden die eigenlijk al Christen waren maar sommige oude gebruiken niet konden loslaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Gregoriaans gezang

A

Ontwikkeling in de 6e en 7e eeuw van muziek in de kerkdienst om de boodschap nog beter te kunnen verspreiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Paus

A

Bisschop van Rome, rol in ontwikkeling en dus in het begin nog niet zo van belang. Belangrijkste figuur in de westelijke Christelijke kerk, gebaseerd op het primaatschap van Petrus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Comitatus

A

groep strijders gebonden door loyaliteit jegens een bepaalde aanvoerder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Slag bij Adrianopel

A

378: Visigoten verslaan keizer Valens, waarna hij ze aanspoort om meer in het westen te gaan zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Plundering van Rome

A

410: nav slag bij Adrianopel word Rome geplunderd door Visigoten olv Alaric, ook context van ‘gekke’ keizer Honorius, kantelpunt omdat hierna Augustinus de Christenen verdedigt door spirituele wereld belangrijker te maken dan de wereldijke, waarna dit steeds vaker terugkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Vandaals Koninkrijk

A

Koninkrijk van Vandalen in Noord-Afrika, houden continuïteit met Romeins en Punisch verleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Atilla de Hun

A

Gevreesd barbaars krijgsheer die andere stammen als push factor het Romeinse rijk binnendrijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Prosper van Aquitanië

A

Schrijver (390-465): Christendom is veel groter dan het Romeinse rijk en Rome is nog steeds het centrum van de religieuze macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Caesarius van Arles

A

bisschop van Arles (470-542) tijdens het beleg van Arles waar hij iedere krijsgevange vrijkocht, waarschijnlijk om bekeringsredenen (van Ariaans naar Katholiek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Theodorik

A

heerser over west-Romeinse rijk, na moord op Odovacer (r. 474-526), die continuïteit met Romeinen voortzet, wordt Augustus genoemd en organiseert spelen en deelt graan uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Boetius

A

raadsman van Theodorik, maakte onderverdeling in trivium en quadrivium en schreef de ‘consolation of philosophy’ waarin hij duidelijk maakt dat spirituele macht belangrijker is dan wereldlijke macht, toch weinig Christendom, schreef en vertaalde ook veel traktaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Cassiodorus

A

Nam taak als adviseur van Boetius over, schreef de Institutiones Divinarum et Saecelarium Literaum (543-555) als leeslijst, de Vevariae (staatsarchief), geschiedenis van de Goten en een spellingsgids. Stichtte een klooster waar de taak van het kopiëren van boeken begon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Salische wetten

A

Collectie Frankische wetten opgetekend in de 6e eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Dagobert I

A

Frankische koning (623-639) die juist het rijk unificeerde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Hofmeier

A

politieke functie in het Frankische rijk. Pepijn II maakte deze functie erfelijk waardoor de macht van de karolingers nog verder groeide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Arnulfingen

A

Familie van o.a. Arnulf van Metz die de Karolingers steunden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Martelaren

A

Eerste groep van Christelijke heiligen die al vroeg opkomen, komen op voor het geloof en blijven daar aan vasthouden, sterven vaak een brute dood, veel in Rome, prominent tot de 4e eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Asceten

A

Christelijke heiligen, ook wel kluizenaars genoemd, zoeken stilte en allen op om zich te wijden aan het gebed en een innerlijke Christus. Gaan zich afzonderen en onthouden waardoor ze juist bekendheid krijgen, zoals de pilaarheiligen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Belijders

A

Christelijke heiligen die niet voor hun geloof zijn gestorven maar veel goede daden hebben gedaan, wonderen of Kathedralen hebben gesticht, vaak bisschoppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Maagden

A

Christelijke heiligen, vrouwelijke martelaren die of sterven voor hun geloof of zich niet willen huwen maar zich aan God willen trouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

relieken

A

een deel van een heilige of iets wat hem/haar te maken heeft waardoor dat kan dienen als voorspraak en zo dichter bij God staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Stefanus

A

allereerste heilige, wordt gestenigd en 400 jaar later zijn lichaam ontdekt waardoor er een cult omheen staat. Heilige als verbindende culturele factor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Martinus van Tours

A

Heilige, Romeinse soldaat die mantel afstaat en visioen krijgt. Wordt monnik, daarna bisschop van Tours, patroonheilige van de Merovingers die bewust zijn heiligencultus steunen en er zo een kerk in Utrecht voor hem wordt gebouwd. Universele heilige als onderdeel van de lokale identiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Cunera van Rhenen

A

Lokale heilige, vrouwelijke martelares, in de Late Middeleeuwen krijgt haar cultus een boost. Niet altijd een constante verering, maar onregelmatige oplevingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Concilie van Efeze

A

341: Maria officieel de moeder van God waarna ze wordt aanbeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Egeria

A

vroege pelgrim die alle Bijbelse plaatsen bezocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

St. Antonius

A

(250-355) begon in het oosten een ascetische levensstijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

Pachomius

A

Ontwikkelde een meer gematigd kloosterleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

Basilius de Grote

A

Ontwikkelde een meer moderaat kloosterleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

Columbanus

A

Ierse monnik die in Europa een aantal kloosters sticht met regels: was streng en asetisch, ook sterke hiërarchie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q

Benedictus van Nursia

A

maakte nieuwe meer gematigde regels, ora et labora, afkeer tegen rondreizende types, ook vrouwelijke variant door Scholastica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

Getijden

A

Tijden wanneer er gebeden werd: metten, lauden en vespers zijn de belangrijkste. in totaal 7 keer per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
66
Q

Gregorius van Tours

A

Bisschop van Tours (538-594), bekend als auetuer van Decem Libri Historiarum, een geschiedenis van de schepping tot 591, vooral moraliserend en nadruk op spirituele leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
67
Q

Fredegars kroniek

A

onbekende auteur, werk loopt tot ongeveer 643, neemt kroniek van Hiëronymus en Gregorius en vult deze verder aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
68
Q

Isodorus van Sevilla

A

schrijver (560-636), schreef een encyclopedie, legt ook etymologie van woorden uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
69
Q

Eusebius

A

Christelijke schrijver van het leven van Constantijn die erg Christelijk wordt neergezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
70
Q

Donatie van Constantijn

A

Constantijn geeft macht over Rome aan paus Sylvester I, een legitimerende factor voor macht van de paus, maar document blijkt nu een vervalsing te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
71
Q

Concilie van Chalcedon

A

451: lost breuk met monophysten (geloven dat God op aarde was geweest) op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
72
Q

Justinianus

A

Byzantijns keizer van (527-565), CIC, veroveringen in Afrika en Italië, vrouw Theodroa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
73
Q

Caesero-papisme

A

Keizer als paus, typisch Byzantijns

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
74
Q

Nika-opstand

A

532: opstand in Constantinopel, begon met sportrellen maar wordt groot door onvrede over belastingen, Justinianus vermoord ze allemaal maar moet zich daardoor wel blijven legitimeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
75
Q

Procopius

A

Schrijver (500-562) van veel boeken over Justinianus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
76
Q

Justiniaanse plaag

A

Pest in Byzantijnse rijk, ongeveer 20% van de bevolking sterft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
77
Q

Kosrow II

A

Perzische koning (r. 591-628), wordt afgezet, maar Byzantijnse keizer Mauritius steunt hem en wordt weer koning, als die sterft valt hij het rijk binnen, enorme overwinningen tot hij in 626 Constantinopel belegert en uiteindelijk in de slag bij Nineveh in 627 wordt verslagen en afgezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
78
Q

Heraclius

A

Byzantijns keizer (610-641) die Kosrow II verslaat en zo de macht in het Perzische rijk laat imploderen waardoor de Arabieren dit gebied makkelijk kunnen veroveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
79
Q

Slag bij Jarmoek

A

636: klein moslimleger verslaat het grote Byzantijnse leger van Heraclius, maakt het kalifaat dominant door definitieve uitputting van het Byzantijnse leger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
80
Q

Basilius I

A

Byzantijns keizer (r. 867-886) die zorgde voor een nieuwe groei van het rijk: opleving van steden, culturele bloei en bekering van de Balkan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
81
Q

Basilius II

A

Byzantijnse keizer (r. 976-1025) ook wel de bulgarenslachter genoemd. Zorgde voor de bekering van de Balkan met Cyrillus en Methodius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
82
Q

Vladimir I

A

Heerser van de Kiev Rus (r. 980-1015), bekeert zich tot het Oosterse Christendom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
83
Q

Mohammed

A

Geboren rond 571, handelaren familie, profeet van Allah, verenigde Arabische stammen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
84
Q

Hijra

A

Vlucht van Mohammed van Mekka naar Medina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
85
Q

Bedouïnen

A

Woestijn nomaden, leefden vooral op het Arabisch schiereiland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
86
Q

Rechtgeleide kaliefen

A

Opvolgers van Mohammed: Abu Bakr (632-634), Umar (634-644), Uthman (644-656) en Ali (656-661); waren rechtstreekse afstammelingen van Mohammed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
87
Q

Qurasjh

A

Stam van Mohammed, eerste kaliefen kwamen van deze stam: Umayyad, stam in de Qurasjh

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
88
Q

Sjiieten

A

Vonden dat Hussain, zoon van Ali kalief moest worden en dus dat de kalief een erfrecht was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
89
Q

Soennieten

A

Vonden dat de kalief gekozen moest worden uit de Qurashj stam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
90
Q

Al-Fitna

A

656-661: conflict tussen Sjiieten en Soennieten, werd erger toen Ali stierf en Hussain vermoord werd, eindigde in het Umayyaden kalifaat van Mu’Awiya

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
91
Q

Umayyaden

A

(661-750): weten burgeroorlog te winnen, zorgen voor uitbreiding van rijk, maken Damascus tot hoofdstad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
92
Q

Mu’awiya

A

Umayyadische kalief (661-680)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
93
Q

Hadith

A

religieuze tekst, verhalen over het leven van Mohammed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
94
Q

Vijf pilaren van de Islam

A

Centrale gedachtes in de Islamitische theologie: er is maar een god en Mohammed is zijn profeet; vijf keer bidden per dag; vasten tijdens Ramadan; goede daden voor degene die het nodig hebben; pelgrimage naar Mekka

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
95
Q

Jihad

A

Innerlijke strijd om een betere moslim te worden, ook een externe jihad tegen het ongeloof van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
96
Q

Slag bij Qadissiyya

A

636: moslims tegen de Perzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
97
Q

Slag bij Poitiers

A

732: slag tegen de Franken olv Karel Martel, verliezen de moslims, later gebruikt door rechts extremistische groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
98
Q

Mammelukken

A

Als er in de 9e eeuw opstanden komen tegen de kalief wordt dit een priveleger bestaande uit tot slaafgemaakten Christenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
98
Q

Abbasiden

A

Dynastie (750-1258) die na onvrede onder de Mawali in 744 door de Abbasiddische revolutie aan de macht komen, Soennieten, uit de grote steden, Bagdad wordt nieuwe hoofdstad in 762, hectehn veel waarde aan centralisatie, ceremonie en cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
99
Q

Fatimiden

A

Dynastie (909-1171) komen af van Fatima, vooral in Egypte, ontstaan door verzwakking van de Abbasiden, Sjiieten, stichten Mahdia, Al-Mansuriya en Cairo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
100
Q

Abu Abdallah

A

begon met de verovering van Noord-Afrika

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
101
Q

Abdallah al-Mahdi Bilah

A

werd in 909 tot eerste Fatimidische kalief gekozen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
102
Q

al-Andalus

A

islamitisch rijk op het Iberisch schiereiland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
103
Q

Abd al-Rahman

A

Umayyadische prins (731-788) die vlucht naar al-Andalus en daar emir wordt en zo het emiraat van Cordoba sticht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
104
Q

Musa ibn Nusayr

A

in de tijd dat abd al-Rahman aankwam de gouverneur van het Iberisch schiereiland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
105
Q

Tariq ibn Ziyad

A

Verovert in 711 het Iberische schiereiland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
106
Q

Berbers

A

volkeren uit Noord-Afrika die leven op het Iberisch schiereiland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
107
Q

Emir

A

grote provinciale leider die de macht van de kalief erkenden, maar wel onafhankelijk waren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
108
Q

Abd al-Rahman III

A

emir van Cordoba (912-961) hoogtepunt van het emiraat van Cordoba, zorgde voor meer eenheiden voerde in 929 het kalifaat van Cordoba in, legitimeerde dat met zijn afstamming van de Umayyaden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
109
Q

Al-Hakam II

A

emir van Cordoba (961-976), had grote bibliotheek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
110
Q

Al-Mansur

A

emir van Cordoba (976-1002), laatste, hierna viel het uit elkaar in kleinere koninkrijken waarna de Reconquista begon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
111
Q

Convivencia

A

het idee dat er samengeleefd werd met toleratnie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
111
Q

Ziryab

A

zanger vanuit Bagdad naar Cordoba waar hij veel gewoontes meenam: mode, hygiëne en voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
112
Q

conveniencia

A

idee dat relaties tussen verschillende groepen goed was, zolang het van profijt was voor de regerende mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
113
Q

Reconquista

A

de herverovering van het Iberisch schiereiland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
114
Q

Slag bij Talais

A

751: moslim legers weten een Chinees leger te verslaan waardoor de Islam ook wordt verspreid in India

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
115
Q

Harun al-Rashid

A

Abbasidische kalief (r. 786-809) die de cultuur enorm deed bloeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
116
Q

Soefisme

A

mystieke stroming in de Islam, ontstond in de 7e/8e eeuw in Sjiietische kringen

116
Q

Ayyubiden

A

Dynastie in Egypte (1169-1260) olv Saladin (3e kruistocht)

117
Q

Mammelukken (dyn)

A

Dynastie in Egypte (1250-1516), stammen af van het priveleger van de kalief

118
Q

Aghlabiden

A

Bestuurders van Ifriqiya (800-909)

119
Q

Ziriden

A

Heersers over Ifriqiya (973-1152)

120
Q

Almoraviden

A

Dynastie in West-Afrika en Spanje (1040-1147)

121
Q

Seljuk

A

Turkse stam die uiteindelijk in 1055 Bagdad wisten te veroveren en de macht hadden, tot in 1258 de Mongolen Bagdad plunderden waarna ze pas in de 14e eeuw weer een dynastie konden vestigen. Verslaan in 1071 de Byzantijnen in de slag bij Manzikert.

122
Q

Mozarabieren

A

Christenen in Al-Andalus

123
Q

garnizoensteden

A

militaire nederzettingen zoals Fustat, Kairouan, Kufa, Basra

124
Q

Mawali

A

veroverde mensen die zich tot de Islam bekeerden

124
Q

verdrag van Tudmir

A

voorbeeld van een verdrag; 713: informatie, belasting en erkenning in ruil voor economische vrijheid, veiligheid en politieke en religieuze onafhankelijkheid

125
Q

Dhimma

A

andere gelovigen naast moslims: Christenen, Joden, Zoroastriërs

126
Q

shahadah

A

geloofsbelijdenis van de Islam

127
Q

Jizya

A

extra belasting voor Dhimma

128
Q

verdrag van Umar

A

637 toegeschreven maar waarschijnlijk uit de 9e eeuw: worden rechten en plichten van de Dhimma vastgelegd

129
Q

harem

A

het vrouwelijk hof, hadden een band met de kalief, financieel onafhankelijk, belangrijkste was de moeder van de kalief en de moeder van de erfgenaam (kalief koos erfgenaam)

130
Q

Subh

A

Baskische concubine van Al-Hakam II en moeder van Hisham II waarvan zij zelfs regentes was

131
Q

Pepijn II

A

Hofmeier (r.680-714), veroverd vanuit Austrasië Neustrië in de slag bij Terty (687) en maakt hofmeierschap erfelijk

132
Q

Karel de Grote

A

Koning en later keizer van de Franken (r. 768-814), veroveringen: Italië, Beieren en Spaanse Mars; Karolingische Renaissance om eenheid in het rijk te creëren, bekeerde de Saksen met geweld, in 800 tot keizer gekroond door paus Leo III, weten veel van hem door biograaf Einhard

132
Q

Karel Martel

A

Hofmeier (r. 714-741), na de slag bij Soissons (718) heeft hij alle macht, verslaat een moslimleger in 732 bij Tours-Poitiers nadat Eudo van Aquitanië hem, en niet de koning, hul had gevraagd tegen de moslims raids

133
Q

Pepijn de Korte

A

Hofmeier vanaf 741 maar uiteindelijk na een staatsgreep koning van de Franken (r. 751-768), hulp van paus Zacharius I in ruil voor de verdrijving van de Lombarden uit Italië

134
Q

Chanson de Roland

A

Frans lied (1100) over de Spaanse Mars waarin wordt verteld dat de Basken de achterhoede van het leger aanvielen, later is dit veranderd naar moslims

135
Q

Harun al-Rashid

A

Abbisdische kalief die goede contacten had met Karel de Grote: in 801 worden er giften uitgewisseld en krijgt Karel een olifant

136
Q

Lodewijk de Vrome

A

Keizer van het Frankische rijk (r. 814-840), zet de politiek van Karel de Grote voort, maar krijgt ruzie met zijn zoons waardoor er een burgeroorlog uitbreekt. Na zijn dood wordt het rijk in drieën gedeeld.

137
Q

Verdrag van Verdun

A

843: Frankische rijk wordt in drieën gedeeld; Lothar kreeg Lotharingen; Lodewijk de Duitser het Oost-Frankische rijk en Karel de Kale het West-Frankische rijk

138
Q

Capitularia

A

wetteksten van Karel de Grote waarmee hij gebieden administratief kon controleren, bekenst is het capitularium van de Saksen. In de praktijk bleef er ook regionaal geweld etc. bestaan of was er alleen loyaliteit aan Karel zelf

139
Q

Karolingische Renaissance

A

Idee dat tijdens de regering van Karel de Grote het intellectuele leven opbloeit door veel geleerden naar het hof te halen en een handschrift in te voeren: de Karolingische minuskel

140
Q

Alcuin van York

A

Deel van de Karolingische Renaissance: produceerde schoolboeken en bedacht hoe het curriculum eruit kwam te zien

141
Q

Theodulf van Orleans

A

Deel van de Karolingische Renaissance: hield zich vooral bezig met wetgevende teksten

142
Q

Paulus Diaconus

A

Deel van Karolingische Renaissance: schrijft geschiedenis van de Longobarden

143
Q

Walafrid Strabo

A

Deel van de Karolingische Renaissance: dichter

144
Q

Hrabanus Marus

A

Deel van de Karolingische Renaissance: schreef vooral bijbelcommentaren

145
Q

Lodewijk de Duitser

A

Koning van het Oost-Frankische rijk (r. 843-876)

146
Q

Lothar

A

Keizer van het middenrijk Lotharingen (r. 840-855)

147
Q

Karel de Kale

A

Koning van het West-Frankische rijk (r. 840-877)

148
Q

Slag bij Lechfeld

A

955: Otto I verslaat Magyaaren waarna de raids stoppen en zich permanent gaan vestigen

149
Q

Vikingen

A

Scandinavische mannen die rond 800 daaruit werden gedreven door verschillende factoren en aan het plunderen/handelen/vestigen sloegen. IJsland (870), Groenland (900s) en Newfoundland (1000)

150
Q

Arnulf

A

Koning van het Oost-Frankische Rijk (r. 887-899) die in 891 van de Vikingen wist te winnen

151
Q

Karel de Eenvoudige

A

koning van het West-Frankische rijk (r. 898-922) die in 911 een deal sloot met Rolf om in Normandië een bufferzone te creëren tegen Vikingaanvallen

152
Q

Althing

A

Jaarlijkse vergadering van vrije mannen op IJsland, vanaf 930

153
Q

Ibn Fadlan

A

Diplomaat van het hof aan Bagdad, op missie in de 10e eeuw naar de Bulgaarse koning, maakt op die reis een Vikingbegrafenis mee die hij vastlegt

154
Q

Citizen science

A

‘Gewone’ mensen die aan wetenschap doen, redne dat we veel weten van de Vikingtijd

155
Q

Slag bij Eddington

A

878: slag waarin Alfred de Grote de Vikingen in Engeland verslaat

156
Q

Beda

A

8e-eeuwse Engelse schrijver, komt met narratief dat toen de Schotten en Picten Engeland vanuit het noorden binnenvielen de Britten de Angelen, Saksene en Juten hebben gevraagd om hen te helpen

157
Q

Koning Arthur

A

Legende met narratief dat hij (een Brit) 12 slagen wint tegen de Saksen (9e eeuw) Welsche monnik Nanniun, later Arthur als geweldige koning van Geoffry van Monmouth (12e eeuw); Cadbury Castle als Camelot

158
Q

Synode van Whitby

A

664: in Engeland wordt het Roomse geloof ipv het Ierse geloof de norm

159
Q

Sutton Hoo

A

Belangrijke archeologische vindplaats in Engeland; 625: begraven schip met grafgiften met Saksische en Christelijke elementen

160
Q

Beowulf

A

Sage, waarschijnlijk mondelijke traditie uit de 7e eeuw, opgetekend rond het jaar 1000

161
Q

Groot Heidens Leger

A

Vikingen die in 865 in Engeland aankomen, East-Anglia en daar een groot gebied veroveren

162
Q

Danelaw

A

Het gebied van de Vikingen in Engeland naardat ze in 878 in de slag bij Edington zijn verslagen door Alfred de Grote

163
Q

Alfred de Grote

A

Koning van Wessex (r. 871-886) die in de slag bij Eddington (878) de Vikingen verslaat. Patroon van het intellectuele leven en laat Latijnse teksten vertalen naar het Angelsaksisch. Shires and hundreds en burghs voor de verdediging

164
Q

Ethelfeld

A

Dochter van Alfred de Grote, koningin van Mercia (r. 900-918) legde samen met Edward de basis voor een Engels koninkrijk

165
Q

Edward

A

Koning van Wessex (r. 899-924), zette politiek van Alfred de Grote voort en legde samen met Ethelfeld de basis voor een Engels koninkrijk

166
Q

Ethelred

A

Koning van Engeland (r. 978-1016), slechte heersers en moest weer tribuut aan Vikingen gaan betalen

167
Q

Knoet

A

Koning van Noorwegen, Denemarken en Engeland (r. 1016-1035)

168
Q

Edward de Belijder

A

Koning van Engeland (r. 1042-1066)

169
Q

Karel de Dikke

A

Koning van het Oost-Frankische, maar later ook West-Frankische rijk (r. 876-887)

170
Q

Robert I

A

Koning van het West-Frankische rijk (r. 922-923) met steun van aristocraten

171
Q

Rudolf

A

Koning van het West-Frankische rijk (r. 923-936), schoonzoon van Robert I

172
Q

Lodewijk IV de Overzeese

A

Koning van het West-Frankische rijk (r. 936-954), eigenlijk puppet king van Hugo de Grote

173
Q

Lothar I

A

Koning van het West-Frankische rijk (r. 954-986), eigenlijk puppet koning van Hugo de Grote, die nog meer macht en gebied verkrijgt

174
Q

Lodewijk V

A

West-Frankische koning (r. 986-987)

175
Q

Hugo Capet

A

West-Frankische koning (r. 987-996), zoon van Hugo de Grote en de start van de Capetingische dynastie

176
Q

Ile de France

A

Regio om Parijs

177
Q

Godsvredebeweging

A

beweging (930-1030) die geweld wilt limiteren door te verbieden dat men op bepaalde dagen niet mocht vechten en geweld bij kerken en tegen armen te verbieden, had in de praktijk waarschijnlijk weinig effect.

178
Q

Gerberga

A

Zus van Otto I, trouwde met Lodewijk IV de Overzeese

178
Q

Hadewich

A

Zus van Hugo I, trouwde met Hugo de Grote

179
Q

Bruno van Keulen

A

Broer van Otto I, wordt regent van Lothar I

180
Q

Stijgbeugel

A

Uitvinding waardoor ridders, professionele soldaten, opkwamen

181
Q

Feodalisme

A

Politiek systeem waar land door een leenheer in bruikleen aan een leenman/vazal wordt gegeven, vazal verplichtte zich tot trouw, militaire steun en grondbewerking (feodalisme als bredere term voor een afhankelijke situatie, dus manoralisme en leenstelsel een onderdeel van feodalisme)

182
Q

Henrik de Vogelaar

A

Hertog van Saksen en vanaf 919 ook koning van het Oost-Frankische rijk (r. 912-936), legde de basis voor de Ottoonse macht; macht door behoefte nav vikingen en magyaren om samen op te trekken

183
Q

Otto I

A

Koning van Duitsland, vanaf 962 keizer, (r. 936-973), verslaat de Magyaaren, dwingt bij anderen macht af en wordt koning, om autoriteit te houden zet hij familie en vrienden op hoge posities

184
Q

Otto II

A

Duitse keizer (r. 973-983), breid rijk verder uit in Noord-Italië

185
Q

Otto III

A

Duitse keizer (r. 983-1002), eerst is moeder Theophanu regent voor hem, vanaf 996 daadwerkelijk alleenheerser

186
Q

Theophanu

A

Van 983-996 regent voor Otto III na strijd met Hendrik de Twistzieke; Byzantijnse prinses, neemt Sint Nicolaas mee en assimileert best wat van de Duitse cultuur, vaak in Duitse kunst afgebeeld zoals de rest

187
Q

Henrik II

A

Koning van Duitsland (1002-1024), zoon van Henrik de Twistzieke, start van de Salische dynastie

187
Q

Henrik de Twistzieke

A

Ruzie met Theophanu over wie het regentschap van Otto III mocht krijgen, uiteindelijk wordt zijn zoon in 1002 keizer

188
Q

Sylvester II

A

Eerst Gerbert van Aurillac, monnik, veel kennis door studie in Vic, neemt abacus en arabische getallen mee naar Europa, wordt paus van 999-1003 door Otto III

189
Q

Crescenten

A

Belangrijke familie in Rome, in 998 vermoord Otto III Johannes Crescentius II, maar in 1001 moet Otto III zelf vluchten uit Rome. Conflict om macht van Otto in Rome zelf.

190
Q

Miezko I

A

Hertog van Polen (r. 960-992) die zijn hertogdom wilt uitbreiden door bekering tot het Christendom

191
Q

Boleslav I

A

hertog van Polen (992-1025), in 1025 verheven tot eerste koning van Polen

192
Q

Adalbert van Praag

A

missionaris gestuurd door Ottonen naar oostgrens van het rijk, wordt in 982 bisschop van Praag, moet echter een aantal keer vluchten en wordt vermoord, en sterft een martelarendood

193
Q

Adalbert van Maagdenburg

A

Leraar van Adalbert van Praag, 1e bisschop van Maagdenburg

194
Q

Geza

A

Vorst der Magyaren (r. 972-997), laat zich door missionaris gezonden door Otto I dopen tot Christendom

195
Q

Stefanus I

A

Eerst vorst van magyaren, maar later door paus Sylvester in 1000 gekroond tot koning van Hongarije (r. 997-1038)

196
Q

Mathilda

A

Moeder van Otto I, mastermind als het gaat om dat haar kinderen een belangrijke positie krijgen

197
Q

Edith

A

1e vrouw van Otto I, komt uit Wessex, kleindochter van Alfred de Grote, relevant als raadgever van Otto I

198
Q

Adelheid

A

2e vrouw van Otto I, was politiek machtig, raadgever maar bleef ook in gebieden als regent als Otto I daar weg was

199
Q

Hroswitha van Gandersheim

A

Abdes, dichteres en scrijver

200
Q

Mathilde II

A

nicht van Otto II, abdis van Essen en zo een patroon van religieuze kunst

201
Q

Caesar Baronius

A

Komt in de 17e eeuw met het idee van de 10e eeuw als the age of iron

202
Q

Edward Gibbon

A

komt met het idee van de 10e eeuw als age of ignorance

203
Q

Manoralisme/hofstelsel

A

idee dat de landheer zijn land liet bewerken door horigen die vast zaten aan dat land

204
Q

Umma

A

Iedereen die Islamitisch gelovig was hoorde bij deze gemeenschap der gelovigen, wat contact vermakkelijkte

205
Q

Leo III (keizer)

A

Byzantijnse keizer (r. 717-741) die iconen verbied en start met het iconoclasme

206
Q

Icoon

A

Praktijk in het oosten, ging om het zichtbaar maken van de hemelse werkelijkheid, verbeeld het oerbeeld van de heilige en heeft dus ook de kracht van de heilige, op houten paneel volgens een aantal regels geschilderd en gaat dus veel dieper dan alleen een afbeelding

207
Q

Iconoclasme

A

Het kapot maken/verbieden van iconen

208
Q

Irene

A

Byzantijnse keizerin (r. 797-802) die stopt met iconoclasme, iconoclastische bisschoppen verwijderd en zo alles weer terugdraait

209
Q

Concilie van Frankfurt

A

794: concilie waarin iconen veroordeeld worden en Karel de Grote van de kerkelijke doctrine ook daadwerkelijke wetten gaat maken

210
Q

Yaroslav de Wijze

A

Vorst van Kievse rijk (r. 1019-1054), wordt vorst met hulp van Polen en het Salische rijk, vergroot territorium van de Kiev Rus

211
Q

Izjaslav

A

Prins van Kiev (r. 1054-1078)

212
Q

Egbert Psalter

A

Boek uit de 10e eeuw met psalmen voor de bisschop van Trier, in de 11e eeuw komen er echter Oosterse invloed in het boek doordat het in bezit was van Gertrude, nu claimen meerdere landen het als ‘hun’ erfgoed

213
Q

Gertrude

A

dochter van Miezko II en vrouw van Izjaslav, half Poolse, half Ottoonse die trouwt met de prins van Kiev die orthodox Christen is

214
Q

Miezko II

A

Koning van Polen (r. 1025-1034) trouwt met Richeza van Lotharingen, een afstammeling van de Ottonen

215
Q

Richeza van Lotharingen

A

Vrouw van Miezko II en zo de moeder van Gertrude, stamt af van de Ottonen: haar vader trouwde met een zus van Otto III

216
Q

Valkhof

A

Gebouwd in de 8e eeuw door Karel de Grote, maar in 882 verwoest door Vikingen, in de 11e/12e eeuw herbouwt door Frederik Barbarossa

217
Q

Christelijk commune ideaal

A

Ideaal van de verdeling in drie groepen: oratores (biddende), bellatores (vechtende) en laboratores (werkende)

218
Q

Peter Abelard

A

(1079-1142), filosoof, zag de aarde als Gods creatie die zelf kon functioneren => wonderen waren daarom zeldzaam en minder rechtszaken door beproeving

219
Q

Eerste Kruistocht

A

(1096-1099) startte omdat Alexius Comnenus (r. 1081-1118) paus Urbanus II (p. 1088-1099) om hulp vroeg tegen de Seljuk, om Jeruzalem terug te veroveren, was rampzalig voor Byzantijnse rijk

220
Q

Vierde Kruistocht

A

(1202-1204): resulteerde uiteindelijk in de plundering van Constantinopel in 1204, waarna het pas in 1261 gerestaureerd werd

221
Q

Michael VIII Palaiologos

A

Byzantijnse keizer (r. 1259-1282) die in 1261 het Byzantijnse rijk in Constantinopel restaureerde

222
Q

Taifas

A

klein bestuurlijke eenheid van een Islamitisch rijk

223
Q

Middeleeuws Klimaatoptimum

A

periode tussen 800-1300 waarin het langer warm, beter voorspelbaar en dus meer voedsel was in Noordwest-Europa, maar in andere gebieden zoals de Levant waren er juist negatieve effecten

224
Q

Parochies

A

Gebied dat bestuurd werd door lokale kerken en priesters, kregen inkomsten door hun eigen land, tienden en oblaties

225
Q

Waar komt het gangbare beeld van de Middeleeuwen vandaan?

A

Renaissance, Romantiek en series/games

226
Q

Dingen die later aan Christus toegeschreven zijn:

A

Niet alleen zoon van god, maar ook god zelf
Heeft zichzelf geofferd om mensen van hun zonden te verlossen
Zal een 2e keer terugkomen om zielen te beoordelen

227
Q

Originele Christus:

A

Joodse prediker, leider van een religieuze beweging die het Jodendom op een andere manier intrepeteert,, teruggekomen en messias genoemd

228
Q

Overeenkomsten Christendom en andere mysterie-culten:

A

Doop, eeuwige redding, heilig eten, heilige vader

229
Q

Nieuwe dingen van het Christendom

A

Draait om een daadwerkelijk persoon
Monotheïsme maakt dingen simpel

230
Q

Structuur van de kerkelijke hiërarchie

A

priesters -> bisschoppen -> aartsbisschoppen -> patriarchen

231
Q

Seculaire taak bisschop

A

regeerde stad: verdediging, justitie, administratie, infrastructuur
benoemen en discipline houden van clerici

232
Q

Spirituele taak bisschop

A

Hoofdpersoon die Christendoom vertegenwoordigde en verdedigde => verantwoordelijk voor de verspreiding van het Christendom

233
Q

Patroon van kerstening

A

Begint met bekering van de koning, waarna de rest van de bevolking zou volgen
Rol van koning binnen barbaarse gemeenschappen wordt religieus: wordt gezalfd, roept concilies bijeen en stelt bisschoppen aan
Aan de andere kant was het misschien goed genoeg om te zeggen dat je Christen was om een Christen te zijn

234
Q

Vroege Middeleeuwen op Italisch schiereiland

A

Economie: terugval in bevolkingsdichtheid, verminderde koopkracht
Administratie; fiscale systemen werden simpeler of verdwenen
Organisatie: diversificatie op vlak van sociale hiërarchie (rijkdom ipv afkomst)
Intellectuele cultuur: van aristocratie naar clerici (shift in bronnenmateriaal)
Identiteitsvorming: meer regionale diversificatie, ieder eigen richting
Machtsstructuren: koning is in groeiende mate afhankelijk van lokale machten

235
Q

Merovingers

A

Sterk in administratie
geweld om positie te beschermen
militaire successen en expansie
continuïteit met Romeins verleden en cultuur
complexe banden met lokale aristocratie
Katholiek en goede relatie met de Kerk
Sterke erfopvolging (koninginnen)

236
Q

Pepiniden

A

machtelijke adellijke familie
waren als hofmeiers de de facto heersers
gesteund door Arnulfingen
militaire successen
steun vanuit de kerkelijke hoek
vanaf Karel Martel de Karolingers

237
Q

Heiligen

A

Gaan om de kern van het Christendom: staan dichter bij God en kunnen dus dienen als voorspraak/tussenpersoon, later krijg je dus bewijzen dat ze dichter bij God staan (wonderen). De letterlijke plaats van heiligen is dus ook belangrijk, kan door een geografische plaats of een reliek. Men werd vroeger heilig als men vond dat diegene heilig was.

238
Q

Klooster

A

cluster van verschillende gebouwen, veel financiële middelen, kennisinstituut waar veel geschreven en gelezen werd

239
Q

Continuïteit Byzantijnse rijk en Romeinse rijk

A

Men dacht en vond zelf dat er continuïteit was: praatte over zichzelf als Romeinen en claimen historische erfenis
Rechtssysteem zoals ontwikkeld onder de Romeinen geld juist nog in Byzantium met legitimatie van wetten dmv Romeinse keizers
Legitimatie van heerschappij keizer door brood en spelen, paleizen en keizerlijke fora etc.
Functioneert vergelijkbaar met het Romeinse rijk

240
Q

Discontinuïteit Byzantijnse rijk en Romeinse rijk

A

Centrum van de macht naar oosten: Constantinopel als centrum
Byzantijns keizerschap is nadrukkelijk Christelijk vanaf het begin
Byzantijnse kunst is op een geleidbare schaal distinctief geworden (stijl hetzelfde, maar geheugen anders)
Keizerlijke kerken
Rol van de patriarch (er is maar een god, dus keizer kan geen god zijn, waardoor de patriarch dus een tegenmacht vormt waar de keizer ook moeilijk vanaf kan komen, dus voortdurende strijd over wie er dichter bij God staat en zo de belangrijkste persoon in de kerk is en de leer dus beslist, in de praktijk blijft dat de keizer omdat hij bij concilies een groep soldaten meeheeft)

241
Q

Waarom weten we veel over de periode van Justinianus?

A

Boeken van Procopius
Bekend geworden door Nika-opstand
Veel aandacht door Justiniaanse pest

242
Q

Byzantijnse tijdindeling

A

Vroeg Byzantijns (330-700): van heidense goden naar Christelijke god, restoratie van Justinianus
Midden Byzantijns (700-1204): continue krimp en territioriale herziening, iconoclasme, verschillende dynastieën, Constantinopel ingenomen door kruisvaarders
Laat Byzantijns (1204-1453): disintegratie en fragmentatie, val van Constantinopel

243
Q

Waarom is er de Islamitische wens om uit te breiden?

A

Verspreiding van de macht van Islamitisch gezag
Controle en uitbreiding handelsroutes
Influx van buit
Manier om meer soldaten te krijgen en eenheid binnen Arabische stammen te garanderen

244
Q

Militaire successen van het moslimrijk

A

636: slag bij Jarmoek
636: slag bij Qadissiyya
637: verovering Jeruzalem
642: verovering Egypte
651: verovering Sassanidenrijk
696: inname Carthago
711: oversteek naar Iberisch schiereiland
712: verovering Pakistan
732: slag bij Poitiers
744: verovering Centraal-Azië

245
Q

Waarom waren Islamitische legers zo militair succesvol?

A

Goede militaire organisatie met goede aanvoerlijnen
Ervaring met door woestijn reizen (bedouïen)
Goed georganiseerde staat en ideologie
Goed georganiseerde beloningen voor vechters en nabestaanden
Verzwakking tegenstanders door interne problemen: Perzen (dynastiek), Byzantium (religieus), Visigoten (dynastiek)

246
Q

Karolingische beeldcultuur

A

uitdragen van Christelijke identiteit:
sacramentium van Drogo (850)
dom van Aken
Utrecht psalter (830-840)

247
Q

Oorzaken van reislust Vikingen:

A

Overbevolking: vruchtbaar gebied in Scandinavië is klein
Gift-giving: traditie in de uitwisseling van geschenken en dus een nood aan luxe goederen
Centralisatie: heersers krijgen een groter gebied waar ook verliezers van zijn
Schepen: zeewaardig en snel
Kans: just because you can
Cultus van persoonlijke vechtlust en roem

248
Q

Kerstening van Engeland

A

in 597 komt Augstinus aan bij koning Aethelbert die al via vrouw Bertha Christelijke sympathieën had. Ook koning Raedwald van East Anglia had een Christelijk altaar, en later koning Edwin van Northumbria wordt Christelijk in 627. Was echter getrouwd met dochter van Aethelbert, en had dus ook al Christelijke sympathieën.

249
Q

Ottoons koningschap

A

Rondreizend hof
Geheiligd koningschap
Bisschoppen als politieke figuren

250
Q

Handel en innovaties in de 10e eeuw

A

Arabieren zorgen voor culturele uitwisseling: religieuze tolerantie, idee van de umma en Islam spoort aan dat je Arabisch kan
Interesse in de wereld: Beatusmap in de 9e eeuw als schematische weergave naar de Tabula Rogeriana van Mohammed al-Idrisi (1154) die realistischer is
Papier: vooral in de Arabische wereld (10e eeuw), in Europa nog lang perkament gebruiken omdat papier vooral voordelig is in een droog klimaat

251
Q

Christelijke verdeeldheid tussen oost en west in de 10e eeuw

A

Leiden van de kerk: paus of keizer
Iconen: vereren of verbieden
Taal: grieks of latijn

252
Q

Waarom is het OT een deel van de Bijbel

A

Eerste Christenen waren Joden
Geeft bewijs voor Jezus als messias

253
Q

Abd al-Malik

A

Umayyadische kalief (r. 685-705)

254
Q

Verschil Angelsaksische en Frankische kerkstructuren

A

Angelsaksisch: Kerkstructuur van onderaf, ‘minsters’
Frankisch: Bisschoppen veel politieke macht, kloosters onder patronage elite

255
Q

Edwin

A

Koning (r. 616-633) van Northumbria,wordt Christelijk in 627, maar was getrouwd met de dochter van Aethelberth en had dus al Christelijke sympathieën

256
Q

Ceolwulf

A

Koning (r. 729-737) van Northumbria, wordt uiteindelijk monnik

257
Q

Offa

A

Koning (r. 757-796) van Mercia, had een significante geldmarkt en internationale ambities, maakt afspraken met Karel de Grote over zijn burgers die in Frankische rijk berecht worden en over rondreizende missionarissen

258
Q

Raedwald

A

Koning (r. 599-624) van East-Anglia, had een altaar voor Christus en een altaar met heidense figuren erop. Geeft aan dat hij dus al Christelijke sympathieën had voor de bekering van Engeland

259
Q

Voordelen van de Arabische wereld

A

Religieuze tolerantie
Idee van de Umma
Gemeenschappelijke taal

260
Q

Continuïteit met moslim overheersers

A

Gaat vooral over het bestuur: administratieve functies, ambtenaren en bestuurstaal

261
Q

Verandering met moslim overheersers

A

Arabisch als voertaal
Eigen munten
Ontstaan van een postdienst

262
Q

Domestic proselytization

A

Het idee dat koninginnen hun rijk Christelijk lieten worden

263
Q

Odoaker

A

Koning van Italië (r. 476-493) nadat hij Romulus Augustus had afgezet en tot hij door Theodorik werd vermoord. Was de leider van een vazalstam van de Hunnen.

264
Q

Leo I

A

Paus (p. 440-461) die volgens de overlevering een tweede plundering van Rome wist te voorkomen (452), waarschijnlijker is dat de Hunnen zich terugtrokken door de warmte etc.

265
Q

Waarom mochten de Visigoten door het Romeinse rijk reizen

A

Keizer Valens (r. 364-378) van het Oost-Romeinse rijk had medelijden met hen, omdat ze Christelijk waren en een conflict met Atilla de Hun hadden. Nadat de Visigoten ernstig onderdrukt werden in het Romeinse Rijk kwamen ze in opstand, wat uiteindelijk zou leiden tot de slag bij Adrianopel (378). Na de dood van Valens sluit Theodosius vrede met de Visigoten, en gebied ze om meer naar het westen te gaan.

266
Q

Wat zegt Edward Gibbon over de migratie van Barbaarse stammen

A

op het moment dat barbaarse stammen de grenzen oversteken is de scheidslijn tussen beschaving en barbaren weg. In werkelijkheid is het zo dat de scheidslijn tussen barbaren en Romeinen meevalt en dat verschillende stammen op verschillende momenten met een andere identiteit in contact met Rome komen

267
Q

Waarom was West-Europa geschikt voor landbouw rond 500

A

Goed klimaat
Rijke aarde
Veel bos
Brede rivieren
Toegankelijke kustlijn

268
Q

Gevolg van de komst van Kelten

A

Romeins burgerschap werd vervangen door een strijder ideologie => Romeinse en barbaarse elite werden samen de aristocratie

269
Q

Trivium en Quadrivium

A

Trivium: retorica, grammatica, dialectiek
Quadrivium: wiskunde, geometrica, muziek, astronomie

270
Q

Reguliere geestelijken

A

geestelijken die de regels van monniken moesten volgen

271
Q

Seculiere geestelijken

A

geestelijken die de regels van de bisschop volgden, en dus zich vooral bezighielden met de pastorale zorg

272
Q

Verandering in de Byzantijnse kunst

A

Verandering naar het Christendom => type beelden veranderen naar Christelijke verhalen die het standaard narratief worden => in de kunst krijgt men dus een ander geheugen, maar de stijl blijft ongeveer gelijk

273
Q

Hoe laat Justinianus het cultureel geheugen verschuiven

A

Door bijvoorbeeld te zeggen dat hij Salomon, degene die de tempel in Jeruzalem heeft gebouwd, heeft overtroffen met de bouw van de Hagia Sophia. Dat is dus een Christelijke verwijzing.

274
Q

Redenen waarom Justinianus een breekpunt is

A

Wederopbouw van Constantinopel
Uitgave van het Corpus Iuris Civilis
Poging tot verovering van het westen

275
Q

Qurajsh

A

Stam waaruit Mohammed kwam, binnen deze stam kwam hij uit de umayyad stam

276
Q

Zacharius I

A

Paus (p. 741-752) die Pepijn de Korte tot koning kroonde in 751 in ruil voor de de verdrijving van de Longobarden uit Italië

277
Q

Leo III (paus)

A

Paus (p. 795-816) die Karel de Grote in 800 tot keizer kroonde, kon op dat moment omdat keizerin Irene aan de macht was in het oosten. Had gevolgen: belediging voor keizerin Irene, heropleving van het Romeinse rijk en het was de vertegenwoordiging van de alliantie tussen paus en heerser

278
Q

Hoe probeerde Karel de Grote en Lodewijk de Vrome een economische boost te geven aan het Frankische rijk?

A

Zilverkwaliteit hoog houden
Bescherming van handelaren
Verbetering van infrastructuur
Verwelkoming en bescherming van Joden

279
Q

missi dominici

A

Zendgraven, ambtenaren die in delen van het rijk de uitgevaardigde wetten controleerden. Karel de Grote bleef ondanks deze maatregel afhankelijk van lokale edelen en er bleef regionaal geweld bestaan

280
Q

Intellectuele trends na Karel de Grote

A

Geleerden gingen zich toewijden aan encyclopedieën
Monastieke hervormingen door Benedictus van Aniane, die van Lodewijk de Vrome toestemming kreeg om bezochte kloosters te hervormen (817)
Neoplatoonse ideeën werden belangrijk door John Scottus Eriugena, die Griekse filosofische werken vertaalde, die soms naar het pantheïsme neigden

281
Q

John Scottus Eriugena

A

Vertaler van Griekse filosofische werken naar het Latijn, vertaalde o.a. ‘On the Celestial History’, een neoplatoons werk dat naar het pantheïsme neigt (de overtuiging dat alles goddelijk is en er dus geen antropomorfe god is)

282
Q

Viking economie

A

Draaide vooral om graan, vis en handel. Veel conflict om het beschikbare land. Handel was dan vooral in walrusivoor, amber, pijlen, zwaarden, honing, bijenwas, maar vooral in bont en slaven. Ook rappoteert Constantijn VII van Byzantium dat ze in schepen handelen.

283
Q

Typerend voor onderzoek naar Vikingen

A

Vaak naar gekeken als bron van angst, chaos en geweld

284
Q

Vikingen als reden voor uiteenvallen Karolingische rijk

A

Vikingen vallen snel en gericht aan en dus kan een centrale koning daar niet zo veel tegen doen. Men is dan aangewezen op lokale nobelen met kleine legertjes, waardoor er dus meer steun is naar de lokale heerser en zo ook meer loyaliteit.

285
Q

Vikingen als symptoom voor uiteenvallen Karolingische rijk

A

De stabiliteit van een rijk in de vroege Middeleeuwen was erop gebaseerd om zoveel mogelijk influx van buit te krijgen, waarvoor dus ook territoriale expansie nodig was. Vikingen waren succesvol en dus waren er minder middelen om het rijk in stand te houden.

286
Q

Patroon van plunderingen door Vikingen

A

Van hit run naar rond 830/840 meer grotere vloten en groepen. Komt doordat vanuit de gevestigde heersers blijkt dat deze manieren winstgevend zijn

287
Q

Waarom weten we veel van de Vikingtijd

A

Spreekt tot de verbeelding
Interesse van burgers => citizen science
IJs smelt weg

288
Q

archeologie over verhaal van Beda

A

Bijna geen resten van originele Britse cultuur op de plekken waar de Saksen zich gaan vestigen
Saksen nemen gewoontes van Britten in de landbouw over
In de grafcultuur blijven er verschillende gewoontes bestaan
=> aan de ene kant narratief van drie verschillende groepen, maar archeologie wijst vooral op assimilatie en mengeling

289
Q

Centrale Middeleeuwen

A

(1000-1300): tijd van groei van graan, bevolking, steden, universiteiten, kloosters, macht van paus en koning, intolerantie

290
Q

Slag bij Manzikert

A

1071: Seljuk verslaan de Byzantijnen die ook Klein-Azië en Bari verliezen

291
Q

Landbouwrevolutie

A

Middeleeuws klimaatoptimum
Agrarische transformatie die basis legt voor het kritische denken voer religie, politiek en cultuur
In het noorden graan en bier
In het zuiden olijven en wijn
Meer land dat gecultiveerd werd
Rotatie-systeem met drie velden (drieslagstelsel)
Technologische verbeteringen
=> bevolkingsgroei, betere levensstandaard, specialisatie

292
Q

Het dorp in de Centrale Middeleeuwen

A

Kernachtige dorpen begonnen rond 1000 te ontstaan, land opgedeeld in lange stroken, ploegen etc. werden gedeeld, kleine moestuin naast eigen huis

293
Q

Landgoed in de Centrale Middeleeuwen

A

In de 11e eeuw een versnelling in opkomst, boeren waren vrij of lijfeigene of een hybride status daartussen in, landheer profiteerde van productie, belasting en juridische rechten

294
Q

Parochie in de Centrale Middeleeuwen

A

Parochie was een kleine religieuze gemeenschap, priesters profiteerden van hun eigen land, tienen en oblaties, waren vaak de grootste bouwwerken op het platteland en een centrum van feest

295
Q

Leven in de Centrale Middeleeuwen

A

Leven was gebonden aan seizoenen, leefomstandigheden waren slecht, vee in huis, mannen veldwerk en vrouwen/kinderen assisteerden hun, angst voor een vloed of droogte
=> over het algemeen verbeterde het leven in de 11e en 12e eeuw omdat er een hoge vraag naar boeren was, maar in de 13e eeuw draaide dit om