Radiotherapie Flashcards
1
Q
Hoe werkt RT
A
DNA-schade, cel gaat dan in rust/apoptose
2
Q
Fotonen
A
- Groot doordringend vermogen (minder geschikt voor slokdarm)
- Huidsparend effect
- Meest gebruikt
3
Q
Elektronen
A
- Minder doordringend vermogen
- Geschikter voor huidtumoren
4
Q
Protonen
A
- Geven op bepaald gebied alle energie af
- Nog complex om mee te werken
5
Q
Bij wat voornamelijk breathhold-techniek
A
Linkszijdige mammatumoren
6
Q
Wat is een groter gebied; GTV of CTV
A
CTV (clinical target volume) groter dan GTV (gross tumor volume)
7
Q
ITV
A
Internal target volume, kunstmatige marge voor beweging van tumor
8
Q
PTV
A
Planning target volume, marge voor instelonnauwkeurigheden
9
Q
Binnen welk tijdsbestek acute toxiciteit
A
<6mnd
10
Q
Nadeel RT
A
Kan chirurgie en wondgenezing bemoeilijken