Farmacologie Flashcards

1
Q

Eerste orde kinetiek

A

2x zo hoge concentratie 2x zo veel uitscheiding

Hogere concentratie → snellere afbraak middel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Nulde orde kinetiek

+ voorbeelden

A

Verzadiging van enzymen, dus er is een maximale afbraaksnelheid
Alcohol, fenytoïne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Klaring

  • Afko
  • Wat is het
  • Wat heeft hier geen invloed op
A
  • Cl
  • Vast gegeven, ml/min
  • Ongeacht de concentratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Halfwaarde tijd formule

Wat heeft hier geen invloed op

A
  • T1/2 = 0,7 * Vd/Cl

- Dosis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat heeft geen invloed op steady state

A

Verdelingsvolume

Het gaat om de klaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer wordt steady state bereikt

A

4-5x halfwaardetijd 97%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij wat voor persoon moet je een hogere dosis geven bij een lipofiel middel

A

Obese patiënten

Medicijn gaat meer in vet zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

MIC

A

Minimal Inhibitory Concentration

1e concentratie waarbij bacterieverwijdering start

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

MBC

A

Minimal Bacterial Concentration

1e concentratie waarbij bacterie weg is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dalspiegel, wanneer bepalen

A

30 min voor toediening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Topspiegel, wanneer bepalen

A

60 min na toediening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Na hoeveel uur pcm intox spiegel bepalen

A

4u

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Enzyminductoren

A

Meer enzym → meer omzetting
→ Daling meddspiegel (gewenning)
Geleidelijke daling (snelle daling = glucoronidering)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Enzymremmers

A

Inhibitoren
Competitie → remming afbraak
→ Stijging medsspiegel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

1% oplossing
1 .. per ..
= 10 ../..

A

1 gram per liter

= 10mg/ml

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Behandeling neuropathische pijn (3)

A
  • TCA
  • Anti-epileptica: pregabaline
  • NNDA-antagonisten: esketamine
17
Q

AGEP

  • Afko
  • Wanneer
  • Waar
  • B/
A

Acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose

  • 1-4dgn na start med
  • Eerst in lichaamsplooien, urticaria
  • B/ Self-limiting, vervelling huid na 1-2wkn
18
Q

SJS/TEN

  • Wanneer (tijd)
  • %
  • S/ (3)
A
  • 7-21dgn na start med
  • <10 SJS, >30 TEN (bullae)
  • S/ Bullae, pijnlijke mond en ogen
19
Q

DRESS/DIHS

- Wanneer

A
  • 15-40dgn
20
Q

Teken van Nikolsky

A

Blaarvorming bij aanraking huid

21
Q

Urticaria bij welke aandoening

A

AGEP

22
Q

Bij welke ziekte geen huidtesten

A

SJS/TEN

23
Q

Type I

  • Cel
  • Symptoom
A
  • IgE

- Angio-oedeem, urticaria → anafylaxie

24
Q

Type IV

- Symptoom

A
  • Exantheem
25
Q

ACE-remmer geïnduceerd angio-oedeem

  • O/
  • S/
  • B/
A
  • Ophoping bradykinine → vaatverwijding
  • Eerste keer enkelzijdig, meestal KNO
  • B/ Icatibant
26
Q

Antidotum opiaat

A

N-acetylcysteïne

27
Q

Antidotum TCA

A

Benzo

28
Q

Antidotum heparine

A

Protamine

29
Q

Antidotum benzo

A

Flumenazol (wordt nooit gebruikt)

30
Q

Wanneer maagspoelen

Complicaties (2)

A
  • <1u
  • Levensbedreigend
    Compl: aspiratiepneumonie, oesophagusperforatie
31
Q

Wat bindt actieve kool niet (4)

A
  • Ijzer
  • Lithium
  • Koolwaterstoffen (benzine, lampenolie)
  • Niet vloeibare dingen
32
Q

Wanneer darmlavage (spoeling) (3)

A
  • Inname preparaten vertraagde afgfite
  • Ingestie van drugsbolletjes
  • Als actieve kool niet werkt
33
Q

Bij welke patiënten geen PCA

A

Delier

34
Q

Effectiviteit epiduraal testen

A

Ijsblokjes