probleem 4: cognitieve modellen van SAD Flashcards
social anxiety
Sociale anxiety stoornis (SAD) of sociale fobie is (o.a.) een duidelijke of intense angst of anxiety voor sociale situaties waarin het individu wellicht geëvalueerd kan worden door anderen. Het is een stoornis van vervormde informatieverwerking, dus een bias van negatieve cognitieve processen. Er zijn 2 categorieën van SAD:
1. Gegeneraliseerde SAD houdt in dat de meeste sociale situaties gevreesd zijn waaronder zowel sociale als prestatiesituaties.
2. Niet-gegeneraliseerde SAD houdt in dat er een omgeschreven of beperkte angst voor sociale óf prestatiesituaties is, zoals angst om in het openbaar te praten, etc.
-> Het komt vaker voor bij vrouwen, het begint meestal rond 13 jaar, kinderondervoeding en
tegenslag zijn risicofactoren, het is erfelijk en de prevalentie is 7%-13% in het Westen.
Het cognitieve model van SAD
- Het cognitieve model van SAD (CMS) van Clark en Wells (1995) legt uit waarom blootstelling aan gevreesde situaties alleen niet genoeg is voor angstvermindering. -> Volgens het model ontwikkelt SAD door een interactie tussen aangeboren gedragsaanleg (kwetsbaarheid) en levenservaringen, die ervoor zorgt dat het individu de sociale wereld als gevaarlijk ziet en er moeilijk in kan navigeren (sturingsvermogen).
- Een hoofdkenmerk is het sterke verlangen om een positieve indruk van jezelf over te brengen naar anderen, terwijl er een duidelijke onzekerheid is over het vermogen om dat te doen. De persoon met SAD kan zich dan op een onaanvaardbare manier gedragen dat kan leiden tot status- en waardeverlies of afwijzing.
disfunctionele processen cognitieve model -> de zelf verwerken als een sociaal object
- De zelf verwerken als een sociaal object is een interne aandachtsbias met vaak vervormde denkbeelden. Een individu met sociale angst betreedt een gevreesde situatie en denkt dat hij/zij gevaar loopt om negatief geëvalueerd te worden. Vervolgens richten ze hun aandacht naar binnen en gebruiken ze hun gedachten en gevoelens als bron van feedback over hun prestaties. Vaak lijken hun interne ervaringen dus te bevestigen dat ze sociaal incompetent zijn, maar dit komt omdat ze een vertekend beeld hebben van zichzelf (waarnemersperspectief). Dit is de reden waarom exposure alleen aan gevreesde situaties niet voldoende is voor sociale angstvermindering.
disfunctionele processen cognitieve model -> veiligheidsgedrag
- Veiligheidsgedrag is gedrag van mensen met SAD om negatieve evaluatie van anderen te vermijden/ voorkomen. -> Dit veiligheidsgedrag houdt de angst in stand.
-> Hoewel de gevreesde uitkomst niet altijd plaatsvindt (je wil niet dat mensen je zien zweten dus draag je extra dikke kleding waardoor je juist gaat zweten) kan een persoon met SAD dit toeschrijven aan het feit dat hij zich met dit veiligheidsgedrag bezighield.
disfunctionele processen cognitieve model -> cognitieve vervormingen
- Cognitieve vervormingen: individuen met sociale angst overschatten vaak hoe negatief anderen hun prestatie zullen ervaren (DSM-criteria E). Daarnaast schatten ze de consequenties van hun sociale mislukkingen veel erger in dan wat realistisch is. Mensen zijn hierdoor erg bezig met het bewaken van eigen gedrag en prestaties, waardoor volledig deelnemen aan sociale interacties nog lastiger wordt. Dit kan gezien worden als afstandelijk/ onvriendelijk.
disfunctionele processen cognitieve model -> attentional bias
dit proces kan voor of na een sociale situatie plaatsvinden;
o Voorafgaand aan een sociale gebeurtenis ervaren individuen met SAD vaak anticiperende angst, waarin ze terugdenken aan eerdere nare ervaringen. Daarnaast beelden ze in dat ze zullen falen. Dit kan leiden tot vermijding van de sociale situatie.
o Na een sociale interactie reflecteren SAD individuen hun prestatie vaak in detail. Hierbij herinneren ze gebeurtenissen en de uitkomsten ervan op een meer negatieve wijze dan ze werkelijk waren. Ook verhoogt dit de kans dat de persoon de gevreesde situatie in de toekomst zal vermijden -> (postmortale review of post-event verwerking (PEP).
Cognitief-gedragsmodel van SAD
- Volgens het cognitieve-gedragsmodel van SAD (CGMS) van Rapee en Heimberg (1997) is het verschil tussen mensen met en zonder SAD de mate waarin mensen met SAD cues beoordelen als voorspellend voor een bedreiging en de mate waarin bedreiging wordt voorspeld door een cue. Sociale anxiety ligt op een continuüm en mensen met SAD liggen op het hogere eind daarvan.
- Sprake van een spectrum bij sociale angst; sommige individuen ervaren sterkere symptomen dan anderen.
- Er zijn verschillende factoren die kunnen leiden tot SAD:
o Genetische aanleg -> aandachtsbias voor bedreiging, gepaard met de omgeving en andere negatieve levenservaringen waardoor de wereld als gevaarlijk wordt waargenomen.
o Geaccepteerd willen worden door anderen waardoor verwachtingen en doelen worden gesteld die de persoon niet denkt te kunnen redden. Mensen met SAD gaan ervan uit dat iedereen hun negatief zal beoordelen en ze hechten veel waarde aan de acceptatie van anderen.
disfunctionele processen CGMS -> baseline image
- Sociale situaties hoeven in dit model niet per se sociale interacties te bevatten, want waargenomen bedreiging kan al genoeg zijn voor anxiety. Mensen met SAD vormen een baseline image van voorgaande ervaringen en echte denkbeelden van de zelf die consistent zijn met negatieve zelfschema’s en overtuigingen. Het kan aangepast worden door interne of externe feedback.
o Vb een vreemde die je op straat passeert kan al genoeg zijn om sociale angst op te wekken wanneer men het gevoel heeft om beoordeeld te worden.
o De aanwezigheid van publiek activeert een mentale representatie van SAD individu zoals ze denken dat het publiek hen ziet -> dit is een vertekend beeld dat wordt gevormd dor interne en externe feedback.
disfunctionele processen CGMS -> reden verdraaide zelfperceptie
- Een reden voor de verdraaide zelfperceptie is dat mensen met SAD een bias hebben richting externe cues die wijzen op bedreiging of negatieve evaluatie. Mensen met SAD hebben ook voorkeur om aandacht toe te wijzen aan het monitoren en aanpassen van de mentale representatie van de zelf waargenomen door anderen. Hierdoor is er minder aandacht over voor sociale prestatie waardoor de negatieve zelfpercepties worden bevestigd.
o De vertekende mentale representatie van de zelf komt mogelijk voort uit een bias die SAD-individuen hebben voor externe cues in de sociale omgeving die bedreiging of negatieve evaluatie signaleren -> sociale prestaties gaan hierdoor vaak achteruit, omdat aandacht bronnen worden uitgeput. = vicieuze cirkel.
disfunctionele processen -> hoofdproces CGMS
- Een hoofdproces is de vergelijking van mentale zelfrepresentaties met de waargenomen verwachtingen van anderen. Mensen met SAD denken dat anderen hoge standaarden hebben en verwachten, ze denken dat ze daar niet aan voldoen en krijgen meer anxiety, dit zorgt weer voor meer negatieve zelfrepresentaties waardoor er een vicieuze cirkel ontstaat. Daarom is er vaak vermijding of ontsnapping, maar ook dat draagt weer negatief bij.
disfunctionele processen -> toevoeging CGMS
- In 2010 werd het model geüpdatet en bleek dat mensen met SAD meer negatieve zelfbeelden gebruiken en het waarnemersperspectief vaak wordt gebruikt. Ook was de kern van SAD veranderd en werd dat de angst voor elke evaluatie, dus zowel positief (angst voor positieve evaluatie (FEP); er wordt verwacht dat je altijd succesvol bent) als negatief. Ook werd PEP als een hoofdfactor van SAD gezien.
o Angst voor positieve evaluatie kan ontstaan wanneer succesvolle prestaties de overtuiging activeren dat anderen blijvend succes zullen verwachten in toekomstige sociale interacties. De persoon kan zichzelf afhouden, zodat ze geen evaluaties van anderen krijgen. - Andere toevoeging -> post-event processing: verwerking die optreedt na de gebeurtenis. Dit wordt gezien als een in standhoudende factor van SAD. Vaak is het beeld dat SAD-individuen herroepen sterk vertekend, wat leidt tot vermijding.
vergelijking tussen modellen -> overeenkomsten
o Overmatige toepassing van aandacht bronnen op het identificeren van bedreigingcues.
o Vermijdingsgedrag en disfunctionele cognities zoals vervormde mentale representaties, onrealistische prestatiestandaarden en negatieve verwachtingen van de gevolgen van een discrepantie tussen de twee.
o Iemand met SAD heeft niet per se een gebrek aan sociale vaardigheden, maar alle bovenstaande kenmerken belemmert sociale interactie waardoor het lijkt alsof er gebrek aan is.
vergelijking tussen modellen -> verschillen en kritiek
o De aard van aandacht focus: CMS stelt dat het de shift is om interne cues te monitoren waardoor er geen aandacht is aan daadwerkelijke reacties van anderen. CGMS stelt dat aandacht extern wordt gericht op het zoeken naar bedreigende cues.
o Veiligheidsgedrag: bij CMS is dit een hoofdprobleem en bij CGMS staat het ongeveer gelijk aan vermijdingsgedrag.
o Behandelingen: bij CMS wordt eerst veiligheidsgedrag geïdentificeerd en vergeleken met ervaringen en daarna wordt het afgeleerd. Daarna is er een externe aandacht focus terwijl het veiligheidsgedrag wordt afgeleerd. Bij CGMS wordt geleerd om de aandacht weg te houden van mentale zelfrepresentaties en indicatoren van evaluatie en vermijding wordt vermeden. Mentale zelfrepresentaties worden realistischer waardoor de angst wordt verminderd.
Kritiek: het is nog steeds onduidelijk of SAD een intra- of interpersoonlijke aandoening is.