probleem 2: rol van extinctie leren als behandeling voor angststoornis Flashcards
extinctie
Introductie
Exposure therapie is niet even effectief voor elke patiënt met een angststoornis. Extinctie wordt gezien als een belangrijk onderliggend mechanisme voor de reductie van angst tijdens exposure therapie. Daarom wordt momenteel gekeken naar mogelijke strategieën om extinctie te verbeteren, zodat behandeling kan worden geoptimaliseerd voor alle patiënten.
De hoofdrol van extinctie in angststoornissen
Extinctie: wanneer angst afneemt tijdens herhaaldelijke blootstelling aan een voorheen angst geconditioneerde stimulus die nu wordt gepresenteerd in de afwezigheid van de onplezierige ongeconditioneerde stimulus (bijvoorbeeld een elektrische schok of luid geluid).
-> De oorspronkelijke angst associatie (exciterende geconditioneerde stimulus–ongeconditioneerde stimulusassociatie) en de uitstervingsassociatie (remmende geconditioneerde stimulus–geen ongeconditioneerde stimulusassociatie) concurreren nu en de geconditioneerde stimulus wordt een dubbelzinnige stimulus (ook al roept het momenteel geen angst op).
Extinctie associaties zijn vaak zwakker in vergelijking met de oorspronkelijke angst associaties. Dit maakt dat de geconditioneerde angst symptomen soms terugkeren:
* Spontaan herstel: het terugkeren van symptomen na een tijdje geen exposure therapie gevolgd te hebben.
* Contextuele vernieuwing: het terugkeren van symptomen wanneer een individu de stimulus tegenkomt in een context buiten therapie.
* Herplaatsing: het terugkeren van symptomen na een blootstelling aan de onplezierige ongeconditioneerde stimulus.
procedurele strategieën
Procedurele strategieën: deze worden tijdens de training toegepast. -> Gericht op het creëren van optimale omstandigheden voor het triggeren van de angst. Het doel is dan om deze verwachtingen te schenden via herhaalde blootstelling aan de gevreesde situaties.
- Verwachtingsovertreding: verhoog de verwachtingen omtrent de waarschijnlijkheid of de intensiteit van gevreesde onplezierige uitkomsten. Wanneer de cliënt dan vervolgens ziet dat deze irrationele verwachting niet uitkomt, kan het geruststelling geven.
- Veiligheidssignalen: verwijdering en verbod van veiligheidsgedragingen en signalen (bv een steunpersoon of medicatie) tijdens de extinctie training.
- Verdiepte extinctie: combinatie van meerdere angstopwekkende stimuli tijdens extinctie training, die allemaal dezelfde onplezierige uitkomst voorspellen.
- Occasional reinforced extinction: af en toe gepaard gaan met de angstprikkel met de aversieve uitkomst tijdens de extinctie training. -> verhoogt de dreigingsverwachting.
- Variabiliteit: variatie inbrengen in het soort stimuli (bv verschillende soorten spinnen), de duur van iedere trial, de lengte van de pauzes tussen trials en de mate van angst die de cliënt ervaart.
- Meerdere contexten: de externe en interne context van de extinctie training afwisselen (bv binnen en buiten training geven).
- Affect labelen: verbaal labelen wat de emotionele inhoud van een stimulus is, ofwel wat het individu op emotioneel vlak ervaart.
- Slaap: extinctie training uitvoeren tijdens de slaap.
- Nieuwe uitkomst: combinatie van de angst opwekkende stimulus met een nieuwe neutrale uitkomst (i.p.v. geen uitkomst bij traditionele extinctie training).
- Ongeconditioneerde stimulus devaluatie: combineer de angst opwekkende stimulus met een minder onplezierige ongeconditioneerde uitkomst.
flankerende strategieën
Flankerende strategieën: deze strategieën worden voor of na de training toegepast. Doel -> omstandigheden creëren die het leren tijdens de extinctie mogelijk maken, zorgen voor consolidatie van het extinctie geheugen en het ophalen van dit geheugen.
- Ophaalcues: het gebruik van externe geheugen cues na extinctie training.
- Slaap: een individu laten slapen na extinctie training.
- Positieve stemming: een individu in een positieve stemming brengen voor de extinctie training.
- Lichaamsbeweging: een individu laten sporten voor de extinctie training.
- Nieuwe context: blootstelling aan een nieuwe context vlak voor of na extinctie.
- Reconsolidatie: het ophalen van eerder opgeslagen angst herinneringen voor de extinctie training.
Overwegingen voor toekomstig onderzoek
-> Toekomstig onderzoek is nodig om nauwkeurig te bepalen in hoeverre de bovengenoemde strategieën effectief zijn voor het verbeteren van extinctie bij angstige individuen.
1. Veel strategieën worden nu bevestigd door een klein aantal onderzoeken en sommige resultaten blijven gemixt. -> replicatieonderzoek is dus van belang. & Impact is nu alleen gemeten tijdens training zelf.
2. De laboratoriumtraining moet in klinische onderzoeken worden herhaald bij angstige personen om de ecologische validiteit te laten toenemen.
3. Er is weinig bekend over de impact van angst extinctie en verbeteringsstrategieën op feitelijk gedrag.
4. Om verspreiding te ondersteunen, is het van belang dat de veelbelovende strategieën op brede context van (cognitieve) gedragsmatige behandelingen geëvalueerd worden.
conclusie
-> Angst extinctie processen spelen een cruciale rol in de ontwikkeling en het in stand houden van angststoornissen. Gedragsstrategieën die extinctie verbeteren zijn mogelijk zeer geschikt om de effectiviteit van exposure therapie te maximaliseren. Er is echter wel vervolgonderzoek nodig om de voordelige effecten van deze strategieën te verifiëren.