persoonlijkheid Flashcards

1
Q

waaruit kan een persoonlijkheid verklaren worden vanuit het behaviorisme?

A

Uit karakteristieke gedragingen die verklaard kunnen worden door conditioneringswetten waarin de omgevingsinvloed centraal gezet wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe worden in cognitieve leerstijl de basis van een persoonlijkheid genoemd?

A

cognitieve stijlen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn andere theorien over de persoonlijkheid?

A

De wortels zijn diep te vinden in diep innerlijke mechanisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar leggen de grote stromingen de nadruk op?

A

Op de sociale factoren die verantwoordelijk zijn voor de vorming van persoonlijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar word in de laatste jaren veel naar gekeken bij persoonlijkheden?

A

Naar erfelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat proberen onderzoekers te achter halen bij erfelijkheid kwesties over persoonlijkheid?

A

Ze bekijken de genen die mogelijk verantwoordelijk zijn voor gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar in functioneren de biologische processen?

A

In de omgeving om de persoonlijkheid heen, de sociale processen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kunnen we verschillende persoonlijkheden verklaren?

A

Door een wisselwerking tussen allerlei ingrediënten.

  • opvoeding
  • natuurlijke aanleg
  • meemaken van ingrijpende gebeurtenissen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat past niet in de persoonlijkheidspsychologie?

A

Om de invloed op het gedrag en de persoonlijkheid van mensen te beperken tot of alleen de opvoeding of alleen de biologische aanleg of alleen de leerprocessen of alleen de cognitieve structuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarin wordt gekeken in het Biopsychosociaalmodel?

A

Naar de Biologische, psychologische en sociale aspecten die een rol spelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de big 5?

A
Een vrij algemeen aanvaard systeem waarbij er 5 persoonlijkheid dimensies zijn genoemd. Waar hoog of laag op geschoord kan worden. 
Extraversie
Vriendelijkheid
Zorgvuldigheid
Emotionele stabiliteit
Open of intellect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie stonden aan de basis van de big 5?

A

Costa en mccrae.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat was de voorloper van de big 5?

A

De NEO Neuroticisme, extraversie en open staan voor nieuwe situaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een nadeel van de big 5?

A

Niet iedereen vind het een betrouwbare manier om mensen in te delen. De test gebeurt met vragenlijsten in niet elke taal kan de vijfde dimensie goed vertaald worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een copingstrategie?

A

De manier waarop mensen om gaan met problemen of uitdagingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gebeuren coping bewust?

A

Ja het zijn bewuste strategieën. en ze kunnen veranderd worden.

17
Q

Hoe kun je coping zien?

A

Als een vorm van emotieregulatie?

18
Q

waarin verschillen coping mechanisme en persoonlijkheidskenmerken?

A

Copingsmechanisme zijn minder star dan persoonlijkheidskenmerken. En mensen kunnen makkelijker switchen tussen copingmechanisme.

19
Q

Wat is actieve coping?

A

Steek je handen uit de mouwen, pakt problemen aan

20
Q

Passieve coping?

A

Afwachtend, aarzelend, afhankelijk van anderen

21
Q

Welke coping werkt beter?

A

Een actieve coping stijl werkt over het algemeen beter dan een passieve copingstijl.

22
Q

Wanneer het een passieve copingstijl meer zin dan een actieve copingstijl?

A

Wanneer de situatie onveranderbaar is.

23
Q

Wat is probleem gerichte coping?

A

Werkt alleen positief als er ook iets te veranderen valt.

24
Q

Wat is emotiegerichte coping?

A

Persoon probeert zijn emotie/gedachten te veranderen.

25
Q

Wat is vermijding?

A

Te vergelijken met de passieve stijl

26
Q

Wat is een palliatief reactiepatroon?

A

Afleiding zoeken om niet aan het probleem te hoeven denken.

27
Q

Wat is sociale steun zoeken?

A

Troost of begrip zoeken bij anderen

28
Q

Wat is een depressief reactiepatroon?

A

De persoon zich volledig in beslag nemen door zijn problemen.

29
Q

Wat is optimisme?

A

Geruststellende gedachten en troostende gedachten over het probleem worden geformuleerd