leerstijl Flashcards
wat voor voorkeuren ontwikkelen mensen in de loop van de tijd?
Qua denken, interpreteren en handelen. ook qua leren.
Welke voorkeuren kan iemand ontwikkelen qua leren?
- zet cognitieve activiteiten in: verbindingen tussen wat hij leest, hoort en ziet
- affectieve activiteiten worden ingezet: motiveren van zichzelf, concentreren, inspanningen waarderen
- regulerende activiteiten: cognitieve en affectieve activiteiten worden gestuurd.
Wat verstaan we onder een leerstijl?
Een combi tussen je manier van leren en je schema’s
Welke 4 leerstijlen zijn er?
- ongerichte leerstijl
- reproductiegerichte leerstijl
- betekenisgerichte leerstijl
- toepassingsgerichte leerstijl
Wat is ongerichte leerstijl?
Weinig sturing. De student is afhankelijk van anderen, leerinhouden zijn nauwelijks te behappen.
Wat is een reproductiegerichte leerstijl?
Er wordt veel gebruik gemaakt van strategieen om uit het hoofd te leren, de stof wordt niet naar eigen inzicht geordend.
Wat is betekenisgerichte leerstijl?
Veel aandacht aan eigen verantwoordelijkheid. Geleerde wordt op juistheid gecontroleerd. Geleerde wordt naar eigen inzicht geordend en daardoor beter onthouden.
Wat is toepassingsgericht leren?
Voortdurend het geleerde koppelen aan de eigen praktijk en eigen ervaringen. Persoon kan zowel intrinsiek als extrinsiek worden gemotiveerd.
Wat zijn voorkeuren voor leersituaties?
- in de praktijk afkijken
- participeren
- kennis verwerven
- oefenen
- ontdekkers
Welke 4 leerstijlen onderscheid Kolb?
- Doener: experimenten combineren met concrete ervaringen
- Beschouwer: overdenkt ervaringen
- Beslisser: experimenteren combineren met theorie
- Denken: waarnemingen combineren met Theorie