PD.5 - Een patiënt met het syndroom van Sjögren Flashcards

1
Q

Welke stoffen kunnen tijdens zwangerschap over de baarmoeder en hartritmestoornissen geven?

A

SS-A en SS-B antistoffen (solvable substains A en B)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het syndroom van Sjörgen?

A

Een gegeneraliseerde auto-immuunziekte, waarbij traanklieren en speekselklieren betrokken zijn.

PER DEFINITIE: altijd kenmerkende droogteklachten van de ogen en mond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke algemene verschijnselen bij syndroom van sjorgen?

A
  • Vermoeidheid
  • Gewrichts- en spierpijn
  • Grieperig gevoel
  • Kenmerkende droogteklachten vd mond en ogen
  • Verminderde kwaliteit van leven, nog minder dan bij RA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ratio man vrouw?

A

Vrouw man 10:1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is het syndroom erfelijk?

A

Nee, maar wel erfelijke factoren zoals HLA type

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke kenmerkende klachten bij syndroom sjorgen?

A

Kenmerkende klachten:
- Dagelijks hinderlijke last van ogen en mond
-Ogen:
a. Branderige ogen
b. Zandkorrelgevoel
c. Rode, vermoeide ogen
d. Meer last bij tocht, rook, lezen, tv-kijken
e. Spontane klachten van droge ogen zeer zeldzaam

  • Mond:
    a. Droge mond
    b. Het moeten drinken bij eten (cracker sign)
  • Parotis zwelling → Speekselklieren zijn maar bij 1/3 van de patiënten vergroot en bij de helft is het eenzijdig.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel procent krijgt gewrichtspijn of ontsteking (vluchtig, symmetrisch, niet erosifef), spierpijn, moeheid, grieperig gevoel, droge huis, neus en vagina?

A

Meer dan 50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hvl %krijgt:
* - Polyneuropathie
* - Leukopenie
* - Fenomeen van Raynaud
* - Vasculitis

A

25-50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hvl %krijgt:

  • Non-Hodgkin lymfoom
  • Antifosfolipiden syndroom
  • Schildklierziekte
  • Carpaal tunnel syndroom
A

5 - 25%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is meest gevreesde complicatie van sjogren?

A

Maligne (MALT) lymfoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is risk factoren van MALT?

A

risicofactoren hiervoor zijn leucocytoclastische vasculitis, complement verbruik, cryoglobulines, hoog IgG.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waardoor komen de droogklachten?

A

Aanvankelijk vooral verminderde functie van traan- en speekselklieren dus NIET door destructie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is bij deel van de patienten aangedaan?

A

Klieren van meiboom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat heeft een deel vd patienten ipv droge ogen?

A

Juist natte ogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat als klieren van meiboom aangedaan zijn?

A

Dan zijn tranen minder plakkerig en lopen ze van oog af ipv dan ze op oog blijven. Deze klieren zorgen voor de lipiden in de traanfilm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is schirmertest?

A

Dat je papiertje in oog legt voor 5 min, normaal is ie dan helemaal nat. >5mm.

17
Q

Met welke kleurstof kun je kijken of er schade is aan cornea?

A

Met Bengaalsroodkleuring

18
Q

Wat kun je zeggen met de bengaalsroodkleuring?

A

Schade in oog slijmvlies (cornea)

19
Q

Wat is de ACR-EULAR 2017 criteria?

A

Criteria om diagnose van syndroom van sjogren te stellen.

20
Q

Wanneer sjogren via ACR-EULAR 2017?

A

Bij een score van meer dan 4 punten, WEL MOET ER minimaal sprake zijn van een positief lipbiopt of aanwezigheid van anti-SS-A antistoffen

21
Q

Wat zit er in de ACR-EULAR 2017 criteria?

A

ACR-EULAR 2017:

  1. Lipbiopt met focus score van 1 of groter (3)
  2. Anti SS-A antistoffen (3)
  3. Schirmertest van minder dan 5mm (1)
  4. Bengaalsroodkleuring score 5 of hoger (1)
  5. Ongestimuleerde speekselinvloed minder dan 0.1 ml/min (1)

→ diagnose als je een score van 4 of hoger hebt

22
Q

Wat doe je bij lipbiopt?

A
  • Biopt nemen van de speekselklier in de lip
  • Sprake van focus bij >50 lymfocyten
  • Focus vaak rondon afvoergangen
  • Focusscore: foci/4mm2
  • 15% vd gezonde mensen heeft focusscore >2
  • 18-40% pt met sjogren heeft normale focusscore
23
Q

Hoeveel punten kun je krijgen van lipbiopt +?

A

3 punten

24
Q

Hvl punten kun je krijgen van aanwezigheid anti-SS-A antistoffen?

A

3 punten

25
Q

Hvl punten schirmertest?

A

1 punt

26
Q

Hvl punten bij bengaalsroodkleuring?

A

1 punt bij score hoger dan 5!

27
Q

Mensen met welke andere auto-immuunziekte kunnen ook Sjorgen krijgen?

A

Gegeneraliseerd: RA, SLE en SCLE, systemische sclerose, MCTD, antifosfolipidensyndroom

Lokale: ziekte van Graves en Hashimoto, pernicieuze anemie, hemolytische anemie, ITP, auto-immuun hepatitis, primaire biliaire cirrhose, auto-immuun pancreatitis, coeliakie, myasthenia gravis, pulmonale arteriële hypertensie, interstitiële longziekten (lymfocytaire interstitiële pneumonia,

28
Q

Behandeling van Sjogren?

A

Vooral symptoombestrijding en minder de oorzaak (levensverwachting is gwn goed)

· Substitutie vocht (kunsttranen, kunstspeeksel)
· Stimulatie exocriene klieren met M3R agonisten (pilocarpine)
· Behandeling complicaties (o.a. orale candidiasis)

29
Q

Wat doet pilocarpine?

A

Pilocarpine verdringt anti-M3R en stimuleert M3R.

M3R agonisten liggen in de exocriene klieren.

Bijwerkingen: hevige transpireren, overmatige speekselsecretie, pupilvernauwing

30
Q

Wat is cracker sign?

A

Passend bij sjogren, en houdt in dat pt bv geen cracker kan eten zonder er iets bij te drinken

31
Q

Pathogenese bij Sjogren?

A
  1. Eerst verminderde functie traan- en speekselklieren
  2. Later ontstekingen in klieren, waardoor littekens en destructie vd klieren
32
Q

Waar bestaan tranen uit?

A
  • Vocht (water)
  • Mucus
  • Lipiden
  • Afweerstoffen (IgA en lysozym)
33
Q

Systemische behandeling van Sjogren?

A
  • Vastleggen ziekteactiviteit
  • Hydroxychloroquine
  • Corticosteroiden
  • Corticosteroide sparende middelen
  • Nieuwere middelen gefocust op remmen B-cellen
34
Q

2 nadelen lipbiopt?

A
  1. Het nadeel is een beschadiging van de zenuw van de lip waardoor een doof gevoel kan blijven bestaan.
  2. Een ander
    nadeel is de beperkte specificiteit