PD3.4 Een patient met ziekte van Behçet Flashcards

1
Q

Wat zijn typische klachten bij de ziekte van Behçet?

A
  • Pijnlijke aften oraal.
  • Pijnlijke genitale zweren
  • Pijnlijke pustels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke afwijkingen heeft het grootste deel van de mensen met Behçet?

A
  • 98% heeft orale ulceraties
  • 80% heeft huidlaesies, genitale ulceraties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voor soort ziekte is Behçet?

A

Auto-inflammatoire ziekte. Het is een vasculitis van vaten van verschillende grootte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke klacht hebben alle patiënten met Behçet?

A

Orale ulcera

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar bevinden de genitale zweren bij mannen zich meestal?

A

Scrotum, maar kan ook in liezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor oogafwijkingen kan je krijgen net Behçet?

A

Uveïtis posterior of anterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar zitten de huidafwijkingenn meestal?

A

Op de plaats waar een haar zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke manifestaties kan vasculitis hebben arterieel?

A
  • Vasculitis
  • Pulmonaalvat aneurysma’s
  • Aortitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke manifestaties kan vasculitis hebben veneus?

A
  • Thromboflebitis
  • DVT
  • Longembolieën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke genotype hebben de meeste mensen met Behçet?

A

HLA-B51

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke cellen zorgen voor een positieve uitslag bij een pathergie test?

A

Neutrofiele granulocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke cellen spelen een centrale rol bij Behçet?

A

APC’s, ze worden wellicht geactiveerd door triggers en zorgen voor regulatiestoornissen, productie pro-inflammatoire cytokinen, stimulatie T-celcompartiment en neutrofiele granulocyten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op welke cellen berust de behandeling?

A
  • Thalidomide (softenon): grijpt in op DNA
  • Prednison/azathioprine/
    cyclosporine/mycofenolaat mofetil: remmen T-cellen
  • Colchicine: remmen neutrofiele granulocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt de behandeling gedaan?

A
  1. Eerst lokale therapie (steroïdzalf)
  2. Step-up behandeling met systemische therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe ziet de step-up behandeling eruit?

A
  1. Prednison
  2. Cyclosporine en methotrexaat/ Azathioprine en mycofenolaat
  3. Adalimumab en infliximab
  4. Cyclofosfamide en overig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn indicaties voor TNF-alfa remmers bij Behçet?

A
  • Uveïtis
  • Colitis ulcerosa
  • Afwijkingen in CZS
  • Ernstige zweren
16
Q

Waar moet op getest worden bij gebruik van TNF-alfa remmers?

A

TBC