Ontwikkeling van het zelf en de persoonlijkheid Flashcards
Temperament
Aangeboren typische gedragsneigingen van hoe een individu met de wereld omgaat
Continuïteit in de kindertijd
- Moeilijk temperament bij baby’s voorspelt moeilijk temeperament in de kindertijd
- hoger risico op gedragsproblemen (woede aanvallen)
Geen continuïteit in de volwassenheid
- aanpassing op volwassen leeftijd is neit gerelateerd aan temperament als baby
- sommige dimensies van temperament zijn gerelateerd aan later Big Five persoonlijkheidstrekken
Individuele verschillen in ontwikkeling
- Makkelijke kinderen kunne ook gedragsproblemen ontwikkelen
- Moeilijke kinderen ontwikkelen niet altijd gedragsproblemen
Makkelijke baby’s
Vaak blij, gemakkelijk getroost, regelmatig eet- en slaappatroon
- 40%
Traag opwarmende baby’s
Hebben tijd nodig om ‘op te warmen’ en zich aan nieuwe situaties aan te passen
- 15%
Moeilijke baby’s
Reageren vaak geagiteerd, hebben moeite zich aan nieuwe situaties en mensen aan te passen
- 10%
Surgency/ extraversie temperament
Actief, zelfverzekerd, energiek, benadert nieuwe situaties emotioneel positief
–> haalt plezier uit interacies, lacht veel
Effortful control temperament
Eigen aadacht en gedrag op een vrijwillige manier reguleren: aandacht richten en verplaatsen, gedrag inhiberen indien nodig
Negatieve affectiviteit temperament
Verdrietig, angstig, makkelijk gefrusteerd, snel geïrriteerd, moeilijk troostbaar
Temperament meten
- creëeren situaties die angst, woede en vreugde uitlokken
- observeer hoe peuters zich gedragen
- angst-opwekkend: beangstigend speelgoed
- woede-opwekkend: frustrerende situatie
- uitbundigheid-opwekkende conditie: vermaak kind met poppen
Verlegen temperament
- positief: vroege tekenen van beuwstizjn; geen problemen met discipline
- negatief: verlegenheid, angstigheid kan aanhouden tot op volwassen leeftijd, waardoor sociale ontmoetinen ongemakkelijk worden
Verlegen temperament: latere ontwikkeling
- sterke focus op dreigende stimuli
- risico op internaliserende problemen
- maar: angst en remming nemen gewoonlijk af met de leeftijd
Exuberant (uitbundig) temperament
Blij, ongeremd, onbevrees in nieuwe situaties en met nieuwe mensen
- vreugdevol; onberees; extravert; avontuurlijk
- mogelijk problemen met de ontwikkeling van eht bewustzijn; een hoger risico op latere gedragsproblemen
Goodness of fit / persoon-omgeving fit
- opvoedingsstijl/omgeving is aangepast aan het temperament van het kind
Ouderlijk advies uitbundig temperament
- geen gebruik van ‘machtsvertoon’
- sensitief positief ouderschap en liefde
- rustig redeneren als kind zeurt
- time-outs voor opstandig gedrag
Autonomie vs. schaamte
- primaire taak/conflict van peuters (1.5-3 jaar): verwerven van autonomie vs schaamte
- kind leert zelf meer te doen
- grenzen zoeken/overschrijfen hoort daarbij –> terrible two
- 1 op 3 ouders bestempelt zijn kind als een kind met gedragsproblemen
- emotionele ontwikkeling: 1; vreugde, angst en woede en 2; meer complexe, uniek menselijke emoties (trots en schaamte)
- zelfbewuste emoties en gedragsregulatie
- belangrijk voor socialisatie
Individuele verschillen in zelfregulatie
- verschillen in zelfbeheersing bij peuters hebben genetische oorzaak
- angstig geïnhibeerde kinderen gehoorzamen meer
- meisjes luisteren beter
Marshmallow test
Je kunt er nu 1 eten of wachten en er 2 krijgen
- Kinderen die konden wachter hebben betere schoolprestaties en gezondere BMI
Persoonlijkheid ontwikkelen
- sommige temperamentdimensies houden verband met Big Five persoonlijkheidskenmerken
Maar: persoonlijkheid verandert ook als gevolg van opvoeding, culturele druk en levensgebeurtenissen
Continuïteit en discontinuïteit
- Consistentie in rangschikking binnen een groep
- consistentie neemt toe met de leeftijd
Persoonlijkheid en aanpassing
- emotionele stabiliteit en conscientiousness zijn gecorreleerd met een goede lichamelijke en geestelijke gezondheid
- persoonlijkheid beïnvloedt reactie op en omgang met gebeurtenissen in het leven, met name agreeableness en emotionele stabiliteit
- persoonlijkheid voorspelt levensduur
Volwassenheidsprincipe
- Emotioneel stabieler
- meer coöperatief en gemakkelijk om mee om te gaan
- meer gedisciplineerd en verantwoordelijk
Zelfbeeld
- kinderjaren
- Baby’s worden geboren zonder zelfbesef, maar ontwikkelen snel een impliciet, zo niet bewust, zelfbesef op basis van waarnemingen van hun lichaam en handelingen
- het vermogen om onderscheid te maken tussen jezelf en de wereld wordt duidelijker rond de leeftijd van 2 of 3 maanden
- tweede helft van eerste jaar –> gezamelijke aandacht
- 18 maand –> zelfherkenning
- 18-24 maand –> bewustzijn van wie ze zij
Zelfherkenning
- Rouge test: markering op het gezicht > voor spiegel > kind raakt zichzelf aan
- rond 18 maanden kunnen kinderen dit
- hangt af van ervaring met reflecterende oppervlakken
Zelf concept
- Zelfbeeld gevormd uit de ervaringen bijbehorende emoties
- op kleuterleeftijd: concreet en fysiek
- psychologische kenmerken en innerlijke kwaliteiten in globale termen
Zelfbeld ontwikkelt zich van kindertijd tot adolescentie en wordt…
… minder fysiek en meer psychologisch (ik heb blauwe ogen vs ik ben eenzaam)
… minder concteet en meer abstract (ik hou van sport vs ik ben een eerlijk persoon)
… meer gedefinieerd (verschillende ikken in verschillende sociale contexten)
… meer geïntegreerd en coherent (afwijkende zelfpercepties opmerken en integreren)
… meer over gereflecteerd (meer zelfbewust, meer over het zelf nadenken)
Identiteit
- jongvolwassenheid
Identiteit vs rolverwarring –> vereist integratie van zelfperceptie in een samenhangend zelfbesef
- identiteitsvorming
- classificatie in een van de vier identiteit statussen op basis van de ontwikkeling in de volgende domeinen
Identity achievement
- psychologisch welzijn
- eigenwaarde
- complex denken over morele en sociale vraagstukken
- acceptatie van en coöperatie met anderen
Factoren die van invloed zijn op identiteitsformatie
- cognitieve ontwikkeling
- persoonlijkheid
- kwaliteit van relatie met ouders (diffusion status, foreclosure status, moratorium + identiy achievement statussen)
- mogelijkheden voor ontdekking
- culturele en historische context (identity foreclosure)
Huidige misopvattingen over midlife en identiteit
- middelbare leeftijd wordt algemeen geassocieerd met verhoogde stress als gevolg van: eisen van meerdere rollen, dinanciële spanning, baanverlies, echtscheiding, leeftijdsdiscriminatie door werkgevers, beperkte mogelijkheden voor hertrouwers, empty nest syndroom en problematische menopauze overgang
- meest hardnekkige mythe: midlife crisis
Midlife crisis
- evaluatie van wat wel en wat neit is bereikt
- gebaseerd op: dromen, wensen en doelstellingen; leidt to desillusie, teleurstelling en dperessie en angst
- sterke en gematigde conceptualisatie
Sterke conceptualisatie
-midlife crisis
- Normatief
- verbonden met middelbare leeftijd
- anders dan andere transities: emotioneel moeilijk, ontdekken van eigen beperkingen bij het bereiken van persoonlijke doelen, de beperking van het eigen leven
Gematigde conceptualisatie
- midlife crisis
Overgang, die normatief is voor middelbare leeftijd, maar niet verschilt van andere psychologische aanpassingen
Identiteit
- oudere leeftijd
Positief zelfbeeld van oudere volwassenen
- reduceren van afstand tussen idealen en echte zelf
- doelen en standaarden voor zelf-evaluatie aanpassen
- negatieve zelf-stereotypen vermijden
Eigenwaarde
- voor schoolgaande leeftijd
Twee algemene aspecten van eigenwaarde
- competentie
- persoonlijke en sociale toerijkendheid
Eigenwaarde
- schoolgaande leeftijd
Eigenwaarde gebaseerd op
- schoolprestaties
- gedrag
- sportprestaties
- uiterlijk
- peer populariteit
Kinderen die neigen naar internaliserende problemen
- laag gevoel van eigenwaarde, overal mislukking in zien
- aangeleerde hulpenloosheid: machteloos voelen om hun lot te beïnvloeden
- falen omdat ze het niet proberen
Kinderen die neigen naar externaliserende problemen
- onrealistisch hoog gevoel van eigenwaarde –> bij falen kunnen zij anderen de schuld geven om een onrealistisch hoog zelfbeeld te behouden
- falen door gebrek aan zelfinzicht/negeren van echte problemen
Complimenten op zelfwaarde
- weinig aanmoediging en complimenten –> lage eigenwaarde
- te veel of loze complimenten –> onrealistisch hoge eigenwaarde
- compliemten na hard werk –> realistische eigenwaarde, hogere zelfredzaamheid
Ontwikkeling eigenwaarde
- Nauwkeurigheid van zelfevaluaties neemt toe in de loop van de basisschooljaren
- jonge kinderen hebben de neiging een opgeblazen beeld van zichzelf te hebben
- rond de leeftijd van ongeveer 8 jaar: de meeste kinderen kunnen hun vaardigheden meer realistische evalueren
- meisjes en jongens starten school emt ongeveer hetzelfde niveau van eigenwaarde
- genderverschillen in eigenwaarde ontstaan in de vroege adolescnetie - ontwikkelen tijdens de schooltijd
Culturele verschillen in eigenwaarde
VS:
- sterke focus op individueel succes
- veel positieve bekrachtiging
- motto: als je hard genoeg werkt, kom je er wel
Nederland:
- Maaiveldcultuur: tall poppy syndroom
- motto: doe normaal, dan doe je al gek genoeg
- minder/realistische positieve bekrachtiging