Omdat er nog niet genoeg kaartjes waren Flashcards

1
Q

Wat wordt precies bedoeld met sequencing?

A

Het bepalen van de base volgorde van het DNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is cDNA?

A

CopyDNA wordt gemaakt op basis van mRNA het reverse transcriptase
Maakt van een enkelstreng een dubbelstreng. Geen promotor of introns in want wordt uit mRNA gemaakt!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de DNA vingerprint?

A

Niet-coderende DNA van een persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een enhancer?

A

Controle elementen in het DNA voor of achter de promotor van een gen. Als een repressor aan de enhancer zit staat DNA uit. Activatie voor middel van looping
regelt de transcriptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke fase van de celcyclus bepaalt de verschillen in proliferatie snelheid?

A

G1 fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke mutatie geeft zowel XP als CS?

A

In XPA, als dit niet werkt is het hele NER defect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil in risico op CRC tussenmensen met een erfelijke predispositie en mensen die dat niet hebben?

A

Predispositie: > 50%
Niet: 3-5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aan welke andere kanker is CRC gelinkt?

A

Endometriumcarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij hoeveel poliepen kunnen we spreken van een erfelijke component?

A

Meer dan vijf adenomateuze, vileuze of rectum poliepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe noemt men de criteria van Lynch en wat zijn deze?

A

Amsterdam criteria: drie of meer CRC in minimaal twee generaties waarvan
- 1 pt een eerstegraads bloedverwant van de twee andere patiënten
- minimaal 1 pt < 50 jaar
- Of CRC of endometriumcarcinoom, duodenumcarcinoom of ileumcarcinoom
- FAP moet zijn uitgesloten

Er is ook verhoogd risico op: maag en ovarium carcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer beginnen met we met screenen bij FAP en bij lynch?

A

Lynch: va 20-25 jaar om de 1 of 2 jaar
FAP: va 10-12 jaar om de 1 of 2 jaar
Beiden een colonoscopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is Mozaïcisme?

A

Een mutatie zit in een deel van de cellen maar niet in allemaal
De persoon met de mutatie kan daardoor niet of minder ziek te zijn maar kan het wel doorgeven aan het nageslacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat kan gezien worden bij stoornissen in de teloneer onderhoud?

A

Teloneer fusies die in het karyogram zichtbaar zijn als dicentrische of ring chromosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet reverse transcriptase?

A

Kan DNA maken uit een RNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe noemen we mutaties die leiden tot een te kort eiwit? Wat voor soorten mutaties zijn dit?

A

Truncerende mutaties
Kan nonsense mutatie
Missense mutaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn twee functies van MDM2?

A
  1. remt het transcriptie activerende domein
  2. Zorgt dat P53 wordt afgebroken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat voor soort gen is MDM2 in relatie tot kanker? Waar wordt nee meeste P53 mutaties gevonden?

A

een oncogen
Gastro intestinale tumoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een hele typische mutatie die voorkomt bij folliculair B-cel lymfoom? Wat zie je op een RNA en een immunoblot?

A

t (14;18)
Te kort chr 14 en te lang chr 18
BCL-2 op chr 18 komt onder enhancer IgH –> overactief
Deze afwijking bij > 90%

RNA: alleen verhoogde intensiteit
Immunoblot: Alleen verhoogde intensiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een western blot?

A

Een immunoblot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Met welke methode kunnen het beste tumorspecifieke afwijkingen in het DNA opsporen?
Welke primers gebruik je hiervoor bij folliculair B-cel lymfoom?

A

PCR met een voorwaartse en achterwaartse primer

Voorwaartse primer voor het enhacner gebied met IgH
Achterwaartse primer voor het BCL-2 gen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de genetische afwijking bij burkitt lymfoom?

A

t (8;14) groot stuk van 14 naar 8 en klein stuk van 8 naar 14
Hierdoor C-myc gen onder IgH enhancer
C-myc reguleert onder andere de proliferatie van cellen (in normale cellen strak gereguleerd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Bij wie komen het burkitt lymfoom en het folliculair B-cel lymfoom vaak voor?

A

Burkitt: jonge mensen (in afrika) door Ebstein-barr virus
FBL: > 60 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Op welk type tumoren hebben personen met een verzwakt afweer systeem hoger risico?

A

Immunogene tumoren: tumoren hebben een vermogen om een anti-tumor respons op te wekken

(niet-immunogene tumoren zouden bij een functionerend immuunsysteem ook geen reactie opwekken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Noem vier manieren waarop een tumor kan ontsnappen aan T-cel remedieerde immuniteit:

A
  1. uitchakelen van HLA_expressie
  2. Uitschakelen van expressie van het immunogene peptide
  3. Productie immuunsuppressieve factoren: IL-10 of TFG-beta
  4. Expressie van FAS-ligand: induceert apoptose in T-cellen die de tumorcellen willen aanvallen
25
Q

Welke vorm van immunotherapie kan gebruikt worden in immuundeficiente patienten?

A

Passieve: antistoffen en immuuncellen zelf worden toegediend die een anti-tumor effect hebben

26
Q

Wat is het vogelstein model?

A

Morfologische veranderingen op DNA, RNA en eiwit niveau zijn gerelateerd aan moleculaire veranderingen tijdens de ontwikkeling van kanker

27
Q

Welk soort kiembaanmutatatie is er zowel bij lynch als bij FAP?

A

kiembaanmutatie in tumorsuppressorgen

28
Q

Wat is het verschil in groei tussen tumoren met en zonder E-cadherine?

A

MET: Groeien in veldjes bij elkaar –> cellen nemen meer fibroblastaire vorm aan –> minder invasief met betere prognose

ZONDER: Groeien in losse cellen

29
Q

Worden losse tumorcellen gezien als een metastase?

A

Nee, er is geen kolonisatie of uitgroei. De cellen hoeven niet over alle eigenschappen van een metastase-vormende tumorcel te beschikken –> geen meta

30
Q

Waar moet niet naar gekeken worden bij lymfomen voor metastasen? En waar wel?

A

In regionale klieren heeft weinig zin want lymfocyten bevatten sowieso het vermogen om hiernaartoe te gaan

Ze zaaien wel vaak uit naar het beenmerg

31
Q

Hoe worden middelen van chemotherapie ook wel genoemd?

A

Cytostatica: remmen de celdeling

32
Q

Wat zijn twee chemo’s die effect hebben op microtubuli?

A

Taxanen: remmen de depolymerisatie van tubuline

Vinca-alkaloiden: polymerisatie van tubuline en vorming van microtubuli geremd

33
Q

Welke drie veranderingen in het DNA liggen ten grondslag aan resistentie tegen chemo?

A
  1. Puntmutatie: medicijn kan niet meer binden
  2. Genamplifaicatie: van het targetenzym
  3. Verhoogde activiteit van een gen dat zorgt voor het verwijderen van chemotherapeutica (= MDR-eiwitten) of inactivatie
34
Q

Wat zijn de 7 stappen van de immunity cicli tegen kanker?

A
  1. release van tumorcel antigenen (door dood bvb)
  2. antigeen presentatie door APC in lK
  3. activatie van T-cellen
  4. cytotoxische T-cellen vinden hun weg naar de tumor
  5. infiltratie t-cellen in tumor (via endotheel = bloedvaten)
  6. herkenning van kankercellen door t-cel
  7. doden kankercel
35
Q

op welke cellen hebben groeifactoren zoals EPO werking?

A

Op stamcellen

36
Q

Hoe ontstaat een Replication Error (RER) fenotype?

A

Replicatie slippage (1 punt) op dinucleotide repeats in microsatellites (1 punt) worden niet door Mismatch Repair (1 punt) gerepareerd. Leidt tot
heterogeniteit in microsatelliet lengte1

37
Q

Wat houdt chronotherapie precies in?

A

Medicijnen worden toegediend op het moment van de dag gezonde weefsels het minst gevoelig (chronotoxiciteit) zijn
Tumor weefsel is op ieder
moment van de dag even gevoelig
Minder bijwerkingen, en mogelijk efficiëntere werking medicijnen

38
Q

Naar welke twee lymfeklier station zaaien mammacarcinomen uit?

A
  1. axillair
  2. intramammair
39
Q

Voordat tumorcellen van de mamma toegang verkrijgen tot de bloedsomloop, komen ze eerst terecht in een ‘laatste lymfeklierstation’.
Hoe noemen we dit lymfklierstation?

A

Supraclaviculair

40
Q

Noem drie organen die behoren tot de belangrijkste doelwitten bij haematogene verspreiding van een mammacarcinoom?

A

Hersenen
Lever
Bot

41
Q

Hoe wordt de effectiviteit van adjuvante behandeling bepaald?

A

ziekte-vrije en totale overleving

42
Q

Wat zijn twee instrumenten om de ernst van de symptomen te beoordelen?

A

VAS: De Visual Analogue Scale is een aspecifieke meetschaal, bestaande uit een horizontale of een verticale lijn. De meest gebruikelijke lengte van de lijn is 100 mm lang. Aan de linker of onderste kant staat de minimumscore, aan de rechter of bovenste kant staat de maximumscore. De patiënt dient loodrecht op de lijn aan te strepen in welke mate hij de gevraagde sensatie beleeft. Het aantal millimeter tussen de door de patiënt aangegeven streep en de minimumscore is de score op de VAS.

De Numeric Rating Scale (NRS) is een aspecifieke meetschaal, bestaande uit 11 nummers van 0-10, daarbij betekent 0 geen enkele pijn en 10 is de meest denkbare pijn. Aan de linker kant staat de minimumscore, aan de rechter kant staat de maximumscore. De patiënt dient het getal te omcirkelen dat het best de ervaren ernst van zijn/haar pijn weergeeft in de afgelopen week.

43
Q

Wat is het verschil tussen de VAS en de NRS?

A

Bij een VAS, visueel analoge schaal, zet de patiënt een markering op een lijn van 10cm Bij een NRS, de numerieke rating schaal, geeft een patiënt een numerieke score op een 0-10 schaal

44
Q

Noem drie voordelen van RNA-seq in vergelijking met micro-array of RT-qPCR analyses.

A
  1. Geen selectie vooraf, al het RNA wordt gesequenced. (1p)
  2. Genexpressie wordt precies bepaald door moleculen te tellen. Enorm dynamisch bereik. (1p)
  3. Vinden van fusiegenen.
45
Q

Kan het aantal ery’s in het bloed en het aantal voorlopers van ery’s in het beenmerg helpen bij onderscheid maken tussen CML en MPN?

A

Nee

46
Q

Wat is het Baumol effect?

A

het Baumol-effect: de gezondheidszorg
is een arbeidintensieve bedrijfstak, waardoor loonstijgingen niet altijd samenvielen met hogere productiviteit, anders dan bijv. in de industrie waar
hogere loonkosten gemakkelijker konden worden gecompenseerd door bijvoorbeeld mechanisering en automatisering. In vergelijking met bijv. de
industrie werd de zorg daardoor ook in relatieve zin snel duurder

47
Q

Waaruit blijkt dat niet-medische, contextuele factoren de geschiedenis van de radicale
mastectomie beïnvloedden?

A
  • er waren aanzienlijke internationale verschillen
  • De neergang van de mastectomie in de jaren zeventig kan mede worden toegeschreven aan de feministische beweging en de
    patiëntenbeweging.
48
Q

Is exoom sequencing een geschikte methode om translocaties op te sporen?

A

Nee want Het exoom is maar ~1,5% van het totale genoom (1 pt). De breukpunten van translocaties liggen niet vaak in exons

49
Q

Wat is een splice mutatie en leg uit wat er gebeurt

A

Splice acceptor site mutation
Aan het eind van de introns liggen stukjes waardoor exons worden herkend. Door de mutatie zal er een of meerdere introns in het mRNA terecht komen. Dit zorgt voor een abnormaal eiwit

50
Q

Wat is de functie van P-glycoproteine en waarom draagt dit bij aan multi drug resistance?

A

Het is een eiwit dat betrokken is bij het uit de cel werken van stoffen
Door verhoogde expressie hiervan worden middelen allemaal uit de cel verwijderd waardoor zij minder/geen effect zullen hebben

51
Q

Bij welke kanker zijn ICI gestandaardiseerde behandeling?

A

Melanomen gemetastaseerd en gereseceerd of als adjuvant met betrokken LK

NSCLC vergevorderd of gemetastaseerd

Niercelcarcinoom gevorderd

hodgkin lymfoom: recidief of refractair

plaveiselcelcarcinoom van hoofd hals gebied recidief of gemetastaseerd

urotheel carcinoom

MMR/MSI CRC gemetastaseerd

oesophagus plaveiselcelcarcinoom ernstig

adenocarcinoom van de maag, oesophagus of de overgang vergevorderd

52
Q

Heeft de hematogene metastaseringwijze van een coloncarcinoom consequenties voor de behandeling?

A

Ja, Bij het vena cava type kan een metastasectomie uitgevoerd worden

53
Q

Wat bedoelen we met passenger mutatie?

A

Passenger (of hitchhiker): tumoren zijn genomisch instabiel met als gevolg dat ze DNA afwijkingen accumuleren. Passengers zijn afwijkingen die geen rol spelen in het tumorigene proces maar het gevolg zijn van genomische instabiliteit. De passenger afwijkingen leveren geen voor- of nadeel voor de cel in het tumorigene proces, zij “liften” mee met de driver mutaties.

54
Q

Wat zijn aged related genomic abborations?

A

Age-related: Tumoren zijn klonaal, ontstaan uit 1 cel. Afzonderlijke normale cellen hebben per cel unieke DNA afwijkingen (zeker in oudere individuen). In de tumor kunnen dus DNA afwijkingen gevonden worden die al aanwezig waren in de normale cel waaruit de tumor is ontstaan. Dit zijn de age-
related DNA afwijkingen.

55
Q

Wat is een interval kanker?

A

een histologisch bewezen primaire tumor die in een periode tussen twee opeenvolgende screeningsonderzoeken wordt vastgesteld

56
Q

Vanuit welke twee invalshoeken is gezamenlijke besluitvorming ontstaan?

A
  1. praktijkvariatie
  2. ethiek
57
Q

Welke twee determinanten van gedragsverandering spelen een belangrijke rol om van de contemplatiefase in de preparatiefase te geraken?

A
  1. attitude
  2. gedragscontrole
58
Q

Wat zijn twee belangrijke determinanten waaraan gewerkt moet worden om van de precontemplatiefase naar de contemplatie fase te gaan?

A
  1. attitude
  2. bewustzijn
59
Q

Wat zijn twee dingen die je kan doen bij een patient in de preparatiefase?

A
  1. Doelen stellen
  2. plan van aanpak maken