OefenCAT Flashcards
Wat is een belangrijke determinant van luchtverplaatsing (flow) bij in- en uitademen?
het drukverschil over de luchtweg
de viscositeit van de ingeademde lucht
de lengte van de luchtweg
alle drie hierboven genoemde determinanten
alle drie hierboven genoemde determinanten
De statische longcompliantie kan worden bepaald uit de relatie tussen longvolume en transpulmonale druk (het verschil tussen alveolaire druk en intrapleurale druk).
Waar is de longcompliantie niet van afhankelijk?
de temperatuur
de lengte van de trachea
elastische vezels in de long
het aantal type II alveolaire epitheel cellen
de lengte van de trachea
Surfactant is van groot belang voor de longfunctie.
Wat is het gevolg van de inactiviteit van surfactant voor de longen die b.v. bij septische IC-patiënten kan plaatsvinden als gevolg van het acute respiratory distress syndrome (ARDS)?
afname van de oppervlaktespanning en daardoor afname van de longcompliantie
afname van de oppervlaktespanning en daardoor toename van de longcompliantie
toename van de oppervlaktespanning en daardoor afname van de longcompliantie
toename van de oppervlaktespanning en daardoor toename van de longcompliantie
toename van de oppervlaktespanning en daardoor afname van de longcompliantie
Kies de juiste alternatieven.
Als de PCO2 in de weefsels stijgt neemt de affiniteit van hemoglobine voor zuurstof af/toe
Als de 2,3-DPG concentratie in de erythrocyten stijgt neemt de affiniteit van hemoglobine voor zuurstof af/toe
af
af
Welk longvolume blijft over nadat een persoon maximaal heeft ingeademd en daarna maximaal uitgeademd heeft?
het expiratoire reserve volume
de anatomische dode ruimte
de functionele residuale capaciteit
het residuaal volume
het residuaal volume
De FEV1-waarde wordt als volgt gedefinieerd:
het maximale volume aan ingeademde lucht binnen 1 seconde
het maximale volume aan uitgeademde lucht binnen 1 seconde
de tijdsduur waarin zo snel mogelijk 1 liter lucht kan worden ingeademd
de tijdsduur waarin zo snel mogelijk 1 liter lucht kan worden uitgeademd
het maximale volume aan uitgeademde lucht binnen 1 seconde
Waar moet bij de bepaling van de basale stofwisselingssnelheid (BMR: Basal Metabolic Rate) voor gecorrigeerd worden?
de leeftijd
het gewicht
het geslacht
de temperatuur en luchtdruk
de temperatuur en luchtdruk
(als iemand mij wilt appen met uitleg would be ❤️)
Welke uitspraak is juist?
I. Koorts verhoogt het basaalmetabolisme
II. Langdurige lichamelijke training verlaagt het basaalmetabolisme
I is juist, II is onjuist
I is onjuist, II is juist
I en II zijn beide juist
I en II zijn beide onjuist
I is juist, II is onjuist
Diffusie van zuurstof van de alveolus naar het capillair (over de alveolocapillaire membraan) wordt beschreven door de Wet van Fick. Deze luidt: VO2 = D * A * ΔP/d, waarin VO2 = de diffusiesnelheid van O2 over een permeabel membraan, D = de diffusie coëfficiënt van een bepaald gas voor het membraan, A = oppervlakte van het membraan waarover diffusie plaatsvindt, ΔP = het drukverschil over het membraan, en d = de dikte van het membraan.
Bij patiënten met emfyseem is vaak sprake van zuurstoftekort.
Wat verandert er bij emfyseem in de wet van Fick, waardoor de PO2 in het bloed lager wordt?
het verschil in zuurstofspanning tussen de alveolus en het capillaire lumen is kleiner
het oppervlakte waarover diffusie plaatsvindt wordt kleiner
de alveolocapillaire membraan is dikker
de diffusiecoëfficiënt van zuurstof neemt af
het oppervlakte waarover diffusie plaatsvindt wordt kleiner
Longfunctie wordt deels bepaald aan de hand van een flow-volume curve.
Welke beschrijving van de flow-volume curve is juist?
de inademing staat boven de x-as, de uitademing staat onder de x-as
de curve is uitgezet tegen de flow op de y-as en de tijd op de x-as
de ademhalingscyclus begint met de inademing uiterst rechts op de x-as
geen van bovenstaande beweringen is juist
de ademhalingscyclus begint met de inademing uiterst rechts op de x-as
Kies bij elk type motiliteit een bijbehorende functie in het spijsverteringsproces.
Maak daarbij vier correcte combinaties.
‘mass movement’-contracties
peristaltische contracties
segmentatie contracties
‘migrating myoelectrical complex’ (MMC) contracties
- initiatie defecatiereflex
- menging en het fijn maken van de maaginhoud
- menging van de inhoud van de dunne darm
- verwijdering van onverteerd materiaal uit de dunne darm
‘mass-movement’-contracties: initiatie van de defecatiereflex
peristaltische contracties: menging en het fijn maken van de maaginhoud
segmentatie contracties: menging van de inhoud van de dunne darm
‘migratingmyoelectrical complex’ (MMC) contracties: verwijdering van onverteerd materiaal uit de dunne darm
Welk van onderstaande is een voorbeeld van negatieve feedbackregulatie in het spijsverteringssysteem?
inhibitie van de histamine-secretie door een stijgende pH in de maag
inhibitie van de secretine-secretie door een stijgende pH in het duodenum
inhibitie van de gastrine-secretie door rek van de maagwand
inhibitie van de CCK-secretie door vetzuren in het duodenum
inhibitie van de secretine-secretie door een stijgende pH in het duodenum
Een vetrijke maaltijd verlaat de maag langzamer dan een koolhydraatrijke maaltijd.
Welke van onderstaande factoren speelt de grootste rol bij deze vertraagde maagontlediging?
gastrine
serotonine
secretine
cholecystokinine
cholecystokinine
Welke drie van onderstaande factoren stimuleren de secretie door de pariëtale cellen?
acetylcholine
somatostatine
histamine
secretine
serotonine
gastrine
acetylcholine, histamine, gastrine
Langs welke weg verlaat het grootste deel van de galzouten het spijsverteringskanaal onder normale omstandigheden?
via defecatie
via de vena portae hepatis
via lymfecapillairen
via de vena cava
via de vena portie hepatis
Welk van onderstaande transportmechanismen zorgt ervoor dat glucose vanuit het lumen van de darm volledig kan worden opgenomen door de epitheelcellen van de dunne darm?
uitwisseling tegen H+
co-transport met Na+
gefaciliteerde diffusie
endocytose
co-transport met Na+
Op welke manier draagt een lage pH (hoge zuurgraad) in de maag bij aan de vertering van eiwitten?
door verhoging van de omzetting van pepsinogeen in pepsine
door verhoging van de secretie van enteropeptidase/enterokinase
door verhoging van de omzetting van trypsinogeen in trypsine
door verhoging van de secretie van intrinsic factor
door verhoging van de omzetting van pepsinogeen in pepsine
Welke drie van onderstaande processen worden gestimuleerd door insuline?
glucoseopname in vetweefsel
glycogeensynthese in de lever
synthese van ketonen in de lever
gluconeogenese in de lever
glycogenolyse in de lever
eiwitsynthese in spierweefsel
glucoseopname in vetweefsel
glycogeensynthese in de lever
eiwitsynthese in spierweefsel
Waarin resulteert allosterische inhibitie van een enzym?
verlaging van de Vmax
verhoging van de Km
verlaging van de Km
verhoging van de Vmax
verhoging van de Km
Glucokinase in de lever heeft een Km van 10 mmol/L, terwijl hexokinase in de hersenen een Km heeft van 0.2 mmol/L.
Wat betekent dit voor de omzetting van glucose in glucose-6-fosfaat?
Glucokinase heeft een hogere affiniteit voor glucose en kan dus ongeacht de glucose concentraties in het bloed glucose gebruiken voor de glycolyse.
Hexokinase zal door de lage Km voor glucose niet door zijn product (glucose-6-fosfaat) geremd worden.
Glucokinase heeft een lagere affiniteit voor glucose en kan dus alleen bij hoge glucose concentraties glucose snel omzetten in glucose-6-fosfaat.
Glucokinase heeft een hogere omzettingssnelheid en kan dus per tijdseenheid meer glucose verwerken.
Glucokinase heeft een lagere affiniteit voor glucose en kan dus alleen bij hoge glucose concentraties glucose snel omzetten in glucose-6-fosfaat.
Welke van de onderstaande factoren zal (wanneer verhoogd) niet leiden tot glycogeenafbraak in de spieren?
Ca2+
epinephrine
AMP
glucagon
glucagon
Wat is de belangrijkste energiebron voor de spieren tijdens de 100 m sprint gelopen door een topatleet?
spier glycogeen
lever glycogeen
vetzuren uit vetweefsel
creatine fosfaat
creatine fosfaat
Eiwitvertering gebeurt voornamelijk door proteases, gesynthetiseerd door de alvleesklier. Deze proteases worden uitgescheiden als zymogeen.
Hoe worden de meeste proteases uit de alvleesklier vervolgens geactiveerd?
door speciale co-factoren uitgescheiden door epitheelcellen in de dunne darm
door de lage pH in de maag
door incorporatie van eiwitten in micellen in de darm
door enzymatische activatie door trypsine
door enzymatische activatie door trypsine
Chronische alcoholinname leidt tot de inductie van CYP2E1.
Wat is hiervan een gevolg?
minder schade door vrije radicalen
een snellere productie van acetaldehyde
een tragere afbraak van ethanol uit het bloed
bescherming tegen leverschade
een snellere productie van acetaldehyde
Een van de acute effecten van alcoholmisbruik is een verlaging van de pH van het bloed als gevolg van een ontregeld metabolisme in de lever en de productie van ketonlichamen, acetaat en lactaat.
Welk proces is verantwoordelijk voor de lactaatacidose?
Alcohol kan direct worden omgezet in lactaat door acetaldehyde dehydrogenase.
Overtollig NADH stopt de citroenzuurcyclus, wat als gevolg heeft dat Acetyl-CoA wordt omgezet in lactaat.
Alcohol leidt tot hypoglykemie (tekort aan glucose), wat de anaerobe gluconeogenese bevordert.
Grote hoeveelheden pyruvaat worden omgezet in lactaat door lactaatdehydrogenase om NADH te recyclen.
Grote hoeveelheden pyruvaat worden omgezet in lactaat door lactaatdehydrogenase om NADH te recyclen.
Bedenk bij een MRI dat t altijd (/vaak) gespiegeld is. Kijk dus naar lokalisatie van het hart dan weet je wat de linker- en rechter long is
Yes ma’am.
Bovendien is trachea altijd zwart en oesofagus witter. Trachea is ook voor de oesofagus
Onder welk bloedvat door verloopt de n. laryngeus recurrens dexter terug omhoog richting de larynx?
vena cava superior
truncus brachiocephalicus
a. subclavia dextra
arcus aortae
a. subclavia sinistra
vena cava inferior
a. subclavia dextra
Wat zijn karakteristieke morfologische kenmerken van het ileum?
Kies drie juiste antwoorden.
dikke darmwand
dunne darmwand
lange vasa recta
korte vasa recta
veel plicae circulares
weinig plicae circulares
dunne darmwand, korte vasa recta, weinig plicae circulares
Benoem voor de organen aangeduid met de nummers wat hun peritoneale ligging is.
Kies het juiste alternatief.
1: Lever
2; Maag
3: Colon transversalis
Alternatieven: intraperitoneaal, primair retroperitoneaal, secundair retroperitoneaal
alle drie liggen ze intraperitoneaal!
Uit welk deel van de embryonale primitieve darm zijn de organen ontstaan?
Kies het juiste alternatief.
Lever: voordarm / middendarm / achterdarm
Maag: voordarm / middendarm / achterdarm
Colon descendens: voordarm / middendarm / achterdarm
Lever: voordarm
Maag: voordarm
Colon descendens: achterdarm
Een pasgeborene heeft een aangeboren afwijking: een deel van de darmen ligt buiten de ventrale abdomenwand, via een opening ter plaatse van de navel. De buiten het abdomen liggende darmen zijn omgeven door een dun vlies.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
sinus umbilicalis
Meckel’s divertikel
congenitale cloacale anomalie
gastroschisis
omfalocèle
rectovesicale fistel
omfalocèle
/ik kan het plaatje niet toevoegen/
U ziet hier een opname van een driehoekje van Kiernan (portal triad) in de lever.
Welke structuur wordt aangegeven met het cijfer 1? structuur met 1 is heel groot, rond, en ‘wit’
aftakking van de arteria hepatica
aftakking van de vena portae
galcapillair
galgang
aftakking van de vena portae
vena portie is grootste structuur
Sleep de vier onderdelen (slokdarm, mondholte, pharynx, maag en darmen) van het maagdarmkanaal naar het soort epitheel waarmee ze zijn bekleed.
Meerlagig plaveiselepitheel en meerrijig trilhaarepitheel
Eenlagig cilindrisch epitheel
Meerlagig plaveiselepitheel
meerlagig plaveiselepitheel en merrijig trihaalepitheel: pharynx
eenlagig cilindrisch epitheel: maag en darmen
meerlagig plaveiselepitheel: slokdarm en mondholte
/ik kan wederom plaatje niet toevoegen/
Je ziet een preparaat van de long waarbij de elastische vezels donkerblauw aansleuren. De structuur die wordt aangegeven is een bronchus. Hoe verwacht je dat dit plaatje eruit ziet?
Je ziet duidelijk de kraakbeenringen, maar deze zijn niet meer zo intact als bij de trachea, je ziet dat het epitheellaag gekronkeld is en donker aankleurt, grote structuur, je ziet klieren etc
Een 21-jarige man wordt door zijn huisgenoot naar de spoedeisende hulp gebracht in verband met hevige pijn rechtsonder in de buik en koorts. De in consult gevraagde chirurg denkt aan appendicitis en de patiënt wordt direct geopereerd. Er wordt pus opgestuurd naar het microbiologisch laboratorium en een Gramkleuring gedaan. In het preparaat zitten Gramnegatieve staven en Grampositieve kokken, naast veel witte bloedcellen (leukocyten).
Welke drie soorten bacteriën groeien er waarschijnlijk uit de pus?
Enterococcus faecalis
Bacteroides fragilis
Escherichia coli
Clostridium difficile
Pseudomonas aeruginosa
Staphylococcus aureus
Enterococcus faecalis
Bacteroides fragilis
Escherichia coli
Kies de juiste alternatieven.
Karakteristieke manifestaties van malabsorptie van nutriënten zijn een donker/licht gekleurde ontlasting en een deficiëntie van vitamine C / K
licht, K
Overmatig gebruik van suikervrije kauwgom met de zoetstof sorbitol kan leiden tot diarree.
Wat is hiervan de oorzaak?
sorbitol wordt in het colon omgezet in producten die de passagetijd in de darm verkorten
sorbitol verhoogt de actieve secretie van water en elektrolyten door de darmmucosa
sorbitol wordt niet geabsorbeerd; de osmotische werking vermindert reabsorptie van water
sorbitol prikkelt de darmmucosa, waardoor de darmmotiliteit wordt verhoogd
sorbitol wordt niet geabsorbeerd; de osmotische werking vermindert reabsorptie van water
Wat is meestal de oorzaak van reizigersdiarree?
salmonella infectie
rotavirus infectie
endotoxine producerende E-coli infectie
voedselintolerantie
endotoxine producerende E-coli infectie
Een 50-jarige vrouw bezoekt uw spreekuur in verband met stemklachten. Ze merkt vooral dat ze geen hoge tonen meer kan zingen sinds een operatie aan haar schildklier (haar kopstem is weg). Bij laryngoscopie ziet u symmetrisch bewegende stembanden, die goed sluiten. Als u haar vraagt om te zingen lukt het niet om een hogere zangtoon te maken en u ziet dat er een spanningsverschil is in de lengte van de stembanden.
Welke spier en welke zenuw zorgen in belangrijke mate voor het bereiken van hogere tonen (kopstem)?
m. Cricothyreoideus; n. Laryngeus superior
m. Thyroarytenoideus; n. Laryngeus superior
m. Thyroarytenoideus; n. Laryngeus recurrens
m. Cricothyreoideus; n. Laryngeus recurrens
m. Cricothyreoideus; n. Laryngeus superior
Op een dag komen er drie patiënten bij de huisarts. Ze zijn alle drie sinds twee dagen aan het hoesten en ze hebben alle drie sinds twee dagen koorts. De huisarts doet de volgende bevindingen:
Patient A: Vrouw 73 jaar. Bij auscultatie brommende en piepende rhonchi over beide longen.
Patient B: Man 33 jaar. Bij auscultatie eenzijdig crepiteren links basaal. Patient C: Man 55 jaar. Bij auscultatie verlengd piepend expirium.
Welke patiënt heeft het meest waarschijnlijk een pneumonie?
patiënt A
patiënt B
patiënt C
patient B
De heer A. 62 jaar komt bij de huisarts. Hij heeft een blanco voorgeschiedenis. Hij rookt 20 sigaretten per dag. Hij drinkt 2-3 eenheden alcohol per dag. Zijn klacht is dat hij de laatste tijd vaak het gevoel heeft te moeten poepen, maar als hij dan naar de WC gaat dan komt er toch geen ontlasting. Daarbij heeft hij af en toe een wat zeurende buikpijn links in de onderbuik. Ook is hij sneller vermoeid dan normaal. Hij is niet afgevallen. De reden dat hij nu bij de huisarts komt is dat hij een week geleden wat bloed bij de ontlasting zag.
Wat is in deze casus, naast het bloedverlies, het belangrijkste alarmsymptoom voor colorectaal carcinoom?
loze aandrang
alcoholgebruik
buikpijn
vermoeidheid
loze aandrang
Welke gegevens passen het beste bij welke diagnose?
Sleep de gegevens naar de juiste diagnose.
Pneumothorax
Longembolie
Paniekaanval
Roken, orale anticonceptie, immobilisatie
Tintelen handen, misselijk, duizelig, zweten
Plotse kortademigheid en pijn bij inspiratie
Longembolie: Roken, orale anticonceptie, immobilisatie
Pneumothorax: Plotse kortademigheid en pijn bij inspiratie
Paniekaanval: Tintelen handen, misselijk, duizelig, zweten
Een vrouw van 21 jaar heeft sinds een dag last van pijn rechts voor op de thorax bij diep inademen. Ze voelt zich benauwd. De vrouw rookt niet. Ze gebruikt orale anticonceptie. Ze is net terug van een reis naar de USA. Bij onderzoek vindt de huisarts een pols van 104/minuut. Over de longen hoort zij geen bijzonderheden. De kuiten zijn beiderzijds normaal. De huisarts overweegt dat ze een longembolie kan hebben.
Welk aanvullend onderzoek moet de huisarts nu aanvragen?
CT-scan
BNP
D-dimeer
X-thorax
D-dimeer
Wat is de volgende stap bij chronische obstipatie zonder alarmsymptomen als laxeren niet helpt?
verbetering toilethouding en bekkenfysiotherapie
colposcopie
CT-colografie
klysma’s en rectaal spoelen
verbetering toilethouding en bekkenfysiotherapie
Wat is de meest voorkomende oorzaak van obstipatie in de algemene praktijk?
neurologische en psychiatrische medicatie
levensstijl (weinig vezels, vocht, lichaamsbeweging)
dyssynergie van de bekkenbodem
distale colontumor
levensstijl (weinig vezels, vocht, lichaamsbeweging)
Waarom hebben patiënten met obstipatie soms gastro-oesofageale reflux?
er is bijna altijd een gegeneraliseerd motiliteitsprobleem, wat ook reflux veroorzaakt
de gastro-colische reflex werkt minder goed
het overvolle colon drukt op de maag en verhoogt de buikdruk
reflux is een veel voorkomende bijwerking van laxantia
het overvolle colon drukt op de maag en verhoogt de buikdruk
Trehalose is een disaccharide dat bestaat uit twee glucose moleculen, verbonden door een α (1,1) glycoside binding, dat in kleine hoeveelheden voorkomt in bepaalde voedingsmiddelen. In de dunne darm wordt trehalose omgezet door het enzym trehalase dat het splitst met twee moleculen van het monosacharide D-glucose als eindproduct, zoals weergegeven in bovenstaande figuur.
De aanwezigheid van aldehydegroepen in suikers kan afgeleid worden uit een positieve Fehling reactie. In een positieve reactie wordt het Cu2+ in het Fehling reagens gereduceerd tot Cu+ door de aldehydegroep in het suiker, hetgeen resulteert in een rode kleur.
Welke uitspraak met betrekking tot de uitkomst van Fehling reacties, uitgevoerd op het substraat en op de eindproducten uit de bovenstaande reactie, is waar?
De aldehydegroepen zijn in trehalose permanent opgegaan in de ringstructuur maar zijn in glucose nog beschikbaar. Trehalose geeft een negatieve Fehling reactie, glucose een positieve.
De aldehydegroepen zijn in zowel trehalose als in D-glucose permanent opgegaan in de ringstructuur. Beide suikers geven een negatieve Fehling reactie.
Vanwege hun glycosidebinding hebben disachariden nooit vrije aldehydegroepen. Alle monosachariden daarentegen hebben vrije aldehydes beschikbaar. Trehalose geeft een negatieve Fehling reactie, glucose een positieve.
De aldehydegroepen zijn in trehalose permanent opgegaan in de 1,1 glycoside binding maar zijn in glucose nog beschikbaar. Trehalose geeft een negatieve Fehling reactie, glucose een positieve.
De aldehydegroepen zijn in trehalose permanent opgegaan in de 1,1 glycoside binding maar zijn in glucose nog beschikbaar. Trehalose geeft een negatieve Fehling reactie, glucose een positieve.
Welk van onderstaande stoffen is verhoogd aanwezig in de urine bij een obstructie-icterus?
ongeconjugeerd bilirubine
geconjugeerd bilirubine
ongeconjugeerd urobiline
geconjugeerd urobiline
geconjugeerd bilirubine