Darmmicrobioom

Question 1

Wat zijn de drie takken van de ‘levensboom’? (oud schema, zou eig hernieuwd moeten worden maar ok)

Answer 1

Bacteriën (incl prokaryoten), archae, eukaryoten

Question 2

Wat verstaan we onder mycologie?

Answer 2

fungi=schimmels en gisten

Question 3

Waarom vallen virussen niet onder de drie takken van de levensboom?

Answer 3

Zijn ‘dood’, hebben altijd een ‘host’ nodig om zich voort te kunnen planten

Question 4

Wat verstaan we onder parasitologie?

Answer 4

eencelligen, wormen en geleedpotigen

Question 5

Wij hebben microbiotica nodig in ons lichaam, en als het goed is, is er een goede balans tussen microbiota en ons lichaam. Hoe heet het als dit balans goed is?

Answer 5

symbiose

Question 6

Hoeveel meer DNA van microbiotica hebben we in ons lichaam t.o.v. ons eigen DNA?

Answer 6

100x meer

Question 7

De classificatie van bacteriën kan op verschillende manieren, we gaan ze allemaal doornemen maar ter overzicht, welke zijn het? (illustratief)

Answer 7

-vorm
-ligging
-afmeting
-kleurreacties
*Grampositief
*Gramnegatief

Question 8

Bacteriën kunnen zichtbaar worden gemaakt op microscopisch, macroscopisch niveau en via DNA- en lasertechnieken. Geef van elk aan hoe dit werkt/ waar het op aangrijpt

Answer 8

microscopisch: Gramkleuring
macroscopisch: kweken
DNA technieken: PCR
lasertechnieken: eiwitspectrum

Question 9

Welke kleur heeft een gram-positieve bacterie?

Answer 9

Paars

Question 10

Welke kleur heeft een gram-negatieve bacterie?

Answer 10

Wit (met daarna extra kleuring: counter-stain om het roze te maken)

Question 11

Wat maakt dat sommige bacteriën gram-positief of juist negatief kleuren?

Answer 11

De gram-positieve hebben een hele dikke celwand met peptidoglycan dat zorgt voor de paars-kleuring.

Question 11

Wat zijn de drie verschillende vormen van bacteriën hoe we ze kunnen onderscheiden?

Answer 11

Kokken (rond), bacillus (staaf) en spiraalvormig (spirochete)

Question 12

Hoe noemen we kokken die in ketens voorkomen?

Answer 12

Streptokokken

Question 13

Hoe noemen we kokken die in trossen voorkomen?

Answer 13

stafylokokken

Question 14

Welke vorm en kleur heeft E. coli?

Answer 14

Roze (gamnegatief) en staaf-vormig

Question 15

Welke kleur zijn enterokokken?

Answer 15

Grampositief (paars)

Question 16

Stelling: in de hele TD bevindt zich een uitgebreid microbioom

Answer 16

Onjuist, slokdarm en maag bevatten weinig micro-organismen

Question 17

Wat zijn aërobe en anaërobe microbiotica?

Answer 17

aërobe = zuurstof
anaërobe = zonder zuurstof

Question 18

Stelling: veel soorten
leven met en/óf zonder
zuurstof (facultatief anaeroob)

Answer 18

Juist

Question 19

Stelling: bij obligaat anaeroob zal een bacterie afsterven in aanwezigheid van zuurstof

Answer 19

Juist

Question 20

Stelling: er bevinden zich meer anaërobe bacteriën in het ileum dan in het colon

Answer 20

Onjuist, andersom

Question 21

Alle volgende vragen zijn tentamenvragen. Geef van elke bacterie aan welke vorm en of het grampos/neg is en waar het voorkomt:
Lactobacillen

Answer 21

Melkzuurbacteriën; Grampostieve staven

menselijke mondholte, vagina, dunne en dikke darm

Question 22

Enterococcus faecalis

Answer 22

Grampositieve streptokokken in de darm

Question 23

Wat zijn bacteriofagen

Answer 23

Virussen van bacteriën

Question 24

Escherichia coli

Answer 24

Gramnegatieve staaf; belangrijkste aerobe darmbacterie

Question 25

Bifidobacterium

Answer 25

Grampositieve staaf; belangrijke anaerobe darmbacterie

Question 26

Wat is zo ‘bijzonder’ aan de H. pylori?

Answer 26

kan door een truukje overleven in zure maag -> infectie -> uiteindelijk maagcarcinoom

Question 27

Wat is de rol van ons microbioom op biochemisch en metabool systeem? (illustratief)

Answer 27

biochemische
* vitaminesynthese: B1, B2, B6, B12, K
* gasproductie: CO2, CH4, H2
* geurproductie: H2S, NH3, amines, skatole

metabole rol
* metabolisme van galzuren
* glycosidase reacties
* steroïdenmetabolisme: esterificatie, dehydroxylatie, oxidatie, reductie

en nog meer…
* onderdrukken ontstekingsreactie
* bevorderen immunologische tolerantie (via Toll Like Receptors (TLRs))
www.youtube.com/watch?v=iVMIZy-Y3f8
* beschermt tegen vreemde indringers:
- bezet alle plaats (competitie) - productie van bacteriocines
- en antimicrobiële peptides
* belangrijkste beschermende rol: anaëroben

Question 28

Enterobacterales van de darm zijn allemaal… grampositief/gramnegatief

Voorbeelden:
Escherichia coli
Klebsiella spp.
Proteus spp.
Enterobacter spp.

Answer 28

Gramnegatief

Question 29

Soms kunnen microbiota die in ons TD zit voor een infectie veroorzaken. Noem een aantal (illustratief)

Answer 29

• urineweginfecties
• gastrointestinale infecties! Alleen bepaald type van E. coli (waarom?)
• wondinfecties
• opportunistische infecties: pneumonie
• in patiënten met verminderde afweer,
• patiënten op de intensive care/beademing,
• in oude en in jonge patiënten
• meningitis

Question 30

Welke type bacterie zijn de grootste oorzaak van infecties in ons lichaam van ons eigen microbiota?

Answer 30

Enterobacterales

Question 31

Een aantal vreemde indringers zijn: Salmonella, Shigella, Campylobacter, Vibrio cholerae, Clostridioides difficile, Giardia, amoeben, enterovirussen.

Wat veroorzaken de meesten?

Answer 31

Diarree

Question 32

Wat voor type ziektes kunnen er ontstaan bij ‘bad’ microbiotica?

Answer 32

inflammatoire darmziekten (Crohn/CU)
colorectaal carcinoom
irritable bowel syndrome
obesitas

Question 33

In welke voeding kunnen we probiotica vinden?

Answer 33

zuurkool, augurk, miso, yoghurt, natto, kefir, kimchi, kombucha, appelazijn etc

Het belangrijkste is variatie!

Question 34

Prebiotica helpen bij omzetting van onverteerbare voedingsvezels zoals:
* inuline bv in wortels en knollen (groente zoals artisjok, witlof,
schorseneren, aardperen, bieten)
* fructo-oligosachariden bv in banaan, ui, prei, knoflook, asperge
* galacto-oligosachariden bv in peulvruchten, noten
* vezels in onder meer havermout, etc

Answer 34

very interesting
(geen idee in hoeverre dit tentamenstof is)

Question 35

Wat is, naast resistentie, een groot nadeel van gebruik van antibiotica

Answer 35

• Gevolgen: naast antibioticum geassocieerde diarree (mild) of Clostridioides
  difficile geassocieerde diarree (CDAD)
• ook ↓ diversiteit, ↑ kans op resistentie, effecten op metabole functie
  (obesitas en diabetes mellitus op latere leeftijd na AB in jeugd), immuunontwikkeling (T-cel disbalans, ↓ respons op vaccinaties), vatbaarheid voor infecties (↓ neutrofiel-gemedieerde killing, ↑ vatbaarheid virusinfecties)

Question 36

Hoe moet je in de kliniek de kennis van resistentie en andere nadelige gevolgen van antibiotica toepassen?

Answer 36

Eerst kweek doen en specifieke ziekteverwekker diagnosticeren, specifiek antibioticum voorschrijven!

Question 37

Wat moet je in ieder geval weten?
* Op welke manieren kun je bacteriën zichtbaar maken?
* Wat is het verschil tussen een Grampositieve en Gramnegatieve bacterie? En kokken en staven? * Waar bestaat het darmmicrobioom uit? Noem de belangrijkste bacteriën.
* Wat zijn aerobe en wat zijn anaerobe bacteriën?
* Wat zijn Enterobacterales?
* Wat is de rol van het darmmicrobioom?
* In welke gevallen veroorzaakt het darmmicrobioom ziekte?
* Wat wordt hier bedoeld met ‘The Good’, ‘The Bad’ en ‘The Ugly’?
* Hoe wordt ons darmmicrobioom beïnvloed en hoe kunnen wijzelf ons microbioom beïnvloeden?

Answer 37

succes