Neuroradiologie Flashcards

1
Q

Ter overzicht; wat zijn de verschillende beeldvormende modaliteiten?

A
  • X-schedel/WK: conventionele Röntgen opnames
    – 2D projectie-techniek: beperkte sensitiviteit, overprojectie schedel
  • contrast-onderzoek: caudografie (ruggenmerg), angiografie (DSA) (bloed)
  • CT: computed tomography (snel, ‘3D’)
    – doorsnede techniek m.b.v. rontgen straling
  • MRI: magnetic resonance imaging
    – magneetveld en RF golven: weke delen contrast (niet belastend)
  • echografie (ultrasound): open fontanel (neonaat)/schedel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk contrast werd vroeger gebruikt voor röntgenstraling?

A

jodium-houdend contrast middel (caudography)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat laat een CT goed zien

A

Bot/lucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat laat een MRI goed zien

A

waterige delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar moet je aan denken als je een X-CWK bekijkt (met fractuur)?

A

Dat je gescheurde ligamenten niet ziet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe kan je het verschil tussen subduraal en epiduraal hematoom zien op CT?

A

Subduraal hematoom (links, concaaf, lang) en epiduraal hematoom (midden, convex, veel druk, snel),

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar staat DSA voor?

A

digital subtraction angiografy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Met welke methode wordt DSA gemaakt?

A

Contrastvloeistof (via catheter) en röntgenstraling (achtergrondruis wordt weggefilterd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van DSA?

A
  • Gold standard for vascular pathology
    – High spatial resolution
    – Dynamic information
    – Intervention possible (coiling, Dotter, stent, thrombolysis)
  • Disadvantages of DSA
    – Arterial puncture, Iodinated i.a. contrast material
    – Catheter manipulation: 0.5% complication rate
    – Limited number of views (rotation angiography)
    – Luminography: no info about vessel wall
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de voorkeursbehandeling van een aneurysma?

A

Coiling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is AVM?

A

aterioveneuze malformatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer komtAVM aan het licht?

A

Door bloeding/epilepsie, dan groeien de vaten niet goed op eklaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de kenmerken van MRI (magnetic resonance imaging)?

A
  • based on proton-density
  • good contrast: fat, CSF, WM, GM
    – contrast manipulation: T1, T2, flow, diffusion * bad contrast: bone/air/metal
  • unlimited slice-orientation
  • susceptibility artefacts
    – around petrous bone, sinusus, metal
    – especially with gradient-echo sequences
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Stelling: MS kan je diagnosticeren met een MRI

A

Waar
(optic neuritis is vroege presentatie bij MS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat moet je altijd onthouden bij MRI?

A

Wat je links in het beeld ziet, is rechts van de patient. Je kijkt vanaf de voeten!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent een stolsel op de grens tussen media en anterior?

A

slechte prognose

17
Q

Waarom is een langzaam vernauwend bloedvat niet/minder erg?

A

Bloedvoorziening is verschillend voor iedereen! Als langzaam een bloedvat vernauwt ontstaan er collateralen en lost het lichaam dus zelf het probleem op!

18
Q

Waar zit het Broca-gebied bij rechtshandigen?

A

links

19
Q

Broca = spreken. Wernicke = begrijpen. Wat is de term voor niet kunnen spreken?

A

afasie

20
Q

Wat verbindt de fasciculus arcuatus?

A

Broca en Wernicke

21
Q

Wat kan je doen met functional MRI (fMRI)?

A

bepaalde verbindingen en activiteiten mee zichtbaar maken

22
Q

Hoe wordt fMRI in de praktijk gebruikt?

A

Dit is m.n. handig als je tumoren gaat opereren, om te kijken welke delen van de schors nog functioneel zijn en met welke marge je kan opereren. Ook voor Parkinson/Alzheimer kan geschat worden wat nog de ‘grootte’/functie is van de basale ganglia/hippocampus

23
Q

Wat is een handknobbel?

A

Iedereen heeft een ‘handknobbel’ (hersenschors dat dikker is voor motoriek van de hand).

24
Q

Wat wordt gedaan bij PET-CT?

A

Bij een PET-CT bindt een specifiek stofje aan iets (zoals suiker of een tracer).

25
Q

Welke afwijkingen kunnen mensen met epilepsie ook hebben? (welke structuur)

A

hippocampus

26
Q

Indicatiestelling neuroradiologie
- Diagnostiek
o Uitsluiten of aantonen ziekte
- Prognose en triage
o Hoe ernstig zal een ziekte verlopen
- Monitoring behandeling
o Effect chemotherapie, bijwerkingen
- Therapie
o Trombolyse, dotter, embolisatie, RF-ablatie

A

nice