Fysiologie oor Flashcards

1
Q

Horen is een resultaten van leer- en verwerkingsprocessen. Er is sensorische integratie. Wat beschrijft het McGurk effect?

A

dat het geluid anders interpreteerd bij andere visuele stimulatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geluid is een lopende golf van verhogingen en verlagingen van dichtheid. Wat bepaald de toonhoogte en geluidssterkte?

A

Aantal golven per seconde = frequentie = toonhoogte. Amplitude = geluidssterkte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het frequentiebereik van een menselijk (jong) oor?

A

20-20,000 Hz, met grootste gevoeligheid 1000-4000 Hz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In welke eenheid wordt geluidsdruk in het oor gemeten?

A

Pascal (P)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De geluidssterkte neemt met een logaritmische schaal van geluidsdruk toe. noem een voorbeeld

A

Pref = 0 dB
10x hoger -> 20 dB
100x hoger = 40 dB
100.000 = 120 dB

–> geluidsdruk x 10 = geluidssterkte + 20 dB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar is het buitenoor bij betrokken?

A

versterking en geleiding van geluid en het bepalen van richting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar is de buis van Eustachius belangrijk voor?

A

voor het adapteren aan drukverschil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het nut van het middenoor?

A

impedantie-aanpassing
1) Toename van de kracht per oppervlakte-eenheid
2) Hefboomwerking gehoorbeentjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe komt geluid aan als je trommelvliezen geperforeerd zijn?

A

Geluid komt wel aan maar minder goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke spieren spannen aan bij harde geluiden?

A

m. stapedius en m. tensor tympani –> verstijving gehoorbeentjesketen –< bescherming receptorcellen tegen overmatige stimulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Receptorcellen in de cochlea zitten op het basilaire/apicale membraan

A

basilaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Haarcellen zijn mechanoreceptoren die staan geranschikt in een rijtje. Door instroom van ….. ontstaat depolarisatie. Bewegingsrichting van haren zorgt voor ontstaan van actiepotentialen of niet

A

K+ (potassium/kalium)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

instroom K+ ionen = de/hyperpolarisatie

A

depolarisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe harder het geluid, hoe hoger de …

A

frequentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de functies van het vestibulaire systeem?

A
  • Dynamisch als statisch evenwicht
  • Fixeren blik van het oog bij beweging van het hoofd
  • Het vestibulaire systeem werkt samen met
    o Ogen
    o Proprioceptief systeem (via receptorern huid/pezen/kapsels)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De twee onderdelen van het vestibulaire systeem zijn…

A
  1. halfcirkelvormige kanalen
  2. ortholietorganen (utriculus en acculus)
17
Q

Welk type evenwichtszin is bij de halfcirkelvormige kanalen en ortholietorganen?

A
  1. Halfcirkelvormige kanalen:
    a. Dynamische evenwichtszin: hoekversnelling (as)
  2. Otholietorganen (utriculus en sacculus)
    a. Dynamische evenwichtszin: linaire versnelling (lijn)
    b. Statische evenwichtszin (positie hoofd t.o.v. zwaartekracht)
18
Q

Wat is kinocilum?

A

A kinocilium is a special type of cilium on the apex of hair cells located in the sensory epithelium of the vertebrate inner ear.

19
Q

de richting van de buiging van de stereocilia bepaalt de …

A

actiepotentiaalfrequentie

20
Q

De utricle en saccule liggen op een soort gel-achtige structuur.. hoe heet deze?

A

otolietmembraan

21
Q

hoe heten de kristallen die op het otolietmembraan liggen?

A

otolieten

22
Q

Welke bewegingen detecteert de utriculus? En de sacculus? Hoe staan de haren?

A

Utriculus = horizontale vlak (je voelt dat een trein aan het versnellen is), haren staan rechtop.
Sacculus = verticale vlak (je voelt dat een lift opstijgt), haren staan horizontaal

23
Q

Beschrijf hoe je richting kan voelen

A

Er zitten receptorcellen in de verdikkingen van de halfcirkelvormige kanalen. Ook hier weer zitten de haren ingebed in een gel-achtige structuur, en aan de base van het haar zitten mechanoreceptorcellen. Als je gaat draaien met je hoofd, gaat er door de traagheid van de endolymfestroom, een tegengestelde beweging van de endolymfe uiteindelijk tegen de cupula aan, waardoor de haarcellen geprikkeld worden. De richting waaar de haren naartoe bewegen bepaald of er een toename/afname is van de actiepotentiaal-frequentie

24
Q

Indien het hoofd rechtsom draait, draait het endolymfe …

A

linksom (door de traagheid)

25
Q

Wat is nystagmus?

A

ritmisch, onwillekeurig heen en weer bewegen van de ogen

26
Q

beweging stereocilia naar kinocilium toe = … in actiepotentialen

A

toename

27
Q

beweging stereocilia van kinocilium af = … in actiepotentialen

A

afname

28
Q

Als het hoofd naar rechts draait, is de nystagmus naar…

A

rechts

29
Q

Wat is neuritis vestibularis?

A

je hersenen denken continu dat je ogen gecorrigeerd moeten worden, geeft draaierigheid en misselijkheid

30
Q

Beschrijf wat er gebeurd met de endolymfestroom bij een draaistoelproef

A
  • Versnelling rechtsom: endolymfestroom linksom met nystagmus naar rechts
  • Afremmen: endolymfestroom rechtsom en nystagmus naar links.
31
Q

Waar is valorisatie nystagmografie?

A

je brengt water in de gehoorgang waardoor het middenoor wordt opgewarmd, endolymfen wordt opgewarmd

32
Q

Wat gebeurd er met de nystagmus als er warm water gaat in het rechteroor?

A

nystagmus naar rechts

33
Q

Wat gebeurd er met de nystagmus als er koud water gaat in het linkeroor?

A

nystagmus naar rechts

34
Q

Wat zijn verschillende oorzaken van draaiduizeligheid (vertigo)?

A
  • Reisziekte: tegenstrijdige informatie van verschillende systemen
  • Zenuwontsteking (neuritis vestibularis): actiepotentialen worden niet geod overgebracht (een zijde)
  • Syndroom van Ménière: overproductie endolymfe
  • BPPD (benigne paroxysmale positie draaiduizeligheid): losgeraakt otolietmateriaal hecht aan de cupula (paroxysmaal = aanvalsgewijs)