KR: Neurologie Flashcards

1
Q

Wat zijn de centraal motorische uitvalsverschijnselen?

A

o Zwakte
o Hoge tonus, niet altijd in acute fase
o Hoge reflexen/hyperreflexie, niet altijd in acute fase (want remming valt weg)
o Geen/laat optredende en beperkte atrofie
o Sensibiliteit intact, tenzij bijv bij CVA dat er een mengbeeld ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn centraal motorische oorzaken van parese?

A

o Ischemie, bloeding
o Ruimteinnemend proces
o Inflammatoir
o Degeneratief: MS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de perifeer motorische uitvalsverschijnselen?

A

o Atrofie
o Lage tonus
o Zwakte
o Fasciculaties
o Doorgaans niet acuut
o Lage reflexen
o Intacte sensibiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de perifeer motorische parese oorzaken?

A

o Degeneratief: amyotrofische laterale sclerose (ALS)
o Infectie: poliomyelitis
o Congenitaal: spinale musculaire atrofie, bijv Wednig-Hoffman
o Overig: postpoliosyndroom (geen reactivatie virus!) 30-40j na polio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Met welke symptomen presenteert iemand zich indien er een probleem in de wortel is?

A

o Perifeer motorische verschijnselen: atrofie, zwakte, (fasciculaties)
o Radiculaire pijn
o Sensibiliteitsstoornissen: dermatomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van een probleem in de wortel?

A

o Mechanische compressie: HNP, degeneratief (o.a. kanaalstenose)
o Infectie: radiculitis (ziekte van Lyme)
o Auto-immuun: Guillain-Barre syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Met welke symptomen presenteert iemand zich indien er een probleem is in de plexus?

A

o Perifeer motorische verschijnselen: atrofie, zwakte, klachten betreffende meerdere wortels
o Pijn
o Sensibiliteitsstoornissen: klachten betreffen meerdere dermatomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn mogelijk oorzaken van een probleem in de plexus?

A

o Trauma (bij bevalling wordt arm gedraaid, of bij ongeval)
o Oncologisch: ingroei (longtoptumor) of radiatie
o Auto-immuun: amyotrofe schouderneuralgie (syndroom van parsonage – turner)
 Eerst veel pijn (morfine), daarna uitval, waarschijnlijk post-viraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe presenteert iemand met een probleem in de perifere zenuw?

A

o Mononeuropathie: n. ulnaris, medianus, radialis, isciadicus, peroneus etc
o Polyneuropathie: axonaal, demyeliniserend (dezelfde symptomen)
o Doorgaans motorische en sensibele uitval (soms niet)
o Kenmerkende uitval (zoals ulnaris/medialis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van een probleem in de perifere zenuw?

A

o Trauma
o Druk
o Metabool/toxisch: DM, endocrien, chemotherapie
o Auto-immuun

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de meest voorkomende post-infectieuze oorzaak van poloneuropathie?

A

Meest-voorkomende post-infectieuze oorzaak van polyneuropathie: Guillain-Barre syndroom door campylobacter, mycoplasma, CMV en EBV (en Zika!). Guillain-Barre syndroom is een acuut demyeliniserend epolyradiconeuropathie, waarbij zowel uitval van sensibiliteit, autonoom. Behandeling: immunoglobulines.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe uit een probleem in de neuromusculaire overgang zich?

A

wisselende motorische uitval, uitputbaarheid, sensibiliteit intact

oorzaak: myasthenia gravis? (hier werd in t hc overheen geskipt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe uit een probleem in de spier zich?

A

Proximale zwakte en puur motorisch (sensibiliteit intact)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn mogelijk oorzaken van een probleem in de spier?

A
  • Inflammatoir
    o Dermatomyositis
    o Polymyositis
    o Inclusion body myositis
  • Dystrofien
    o Erfelijk (Duchenne)
  • Metabool
    o Mitochondriaal
    o (bij)schildklieren
    o Steroiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Casus: scapula alata (gevleugeld), pijn in schouder, geen uitstraling in arm, dag erna gevolgd door onvermogen arm te heffen en abduceren en buigen. Reflexen lager dan aan gezonde arm. Vlekkerige stoornis sensibiliteit in meerdere dermatomen. Wat is de waarschijnlijke diagnose?

A

 perifeer want pijn (wortel/plexus) en lage reflexen
 diagnose amyotrofe schouderneuralgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Casus: s’ochtends: hand niet optillen, vingers niet strekken, geen pijn, sensibiliteit niet helemaal intact (doof), geen andere afwijkingen. Wat is je werkdiagnose?

A

n. radialis uitval (Saturday night parsley)

17
Q

Casus: vrouw 67 altijd gezond, soort klapvoet (door n. peroneus), pijnloos, werd niet beter met fysio, na paar maanden ook andere voet aangedaan, tevens parese gastronemicus (kuitspier), reflexen levendig, voetzoolreflex: omhoog ipv omlaag. Wat is je werkdiagnose?

A

Dit wisten zij ook niet! zie hieronder het denkproces:  centraal: want reflex hoog  mogelijk in ruggenmerg door symmetrie, maar cave want meestal is niet geisoleerd (en ook sensibele uitval)  motorische cortex onwaarschijnlijk want dan moet t beiderzijds zijn  eosinofielen hoog (parasiet)  toch in scan afwijking motorische cortex  biopt uit laesies  schistosomiasis eieren (oedeem, inflammatie, langzaam progressief)  gezwommen in zoet water